tijd en omgeving, Johan de Koning,
'Volkshuisvesting onder invloed van
Wibaut', Huib Zuidervaart, 'Het in
1658 opgerichte theatrum anatomicum
te Middelburg' en Lo van Driel,
'Zelfportret in brieven', over de
correspondentie van D.A. Poldermans
met PJ. Meertens.
Jan de Kort en Jan Lockefeer,
'Cornelius Jansenius van Hulst 1510
1576, Theoloog en Pastor, Bisschop
van Gent', in: Jaarboek Oudheidkundige
Kring De Vier Ambachten' (2009
2010).
Cornelius Jansenius van Hulst was
hoogleraar theologie in Leuven en
eerste besschop van Gent. Hij was een
medespeler in de strijd tussen
reformatie en contrareformatie. Bevat
zes hoofdstukken over Jansenius in zijn
samenleving, bestuur in Hulst, familie
en contact met de stad Hulst, pastoor
en prelaat in de Reformatietijd, carrière
en de geestelijke nalatenschap.
Met bibliografie, bronnenlijst, register
op persoons- en plaatsnamen, illustra
tieverantwoording en kaarten.
Zeeuws Tijdschrift 60/ 5/6 (2010) 1-82.
Dit nummer staat in zijn geheel in het
teken van de Zeeuwse illuminator,
kaartenmaker, tekenaar en boekhande
laar Cornelius Markée (1710-1769).
Uit de collectie van het Koninklijk
Instituut voor Taal-, Land- en
Volkenkunde zijn vele fraaie
achttiende-eeuwse tekeningen van
zijn hand weergegeven die ons planten,
vruchten, insecten, rupsen en vlinders
tonen. Alle in kleur.
Heem-
en oudheidkundige bladen
Schouwen-Duiveland
In Stad en Lande, Historische bijdragen
en mededelingen van de Vereniging Stad
en Lande van Schouwen-Duiveland
(november 2010), vertelt R. van
Langeraad KAzn. ons over de rooie
rakker uit Dreischor: Krijn Adriaan
van Langeraad (1837-1919). Onder
het pseudoniem Opmerker of K. van
Schouwen publiceerde hij kritische
artikelen over het landbouwbeleid in
Nederland en over het marxisme in
de wereldpolitiek. Tot zijn overlijden
in 1943 behield hij een ongebroken
vertrouwen in de komst van een
socialistische wereldorde.
W. Schackman schrijft over de mensen
van Schouwen-Duiveland die vanaf
1818 naar de landbouwkoloniën
Frederiksoord, Willemsoord en
Wilhelminaoord trokken. Zij zochten
daar een nieuw bestaan. Ondanks een
streng regiem bleven verschillende
mensen de koloniën trouw: je had er
de zekerheid van werk, de gezondheids
zorg was goed en er was zelfs leerplicht,
wat in de rest van Nederland nog niet
bestond.
Over de lotgevallen van het standbeeld
van Jacob Cats in Brouwershaven
verschaft H. Uil ons bijzonderheden.
Voorafgaand lezen we uitgebreid over
de levensloop en het werk van de
zeventiende-eeuwse dichter en
staatsman.
F. Westra schrijft over een aantal
gedenkstenen en gedenkplaten in
Noordwelle en Viane en B. Bijkerk
licht ons in over de geschiedenis van
de beplanting van de dorpskom in
Burgh.
Sint-Philipsland
In de Cronicke van den lande van
Philippuslandt, uitgave van de
heemkundekring Philippuslandt
(december 2010) geeft de voorzitter
van het bestuur, F. Vleghels, een
overzicht van de stand van zaken
betreffende de weegbrug aan de
Oostdijk bij de haven. De gemeente
Tholen wil de brug graag overnemen
van de huidige eigenaar. Het is een
stuk cultureel erfgoed, belangrijk om
te bewaren en te restaureren, waarvoor
de heemkundekring zich graag wil
inzetten.
In het volgende artikel wordt het
bezoek van Koning Willem III aan
Anna Jacobapolder op 29 mei 1862
verhaald. Daarna wordt het hele
nummer gevuld met dat er bij
Pieter een stamhouder geboren zou
worden', verteld door J. Kempeneers.
Het gaat over bewoners van het eiland
en hun familie op de buureilanden en
op de vaste wal van Brabant.
