De Zeeuwse Dialectdag en een luisterboek
STREEKTAAL Varia
MOET .IE
EENS EVEN
LUISTERENB
gebruik genomen.
E. Hamelink schrijft 'Historisch
onderzoek naar de aanlegplaats met
toeleidende brug van de voormalige
veerdienst in de oude veerhaven te
Terneuzen'. De brug met aanleg-
inrichting in Terneuzen is na het
beëindigen van de veerdienst
Terneuzen-Hoedekenskerke voor
verschillende doeleinden gebruikt. Uit
het artikel blijkt dat brug en ponton in
de Oude Veerhaven een belangrijke
functie vervulden. Daarom zou de brug
behouden moeten blijven en een nieuw
ponton gemaakt moeten worden
volgens de auteur.
Van E. Hamelink is ook het artikel
'De economische gevolgen van de
komst van de "Nieuwe" sluis bij
Terneuzen in 1910: 100 jaar
middensluis in Terneuzen'.
In Tijdschrift, het Bulletin van de
Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen (2010, juni), fietst Nout
somber rond. Hij heeft de indruk dat
zijn geestelijke vader, Maurits van
IJzendijke, zal gaan verdwijnen, evenals
Nout zelf. Met de afgezaagde kop van
Maurits achterop zijn bagagedrager
fietst Nout weg... tot waar er geen
verschil meer was tussen de lucht en
de lichte spiegeling op het asfalt.
A.L. Kort schrijft 'Armenzorg in
Zeeland'. Deze zorg werd vroeger
veelal geregeld door kerkelijke en
gemeentelijke armbesturen. Door de
toenemende welvaart in de twintigste
eeuw werd het terrein van de armen
zorg kleiner. Maar tot lang na de
Tweede Wereldoorlog bleven de arm
besturen een vangnet voor mensen die
buiten de verzorgingsstaat vielen.
In 'De Draad. Over een levensgevaarlij
ke afrastering tussen Nederland en
België 1915-1918' (auteur A.R.
Bauwens) lezen we over een elektrisch
hekwerk tussen het drielandenpunt en
Knokke, aangebracht in 1915 door de
Duitsers, om smokkel tegen te gaan.
Aanvankelijk had de draadversperring
een afschrikkende werking, maar er
kwamen steeds meer handige jongens
die de grens wisten te passeren.
Regelmatig stond in de krant dat
bij vluchtpogingen naar Zeeuws-
Vlaanderen mensen waren
omgekomen. Na de wapenstilstand was
deze 'draad' spoedig verdwenen, maar
nog steeds vallen er slachtoffers in
gebieden waar heersers de boze buiten
wereld proberen te weren door muren
en hekwerken.
R.H.M. van Immerseel geeft als slot
nog een voorbeeld van een kunstmatig
ontstane rots en ruïne in Zeeuws-
Vlaanderen, in de tuin van de
Heer Benteijn te IJzendijke. De firma
Moerkoert uit Utrecht ontwierp
rotspartijen, kneppelhouten bruggen en
rotswanden voor serres, alles in
cementrustiek uitgevoerd. Het buiten
Rustwijk van eigenaar Benteijn, waar
door Moerkoert een rots en ruïne
waren gebouwd, is in zijn geheel
verdwenen.
Streektalen
VltIiuJimijaiÉ hrl /eemsf riialedgtltal -
Op de derde zaterdag van oktober houdt de Zêêuwse
Dialect Verênigieng altijd een Zeeuwse dialectdag, die
elk jaar honderdvijftig leden of meer bij elkaar brengt in
Nieuwdorp. De dag stond deze keer in het teken van
het jaar van de fiets. Na de algemene ledenvergadering
vertelde prof. dr. J. Taeldeman van de Universiteit Gent
over de benamingen voor de fiets in het Zeeuws.
De gegevens waren gebaseerd op de vragenlijsten die via
Nehalennia en een oproep in dit blad zijn verspreid. In
tegenstelling tot Vlaanderen bestaan er weinig dialectische
benamingen voor de fiets in het Zeeuws. De fiets is
immers relatief nieuw en de woordenschat is dan ook
grotendeels Algemeen Nederlands. In Vlaanderen gebruikt
men veel meer Franse termen. Een uitzondering is
dikwijls het Land van Hulst of de grensstreek. Daar vind
je soms dezelfde woorden als in het nabije Waasland.
Johan Taeldeman toonde enkele kaartjes om de
verspreiding van de termen te illustreren. Het woord
voor fiets is in Vlaanderen meestal velo. Een stuur is in
Vlaanderen bijvoorbeeld een guidon. Oudere Zeeuwen
herinneren zich nog wel de dialectische uitspraak stier.
De rem heet in Vlaanderen nog altijd frein. Een vork is in
Vlaanderen een fourche, in Zeeland wordt vork in het
woord voorvork dan wel als vurke uitgesproken.
Mooie woorden zijn er wel voor het spatbord. Dat heet
in Zeeland onder andere spetterbord of slikvanger.
In Vlaanderen gardeboe of moorschelp. Volgend jaar
wordt de lezing gepubliceerd in Nehalennia.
Na de lezing kwamen allerlei liedjes en sketches uit
de diverse regio's met en over de fiets aan bod. Op het
einde van het ochtendprogramma stelde de dialect
vereniging haar eerste luisterboek voor. George Sponselee
uit Hulst kreeg het eerste exemplaar. Hij is een van de
vertellers die een plaats kreeg en verdiende op deze cd.
Hij werd in de bloemetjes gezet, omdat het zijn laatste
publieke optreden was. Ook alle andere vertellers werden
even op het podium gevraagd. Het luisterboek Moet je
eens even luisteren bestaat uit twee cd's met verhalen van
heel Zeeland, van Goeree tot het Land van Hulst, goed
voor 140 minuten luisterplezier. De cd is te koop bij de
Zeeuwse Dialect Vereniging (informatie bij Rinus
Willemsen, rwillemsen@zeelandnet.nl, 0115-481521).
De verhalenvertellers
meehielpen met het -
ste luisterboek
(foto BvLmedia.nl).
Zeeuws Erfgoed 24 december 2010/04 Erfgoed ALLERLEI