Klimoefeningen, en net iets meer... Nee, we moeten het eerder zoeken in een verbastering van benamingen en de daarmee gepaard gaande spraak verwarringen. Het bouwen van een pand begint met maken van een goede fundering op een vaste ondergrond. Als men direct op een vaste grondslag de fundering van een gebouw plaatst, noemt men dat funderen op staal. Staedel, stael of staal is een ander woord voor ondergrond. In een omgeving met een slappe ondergrond waar niet op staal kan worden gefundeerd, werden er houten heipalen Tonnen fundering. In de ton bevinden zich lange houten palen, de slieten (foto Stichting Platform Fundering Nederland). De torenspits al oefen- en toonmodel (foto Niek Beeke). de grond in geslagen. In die gevallen waar men op staal kon funderen maar toch de ondergrond wat wilde verbeteren, werden er ronde houten tonnen ingegraven tot ruim onder het plaatselijke grondwaterpeil. Deze tonnen of vierkant roosterwerk zonder bodem of deksel, werden rondom goed aangevuld met aarde en in de ton werden dunne boomstammen (slieten) met een lengte van enkele meters de grond ingeslagen/geheid. Deze tonnen met boomstammen werden huien genoemd. Had men zo'n serie huien geslagen, dan werden daarover heen zware eiken balken geplaatst, waar dan vervolgens de voet van het gebouw op werd gelegd. In het woord heien zit nu net de spraakverwarring. Een oud woord voor heien is haaien of huien. Het huien dien de dus om de draagkracht van de ondergrond van een gebouw te vergroten. Met enig fantasie en spraakverbastering lijkt huien inder daad op huiden. En zo is weer een volksverhaal ontstaan. Een verhaal dat mysterieus en spannend tegelijk is. Zouden de dorpsbewoners werkelijk hun dieren geofferd hebben voor de bouw van de toren? Om de traditie voort te zetten heb ik dit verhaal van de huiden ook aan mijn kinderen doorverteld. Gelukkig lezen ook zij Zeeuws Op de aankondiging van de Open Dag van Het Schuitvlot stond het al vermeld: "Klimoefeningen". Voor deze gelegenheid had de monumentenwacht in het depot één dakvlak van een torenspits nagebouwd op ware grootte. Behalve om tijdens zo'n evene ment bezoekers zelf naar boven te laten klimmen, dient de spits nog twee andere doelen. Raar ding eigenlijk, die 'torenspits', hij is duidelijk niet helemaal afgewerkt. Maar een klein deel is met leien gedekt, een nog kleiner deel met pannen. Verder zie je dat er klim- of stap- haken, ladderhaken en veiligheidsogen op zijn aangebracht. Op de Open Dag was het voor de kinderen al snel duidelijk hoe het voelt om zelf eens monumentenwachter te zijn. Helemaal zelfstandig mochten ze naar boven klimmen, als ze tenminste groot genoeg waren voor een van de beschikbaar gestelde veiligheidsgordels. Natuurlijk wel beveiligd met een extra lijn, in handen van een ervaren lid van de klimploeg van de wacht. Na een geslaagde klim naar boven kon de afdaling vanaf de bestaande balustrade beginnen aan een klimlijn, die in de handen van de eerder genoemde begeleider rustte. Voor de kinderen een spannende activiteit. Voor de toeschouwers een demonstratie van het gebruik van de veiligheidsvoorzieningen zoals die door monumentenwacht wordt geadviseerd om te kunnen werken op en aan uw monument. En daar staat hij dan, de klimtoren. Dankzij de opengewerkte constructie ziet u alles, als door de ogen van de vakman, de wijze van bevestigen, de verdere afwerkingen. Voor de monumentenwacht zelf is hij ook van nut. Vanaf nu kunnen de wachters namelijk binnens huis hun klimvaardigheden op peil houden en bovendien elkaar en anderen instructie geven. Maar hij staat er vooral voor u, als abonnee, aannemer, (kerk)bestuur of belangstellende. Met de spits als toonmodel kan de monumentenwacht zijn adviezen omtrent het plaatsen van voorzieningen concreet visualiseren en onderschrijven. Hierdoor krijgt u een duidelijk beeld van de (technische) mogelijkheden, voordat u tot plaatsing van de voorzieningen overgaat volgens de arbonorm. De monumentenwacht geeft ook graag aanvullend advies over (fraaie) afwerking e.d. Afspraak maken Wilt u meer weten over de diverse mogelijkheden of welke veiligheidsvoorzieningen geschikt zijn voor uw monument, maak dan (op een vrijdagochtend) een afspraak met het secretariaat van de monumentenwacht: 0118-670870. Op locatie Het Schuitvlot aan de Looierssingel in Middelburg kunt u dan terecht voor specialistisch advies van onze monumentenwacht. Met dank aan de firma Bové Draadproducten uit Ravenstein en de firma Jobse uit Middelburg voor het ter beschikking stellen van deze gecertificeerde veiligheidsvoorzieningen. Zeeuws Erfgoed 8 december 2010/04 MONUMENTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2010 | | pagina 8