Immaterieel erfgoed op en rond de boerderij
Krulbollen op Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed
VOLKSCULTUUR
Nieuws
Bij het Jaar van de Boerderij denkt menigeen vermoedelijk eerst
aan materiële zaken: boerenwoningen, schuren en stallen, erven,
boerentuinen en boomgaarden. Maar boerderijen zijn ook omgeven
door immaterieel erfgoed.
Soms ook konden de arbeiders zich tegoed doen aan koffie, krentenbrood
en brood met ham en kaas. Op Walcheren was het op de avond na de
slachtdag tijd voor de 'vosse soppen', een feestmaal waarin het vet en
slachtafval van het varken de boventoon voerden.
Spelletjes
Werken op het land was zwaar werk. Het werd dan ook regelmatig
onderbroken. In die pauzes deden de landarbeiders soms spelletjes.
Zo werd bij het planten van de meekrapplanten een spel gespeeld
waarbij de arbeiders hun plantstok zo ver mogelijk weg moesten gooien.
De verliezer moest trakteren op een half pintje sterke drank. Spelletjes
konden ook ritme en snelheid bij het werk aangeven. Tijdens het kool-
zaaddorsen sloegen de dorsers snel en hard met de vlegel om de vrouwen
die op grote zeilen nieuwe struiken aandroegen, voor te blijven. Als dat
lukte, riepen ze "Brand! Brand! Het zeil staat in brand!" Dat was een
aansporing voor de draagsters om nog sneller te werken.
Oogst- en slachtfeesten
De 'meie' markeerde het einde van de oogst. Een of twee aan elkaar
gebonden wilgentakken, versierd met bloemen en papieren kroontjes,
werden bij de laatste wagenvoer in het dak van de schuur gestoken of
- bij het koolzaad dorsen - een aantal malen rond de dorsvloer gedragen.
De boer kreeg de meie dan aangeboden, samen met het laatste koolzaad
en een versierde Goudse pijp. Natuurlijk werd er na het laatste voer ook
feestelijk gegeten en gedronken. De sukerkomme ging rond, gevuld met
brandewijn en zoute bolletjes, of de boer trakteerde op een 'gewone'
borrel. De boerin had oogstkoeken, -wafels of reuzelbollen gebakken.
Muziek en liedjes
Soms huurden boeren voor het oogstfeest een speelman in. Die maakte
muziek waarop de arbeiders liedjes zongen en dansten. Liedjes waren
sowieso een vertrouwd onderdeel van het werk op en om de boerderij.
Landarbeiders die in groepen op het land werkten, zongen om de
eentonigheid van het werk te doorbreken, om werktempo en -ritme aan
te geven of gewoon voor de gezelligheid. Zeker als dat in grote groepen
werd gedaan - soms waren op het land wel dertig of veertig mannen en
vrouwen tegelijk aan het werk - moet dat een bijzondere sfeer hebben
gegeven.
Ambachtelijke vaardigheden
Het boerenwerk zelf, of het nu ging om het met de hand planten, poten,
wieden of dorsen, vereiste kracht, uithoudingsvermogen en speciale
vaardigheden die van vader op zoon en van moeder op dochter werden
doorgegeven. Later nam het landbouwonderwijs dit deels over.
Voor de bouw van een boerenschuur en voor het maken van boeren
wagens en landbouwwerktuigen was het vakmanschap van ambachtslieden
nodig. Het werk van de timmerman, rietdekker, wagenmaker, smid en
schilder behoort tot de traditionele ambachtelijke vaardigheden die we
evenzeer rekenen tot het immaterieel erfgoed.
Het krulbollen is in november 2012 als eerste Zeeuwse traditie geplaatst
op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Konden wij u
in het vorige nummer van Zeeuws Erfgoed melden dat de Zeeuws-Vlaamse
krulbolverenigingen hiertoe gezamenlijk stappen ondernamen, inmiddels
is de plaatsing een feit. Het krulbollen werd al in de middeleeuwen in
Zeeland beoefend. Nu is de volkssport nog populair in Zeeuws-Vlaanderen
en het aangrenzende Vlaanderen. De Zeeuws-Vlaamse verenigingen
werken aan de oprichting van de Nederlandse Krulbol Federatie om de
krulbolsport te 'safeguarden'. Als het goed is, blijft de krulbolsport niet
de enige Zeeuwse traditie op de nationale lijst.
Het is aan de Zeeuwse erfgoedverenigingen zelf om hun traditie voor
te dragen. Wie dat overweegt, kan contact opnemen met het Nederlands
Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed ncv@volkscultuur.nl)
of met Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur (jc.dekker@scez.nl,
0118-670617).
Het werk op en rond de boerderij, zoals hier het dorsen, was omgeven door traditionele gebruiken en vaardigheden
(bron: Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank Zeeland).
Zeeuws Erfgoed 19 Musea