Walcheren
Den Spiegel, orgaan van de Vereniging
Vrienden van het muZEEum en het
Gemeentearchief Vlissingen (2011, 1),
opent met een artikel met de opruiende
titel 'Slaat ze dood, de sterrendragers!'
door J. Braat. Het gaat over onlusten
onder militairen aan het eind van de
Eerste Wereldoorlog in Vlissingen en
Souburg. Een wonder kan het
uitbreken van ongeregeldheden niet
genoemd worden: de militairen waren
al vier jaar op hun post om de vijand
op te wachten, en ze waren de
omstandigheden beu. Het intrekken
van de verloven en voedselschaarste
deden rellen uitbreken in Amersfoort,
Den Bosch, Harskamp, Utrecht,
Hellevoetsluis en op Walcheren.
J. Simons vervolgt met 'Van
Koudekerkse Speelhof tot Vlissingse
Scoutingboerderij'. Naar aanleiding
van het 100-jarig bestaan van Scouting
Nederland beschrijft hij de geschiedenis
van de voormalige buitenplaats en
boerenwoning Mon Repos, die door
vier scoutinggroepen uit Vlissingen als
thuisbasis gebruikt wordt. Van de
eerste eigenaar van de speelhof Maerten
Simons in 1648, komen we via
volgende eigenaren uit bij de familie
Van Vlaanderen, die in 1805 Mon
Repos in handen kreeg. De Van
Vlaanderens bleven eigenaar tot 1973,
daarna kocht de gemeente het bezit,
en verhuurde het in 1976 aan de
plaatselijke scouting.
In het artikel van P. van Druenen,
'Mailboten en treinen in Vlissingen'
lezen we hoe de komst van dammen
en spoorlijnen ervoor zorgde dat
Vlissingen de belangrijkste posthaven
van West-Europa werd.
In Arneklanken, het kwartaalblad van
de historische vereniging Arnemuiden
(december 2010) vertelt G. de Nooijer
over het zware werk dat drie
Arnemuidse dames moeten verzetten
om de liefhebbers van zeekraal tevreden
te stellen.
PJ. Feij beschrijft wat Koning Lodewijk
Napoleon voor Nederland heeft gedaan
tijdens zijn regeerperiode (1806-1810).
De koning blijkt een sociaal bewogen
mens te zijn die probeerde maatregelen
te nemen die nijverheid en landbouw
nieuwe impulsen zouden geven.
Tijdens zijn regeerperiode is men
begonnen te vaccineren tegen pokken,
het onderwijs te verbeteren en hij wilde
een betere organisatie van armenzorg.
De vissers uit Arnemuiden werd het
echter niet gemakkelijk gemaakt om
hun beroep lucratief uit te oefenen
door de strenge maatregelen die
communicatie met 'vijanden van
het Rijk verboden'.
B. Janson geeft bijzonderheden over
drie kostbare gouden munten,
gevonden bij opgravingen aan de
Clasinastraat, en L. van Belzen leert
ons de spelregels van 'Pot en bure',
een oud gezelschapsspel.
J. Adriaanse vertelt over de jaren 1888,
1889 en 1890 in Arnemuiden, toen het
er op economisch gebied niet zo slecht
uitzag. Op kerkelijk terrein was het een
nogal rumoerige periode. Ook
bewerkte deze auteur een artikel dat
geleverd werd door P. Baaijens over de
middenstand in Arnemuiden in 1938;
het eerste deel ervan vindt u in dit
nummer.
J. Simons Siereveld weet alles over
Suzanna, de vrouw van Daniël
Radermacher, de eigenaar van het
schorgebied dat na inpoldering de
Suzannapolder werd. De aanleg van
een dam en een spoorlijn, oorlogsge
weld en stormvloeden hebben invloed
gehad op dit gebied, dat doorsneden
wordt door de A58 en de spoorlijn.
Natuurlijk vervolgt A. Verouden zijn
'kerkenraadsnotulen', deze keer over de
jaren 1606-1609 en G. van de Ketterij
laat zien hoeveel er uit een opschrift op
een grafzerk uit de oude kruiskerk valt
af te leiden.
In een bijlage bij Arneklanken geeft
L. van Belzen de 'Bewoners
Arnemuiden 1830', een vervolg op zijn
onderzoeken uit voorgaande jaren, die
in de jaren 2001-2007 in het tijdschrift
verschenen.
Het Polderhuis Blad, informatieblad
over Westkapelle (december 2010), is
voornamelijk gevuld met huishoude
lijke zaken. Er wordt hard gewerkt
door de vrijwilligers van Stichting
VerBEELDing Charley Toorop om
een beeld van deze schilderes in
Westkapelle te krijgen, en een verslag
over de stand van zaken vinden we in
dit nummer.
