Lastige zoektocht naar nieuwe gebruikers van monumentaal Zeeuws vastgoed
objecten uit rijksbezit is echter dat veel gebouwen zoals
verdedigingswerken, grafmonumenten en paleizen een
memoriefunctie hebben, waar geen verdienmodel op
losgelaten kan worden. Ook voor de Zeeuwse kerken is
dat lastig.
Daarnaast kan de vraag gesteld worden of dit soort
monumenten wel aan 'de markt' overgelaten kan worden.
De memoriefunctie kan immers evenzeer als een rijkstaak
worden gezien. Juist in een tijd van globalisering waarbij
'de Nederlandse identiteit' steeds meer in de belangstelling
is komen te staan, wordt er uitverkoop gehouden van
het nationale erfgoed. Ook is het nog niet duidelijk in
hoeverre het Rijk met een bruidsschat over de brug zal
komen, bestemd voor die partijen die bepaalde monu
menten willen overnemen.
Exploiteren
Inmiddels is er een Nationale Monumentenorganisatie
(NMO) in oprichting om in te spelen op de wens van
het Rijk en andere overheden om monumenten af te
stoten. Door het beheer van monumenten samen te
brengen in één organisatie kunnen schaalvoordelen
worden bereikt, onder meer in het kennisniveau ten
aanzien van specialismen (restauratietechniek, exploitatie,
herbestemming en dergelijke); een zekere schaalgrootte is
nodig om professioneel en slagvaardig te kunnen
opereren. Ook is de NMO in de markt gezet om
monumenten te beheren die in het bezit zijn van andere
partijen, zoals decentrale overheden of lokale stichtingen
voor stadsherstel. Los van de formele eigendomskwestie
blijft het een voortdurende vraag hoe grote kerkgebouwen
als de Sint-Baafskerk in Aardenburg of de Grote Kerk in
Veere gebruikt en geëxploiteerd kunnen worden. Zelfs
met het Rijk als eigenaar is daar nog geen goed antwoord
op gekomen, terwijl er al boekenkasten vol zijn
geschreven met rapporten over voorstellen tot
herbestemming of een andere exploitatie.
De Rijksgebouwendienst constateerde zelf al dat
de afstand tot deze monumenten toch wat groot is.
Onrendabel
Naast deze 'kanjers' uit Rijksbezit telt de provincie
Zeeland nog diverse andere categorieën 'onrendabel'
erfgoed, ofwel gebouwtypen die op grote schaal hun
functie verliezen en in aanmerking komen voor
herbestemming. Deze categorieën zijn met name -
inderdaad - kerken, maar ook boerderijen en industrieel
erfgoed. Voor sommige objecten wordt soms al jaren
getracht een oplossing te vinden. Naast de specifieke
problemen die met het gebouwtype samenhangen, is er
ook het probleem dat de provincie Zeeland perifeer is
gelegen ten opzichte van de Randstad, een lage(re)
economische dynamiek kent en bovendien voor een deel
te maken heeft met bevolkingskrimp. Genoemde factoren
maken dat 'de markt' niet altijd in staat is de problemen
op te lossen en de vrijgekomen gebouwen op een
acceptabele wijze herbestemd te krijgen. Hierdoor is
het raadzaam de mogelijkheid van een vangnetstructuur
te onderzoeken waar dergelijk 'onrendabel' erfgoed bij
ondergebracht kan worden. In het kader van het project
Zeeuwse Ankers, de Culturele Biografie van Zeeland,
onderzoekt de SCEZ welke oplossingen denkbaar zijn
om alle puzzelstukjes ten aanzien van het rijksbezit, een
mogelijke NMO en de vele andere Zeeuwse monumenten
waarvoor een vorm van professioneel beheer noodzakelijk
is, bij elkaar te brengen. Het oprichten van een Zeeuwse
stichting is één van de vele opties. Het jaar 2013 zal
vooral gebruikt worden ter inventarisatie van deze opties.
De uitkomst zal afhankelijk zijn van intensief beraad
tussen de betrokken partijen, maar zal in ieder geval de
garantie moeten geven dat ook de iconen van Zeeland
voor de toekomst behouden kunnen blijven.
Grote Kerk in Veere.
Zeeuws Erfgoed 11 juni 2013/02 MONUMENTEN