ZZ van een groot de N61 bij Biervliet. afgebroken. Het baksteenformaat bedroeg 28 x 14 x 7 en 28 x 13,5 x 6,5 centimeter; deze wijzen op een middel eeuwse datering, rond 1300. In de akker is in zuidweste lijke richting nog geprikt om de fundering eventueel te volgen; daaruit bleek dat die nog minimaal 20 meter in dezelfde richting doorloopt. De oriëntatie van de funde ring is ongeveer westzuidwest-oostnoordoost. De naast de fundering aangetroffen aardewerkfragmenten dateren uit het begin van de veertiende eeuw. Het nieuw gegraven slootprofiel werd eerder onderzocht op archeologische resten. Na het blootleggen van de fun dering bleek het waarschijnlijk te gaan om een vierkante poer van 1,60 x 1,60 meter, die als fundering van een spaarboog diende. In het sloottalud is met de prikstok geprikt om de fundering eventueel te volgen, maar die liep in westelijke richting niet verder door. In oostelijke richting was de begrenzing al vastgesteld. De oriëntatie van het gebouw waarvan de poer deel uitmaakte, was ongeveer westzuid west-oostnoordoost. Dat is dezelfde oriëntatie als die van een funderingsstuk dat in 2009 in de wegsloot langs de provinciale weg is aangetroffen. De afstand tussen de twee funderingsstukken bedraagt ongeveer 30 meter. Tempeliers, Johannieters, Franciscanen De fundering bestond voornamelijk uit stukken baksteen; er waren weinig gave exemplaren aanwezig. Het formaat van de rode bakstenen bedroeg 26 x 13 x 6 centimeter. Het binnenste gedeelte van de poer was niet dicht gemetseld, maar volgegooid met stukken baksteen. De poer bevond zich op 1,40 meter beneden maaiveld en bleek nog een meter dieper door te lopen. De poer was door het (intacte) veen gegraven en rust naar alle waarschijnlijkheid op pleistoceen zand. Op een iets hoger niveau in het westelijke talud van de sloot kwam uit noord-noordwestelijke richting een andere fundering tevoorschijn. Hoewel de bakstenen min of meer in verband lagen was deze fundering iets meer 'verrommeld'. Het zal een tussenmuur zijn geweest tussen beide funderingen, die als buitenmuur van een groot gebouw kunnen worden geïnterpreteerd. Dit is vermoedelijk het in middeleeuwse oorkonden genoemde hospitaal van de Hospitaalridders of Johannieters (sinds 1540 een klooster van de derde orde van Sint-Franciscus). Iets ten westen van het hospitaal bevond zich vanaf het eind van de dertiende eeuw een commanderij van de tempeliers. De complexen verdron ken in 1586 als gevolg van inundatie. Uit het profiel van de sloot zijn enkele aardewerkfragmenten verzameld. Deze dateren voornamelijk uit de vijftiende eeuw. L WJ O - Middeleeuwse bakstenen poer in een sloot langs de Groeneweg te Kogelpotje (Schinveld) uit Oud-Hontenisse, datering twaalfde/dertiende eeuw. Schedel van 'Francien gevonden in Oud- Hontenisse. 'Francien' uit Oud-Hontenisse Een Antwerpse fotograaf vond op 6 september bij toeval in de omgeving van Kruisdorp, buitendijks in het slik, een menselijke schedel. De vinder meldde de vondst bij de politie in Hulst, waarna de schedel is opgehaald voor deponering in het Zeeuws Archeologisch Depot en eventueel verder onderzoek. De schedel is vermoedelijk van een vrouw, en waarschijnlijk afkomstig van het in 1509 verdronken dorp Oud-Hontenisse. Op het politiebureau kreeg de vrouw de naam Francien. In dezelfde omgeving ontdekte de heer M. Jansen uit Geleen in het begin van de jaren zeventig een onbeschadigd kogelpotje van circa 12 centimeter. Het lichtgekleurde potje had enkele rode verfstrepen op wand en bodem, en kan in het productiecentrum Schinveld (Zuid-Limburg) zijn vervaardigd (datering twaalfde/dertiende eeuw). Hij meldde het voorwerp op 12 oktober bij de SCEZ aan, waarna hij het in bruikleen overdroeg aan mevrouw J. Meijers van de Stichting Het Zeeuwse Landschap voor opstelling in het bezoekerscentrum Saeftinghe te Emmadorp. Het gave potje dateert uit de vroegste periode van Oud-Hontenisse, dat als Guntenesse in 1183 voor het eerst wordt vermeld. Nieuwe sporen Johannieters Zaamslag Op 9 september heeft de SCEZ met hulp van AWN-leden een bakstenen funderingsstuk schoongemaakt en ingemeten in een nieuw gegraven sloot langs de Groeneweg bij Zaamslag, in opdracht van Waterschap Zeeuws-Vlaanderen Zeeuws Erfgoed 18 december 2010/04 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2010 | | pagina 18