In januari is een nieuwe tentoonstelling
ingericht met de titel 'Stilstaande bij
de Beweging'. De schilderijen zijn
gemaakt door Rob Meijer, kunstenaar
en vader van een bevlogen vrijwilligster
van het Polderhuis, vormgeefster Ingrid
Meijer, die in 2007 veel te jong is
overleden.
In de koffiekamer van het Polderhuis
is een grote verzameling kranten aan
wezig, nog steeds aangevuld door
schenkingen van particulieren. Er zijn
158 Zeeuwse kranten en 161 landelijke
bladen, Duitse en Engelse kranten,
verzetsbladen en NSB-materiaal.
De Bevelanden
In De Spuije, het tijdschrift van de
Heemkundige Kring de Bevelanden
en de Vereniging Vrienden van het
Historisch Museum De Bevelanden
(winter 2010), gaat J. de Ruiter van
start met 'Bevelandse weesjongens voor
Napoleon'. Het Franse leger had
voortdurend gebrek aan manschappen
en uit de vazalstaten zoals Holland
werden weesjongens naar militaire
scholen gestuurd. Na de inlijving
bij Frankrijk vormden ze een apart
regiment dat een opleiding kreeg in
Versailles. De Ruiter heeft uitgezocht
welke jongens uit Zeeland naar
Frankrijk werden gestuurd en hoe
het hen daar verging.
A.Willeboordse leverde het artikel
'Wes vrouwe schelt, sal den steen
dragen' (deel 1). Uit zijn stuk blijkt
dat er in de vijftiende eeuw een groot
verschil bestond tussen mannen en
vrouwen, en ook in de straffen die
opgelegd werden. De auteur brengt
ons op de hoogte van veel gekrakeel en
andere narigheid in Reimerswaal en
de straffen die daarvoor werden uit
gesproken. Een van de voorkomende
schandstraffen, speciaal voor vrouwen,
was het 'steendragen', waarover tot in
de achttiende eeuw veel rechtsteksten
zijn bewaard gebleven. Twee van die
teksten, opgetekend in twee
verordeningen uit Reimerswaal, zijn in
juridische studies niet genoemd. In een
volgend nummer van het tijdschrift
zullen we meer lezen over hoe ruzie
zaken concreet werden aangepakt door
de bestuurders en wat de oorsprong en
historische achtergrond was van het
'steendragen'.
Het Historisch Museum, dat 150 jaar
bestaat, krijgt de nodige aandacht in
dit nummer. Er is een prachtige
tentoonstelling ingericht met bekende
en minder bekende stukken uit de
immense verzameling. Daar meer
dan de helft van de bezoekers van het
museum van buiten Zeeland komt, is
het ook als toeristische attractie zeer de
moeite waard en betekent het een ramp
als het voortbestaan van dit mooie
museum in gevaar is.
Zeeuws-Vlaanderen
In de Nieuwsbrief van de
Heemkundige Vereniging Terneuzen
(december 2010) begint R. Willemsen
met een verhaal over 't Hoog Huis -
't 'Ooguus - in de Helenapolder onder
Biervliet. Hij schrijft over de gebouwen
en de bewoners. Op een kaart van
1692 staat het Hoog Huis aangegeven
als eigendom van Zacharias Paspoort.
De auteur volgt de opeenvolgende
bewoners tot op heden, nu het gebouw
bewoond wordt door de familie
Goossens.
Een volgend artikel is van H. Sakkers:
'Koude oorlog in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen'. Het gaat over de betonnen
palen van de Mijnen Uitkijk Dienst en
de luchtwachttorens in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen. Van beide is de huidige
conditie verre van rooskleurig, maar in
elk geval is er in Zeeuws-Vlaanderen
nog een illustratief beeld van te krijgen,
iets wat ergens anders niet meer
mogelijk is.
In Zaamslag zijn weer overblijfselen
aangetroffen van de commanderij van
de Tempeliers laat J. van Houdt ons
weten. J. de Zeeuw brengt verslag uit
over het jaarlijkse uitstapje van de
leden van de vereniging naar het
Watersnoodmuseum.
J.A. Oostdijk en S.J.P. Oostdijk-de
Kraker beginnen met een genealogisch
verslag over de familie van onderwijzer
meester Gerard Versloot. Daarna wordt
Zeeuws Erfgoed 25 maart 2011/01 Erfgoed ALLERLEI