Romaanse zerken uit het verdronken Westkerke
Vondst voor het voetlicht
Dekselfragment van een sarcofaag uit Westkerke, met bovenzijde van de levensboomversiering.
In het najaar van 2012 zijn drie grote fragmenten van natuurstenen
sarcofaagdeksels vanuit Historisch Museum De Bevelanden in Goes
ondergebracht in het Zeeuws Archeologisch Depot van de SCEZ.
Deze bijzondere objecten zijn afkomstig uit het verdronken
Zuid-Bevelandse dorp Westkerke (omgeving Oud-Sabbinge).
Het zijn Romaanse zerken uit waarschijnlijk Doornikse ateliers,
met kenmerkende decoratie van levensboom- en clrkeïmotieven.
De in 1975 opgegraven objecten dateren uit het begin van de dertiende
eeuw. Ze zijn in 1978 overgebracht naar het toenmalige Museum voor
Zuid- en Noord-Beveland in Goes (nu Historisch Museum
De Bevelanden). Daar werden de fragmenten buiten ondergebracht.
Om diefstal te voorkomen kregen ze aan de onderzijde een verzwaring
van beton. Eerst boorde men aan de onderkant een gat in de steen,
waarin een stalen pen werd geschroefd. Vervolgens goot men beton
in een gegraven gat, waarin de stenen met pen werden verankerd.
Deze behandeling veroorzaakte problemen bij de recente verplaatsing;
het kostte bovendien veel moeite om beton en pen te verwijderen zonder
de stenen nog meer te beschadigen. Na verdere schoonmaak zijn
de fragmenten opgeslagen in het Zeeuws Archeologisch Depot
(inv.nr. 1756-6/7 en 1756-8).
Ook het ruim dertigjarig verblijf buiten, in alle weersomstandigheden,
heeft de kwaliteit van de stenen uiteraard nadelig beïnvloed. Doordat
het reliëf van de decoraties inmiddels zo vervlakt was, kon er gelukkig wel
steeds minder water op en tussen de motieven achterblijven. Dit voor
kwam vorstschade, waarvan stenen met een dieper reliëf vaak last hebben.
De drie fragmenten behoorden tot twee, maar mogelijk drie zerken of
sarcofaagdeksels. Hoewel de motieven van twee van de drie exemplaren
overeenkomen (dubbele cirkels), bleek na het aaneenpassen van deze twee
trapeziumvormige fragmenten dat er een wel erg lang geheel zou ontstaan:
2,80 meter, bij een gebruikelijke lengte van ongeveer 2,25 meter.
Naast verschillen in motief zijn de zijkanten van inv. nr. 1756-7 en
1756-8 gepolijst, in tegenstelling tot 1756-6 dat ruw gekapt is gelaten.
Westkerke
De vondst van de zerken geschiedde door landbouwer G. de Jager in
1975. Bij werkzaamheden op het land trof hij bakstenen funderingen
aan en delen van versierde stenen platen. Dat het hier om het verdronken
Westkerke ging was meteen duidelijk: De Jagers boerderij heette niet
voor niets het hof Westkerke. Schoolmeester en historisch publicist
J. van der Baan schreef al in 1866 dat in de huidige "Westerlandsche
polder, bij de hofstede benoorden het haventje de Kulk" een stuk grond
lag waar men overal oude fundamenten en ook doodkisten had
aangetroffen.
Westkerke was een van de dorpen die in Zeeland ontstonden tijdens
de 'massale' parochiestichtingen tussen ongeveer 1150 en 1250.
Westkerke, Sabbinge en Oostkerke (hersticht als Wolphaartsdijk)
vormden het eiland Wolphaartsdijk, welke naam al in 1147 wordt
vermeld. In 1331 werden werken uitgevoerd aan een hoofd te Muiden
(bij De Piet), aan de sluisdijk van Westkerke en aan de dijk van een zekere
Schottenpolder. Hieruit blijkt dat er omtrent 1330 een behoorlijke vloed
moet zijn geweest, die echter in geen enkele kroniek is vermeld. Een fatale
vloed in november 1377 markeerde het einde voor Westkerke én voor het
kasteel van Muiden. Herdijking vond plaats in de Westerlandpolder
(1665) en Westkerkepolder (1698).
Na de melding van de heer De Jager in 1975 vaardigde de Rijksdienst
voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek L.J. Abelmann en B. Oele af;
de eerste was gemeentearchivaris en museumdirecteur in Goes, de tweede
assistent van de provinciaal archeoloog. Ze legden funderingsresten van
de kerk, zerken, sarcofaagdelen en begravingsresten bloot. De bakstenen
funderingen bevonden zich op 40 tot 60 centimeter onder het maaiveld.
Dat het bij de Westkerkse stenen niet om 'gewone' grafplaten maar om
sarcofaagdeksels gaat, bleek uit de vondst van enkele bewerkte zijgedeelten
van sarcofagen uit rode (Wezer) zandsteen. De deksels en sarcofaag
fragmenten behoorden waarschijnlijk bij de oudste kerk van Westkerke,
die nog van hout was. Na 1250 is deze vervangen door een bakstenen
gebouw. Stukken van de stenen sarcofagen zijn toen gebruikt ter
Zeeuws Erfgoed 22 maart 2013/01 ARCHEOLOGIE