Nieuwe publicatie over vrijwel vergeten vorm van vervoer
i
i
i
i
Geschiedenis van Zeeland
Schenking beeldmateriaal
Lezersactie Zeeuws Erfgoed
Op 14 september vond in de Burgerzaal van het Stadhuis in Middelburg
de presentatie plaats van het eerste deel van de vierdelige reeks
Geschiedenis van Zeeland. Met deze reeks is er nu een integrale beschrijving
van het verleden van de provincie vanaf de prehistorie tot heden.
De eerste twee exemplaren werden door dr. Paul Brusse, eindredacteur van
de hele reeks vanuit de Universiteit Utrecht, en prof. dr. Peter Henderikx,
eindredacteur van deel 1, overhandigd aan mevrouw drs. Karla Peijs,
commissaris van de koningin in Zeeland, en aan prof. dr. Cornelis
Dekker. Aan hem werd deel 1 ook opgedragen; dit als erkenning voor
zijn baanbrekend onderzoek en zijn grensverleggende publicaties op
het gebied van de middeleeuwse geschiedenis van Zeeland.
Deel 2 werd op 16 november gepresenteerd in de Westerkerk in Goes.
Deel 3 verschijnt in het najaar van 2013 en deel 4 in 2014 ter gelegenheid
van het tweehonderdjarig bestaan van de provincie.
Recent ontving de SCEZ uniek beeldmateriaal
van mevrouw Van der Waa uit Wijk bij
Duurstede. Bij het opruimen van haar ouderlijk
huis vond zij foto's van onder andere het
centrum van Middelburg na de brand van
17 mei 1940 en het uitdiepen van de
Spuiboezem van Polder Walcheren in Ritthem,
in de zomer van 1947. Op deze pagina van
Erfgoed Allerlei vindt u een tweetal foto's uit
de toegestuurde verzameling. Inmiddels heeft de
SCEZ dit waardevolle beeldmateriaal overdragen
aan het Zeeuws Archief in Middelburg.
Mede namens het Zeeuws Archief danken wij
mevrouw Van der Waa hartelijk voor haar
schenking.
Overzicht van de ravage bij het stadhuis,
na de brand van 17 mei 1940.
Uitdiepen van de spuiboezem van de Polder
Walcheren, in de zomer van 1947.
Begin december verschijnt bij de SCEZ het boek Varen over Walcherse
Watergangen, van schuitvlot naar schuitvlot, geschreven door adviseur
cultuurhistorie en landschap, Aad de Klerk.
Het is op Walcheren een vertrouwd, maar tegelijk ook vreemd woord:
schuitvlot. Het komt vandaag voor op straatnaambordjes in stad en dorp,
maar het ontbreekt in vrijwel alle woordenboeken, zelfs in het
Woordenboek der Zeeuwse dialecten. Een schuitvlot was noch vlot noch
schuit; het was de aanlegplaats of -steiger van schuiten. Dat waren
allesbehalve imposante vaartuigen, maar smalle, platboomde schuitjes
die tot ver in de negentiende eeuw de verbinding onderhielden tussen
de dorpen en de steden op Walcheren.
Nadat eind negentiende eeuw met de Aagtekerkse Floor Maljers de laatste
schipper of 'schuteboer' was heengegaan, raakte deze manier van transport
in de vergetelheid. Lange tijd had het systeem in een behoefte voorzien.
Een groot deel van het eiland stond vaak vanaf vroeg in het najaar tot
laat in het voorjaar onder water. Transport - van landbouwproducten, vee,
duinzand, stenen, maar ook van personen - over het uitgebreide net van
watergangen was dan een goed alternatief. De schuitvlotten vormden de
scharnierpunten in het transportsysteem. Men laadde bijvoorbeeld in
Domburg bij de Schuitvlotstraat de schuit vol. Via talloze kronkelingen
in de watergang en onder vele bruggen of heulen door boomde de
schuteboer uiteindelijk voorbij het 'theekoepeltje' van buitenplaats
Op vertoon van deze kortingsbon bij de ontvangstbalie van de SCEZ in
locatie De Burg aan de Groenmarkt 13 in Middelburg kunnen lezers van
Zeeuws Erfgoed het boek kopen voor de speciale prijs van 10 euro (i.p.v.
15 euro). De actieperiode loopt van 10 t/m 21 december 2012, van
maandag t/ m donderdag tussen 9.00 en 16.30 uur en op vrijdag van 9.00
tot 12.30 uur.
De Griffioen, onderdoor de laatste brug en dan de Middelburgse vest op.
Daar even naar rechts, oversteken en tenslotte onder het stenen bruggetje
in het bolwerk door naar het Domburgs Schuitvlot. Daar werd uitgeladen
en eventueel vracht ingenomen voor de retourtocht. Zo was er ook een
Vlissings schuitvlot voor de verbinding met Vlissingen en een Veers
schuitvlot voor het contact met Veere, en is er natuurlijk nog het
Armeniaans Schuitvlot.
Vanuit vrijwel elk Walchers dorp kon men zo op gezette tijden de boot
nemen naar een van de steden. Er kon geen haast bij zijn: voor het traject
Domburg-Middelburg bijvoorbeeld stond al gauw vier uur. Vandaar een
uitdrukking als "De reize gaet zo vlugge, as meet d'n schuteboer."
Wel zat er een georganiseerd systeem achter, met bijvoorbeeld in Veere en
in Domburg een gilde van schuitlieden, en met een ordonnantie waarin
alles werd geregeld. Zoals de tijdstippen van afvaart en de tarieven;
tarieven die onder andere inhielden dat voor de enkele reis van een lam
evenveel moest worden neergeteld als voor een predikant: een dubbeltje!
Naast deze georganiseerde vorm van vervoer te water, beschikten ook veel
boeren over een eigen schuit. Sommigen bezaten twee schuiten:
een kleine voor het wekelijkse bezoek aan de Middelburgse markt
en een grote om de oogst naar de stad te transporteren.
Met wegen die geleidelijk aan beter berijdbaar werden en met steeds
meer vaste en lage bruggen over de watergangen, stierf het vervoer over
water een zachte dood. De watergangen bleven, maar slechts voor hun
oorspronkelijke functie: de ontwatering van het eiland. Bij recente
veranderingen van en toekomstplannen met de Walcherse watergangen
is het goed hun - complete - historie te kennen.
De uitgave van dit boek werd mogelijk gemaakt dankzij financiële
bijdragen van: Provincie Zeeland (i.h.k.v. het Zeeuws Jaar van het Water),
Waterschap Scheldestromen, Publicatiefonds Zeeland van het Prins
Bernhard Cultuurfonds, Van der Velde Publicatiefonds.