naar de 'Walcheren' (1689), december 2012 Vondst voor het voetlicht oranjemolen pas vanaf 1650 Vlissingen Blaeu 1649 Hier speelde zich het einde van de 'Walcheren' af; bewerking door de auteur van een kaart van Blaeu, 1649. Resten van de kombuis? Gedurende het veldwerk waren veel wind en slecht onderwaterzicht beperkende factoren, maar toch is alle dagen op locatie gewerkt. De eerste dag is het hele zoekgebied met een sidescansonar opgenomen. Verspreid over het gebied waren enorm veel 'contacten' te zien, maar bij bestudering bleek de resolutie aan de lage kant om hierin archeologische resten te kunnen onderscheiden, zo die al boven de bodem zouden uitsteken. De contacten zouden allemaal moeten worden afgedoken voor interpretatie, maar alleen al vanwege het slechte onderwaterzicht (0-10 centimeter) bleek dat onhaalbaar. Daarom is besloten in te zoomen op een gebied van circa 50 x 50 meter dat in ieder geval goed zou passen in het historische strandingsverhaal. Met een nieuwe sonaropname op maximale resolutie is de zeebodem in dit ingeperkte gebied optimaal in beeld gebracht. Vervolgens zijn de diverse contacten door de duikers geïnspecteerd en geïnterpreteerd. Hiertoe is ook onderwaterarcheoloog Arent Vos (RCE) onder water geweest en zijn er enkele monsters metselwerk boven water gebracht. Het blijkt dat hier een concentratie in stukken gebroken metselwerk ligt van een oud type baksteen en cement. Helaas zijn bakstenen niet nauwkeurig te dateren, maar het metselwerk kan zeventiende-eeuws zijn. Voorlopig hanteren we als werkhypothese dat het hier resten kan betreffen van de kombuis van de 'Walcheren'. Maar deze werkhypothese moet getoetst worden. Onder de betrokken partijen was sprake van verschillende professionele achtergronden, wensen en verwachtingen, maar de wil om samen een goed project te draaien en om de resten van dat Zeeuwse vlaggenschip terug te vinden waren bindend. Alle betrokkenen spraken na afloop de wens uit dat er nog in 2013 een vervolg zou komen. Los van de inhoudelijke aspecten zou het enige symboliek hebben om het wrak inderdaad in dit jaar te lokaliseren: in 2013 is het 525 jaar geleden dat de geschiedenis van onze marine begon met de Ordonnantie op de Admiraliteit (1488); en het is 200 jaar geleden dat de 'Koninklijke Marine' werd opgericht. In Zeeland bestaat sowieso een grote interesse in de maritieme geschiedenis en zeker in dit oude 'marineschip' dat heeft deelgenomen aan meerdere zeeslagen en waarop behalve Cornelis Evertsen de Jongste nog drie andere beroemde Zeeuwse admiralen hebben gevaren. De al een kwart eeuw niet aflatende inzet van STIBOZ getuigt van die grote interesse. Arent Vos, senior onderzoeker scheepsarcheologie/scheepsbouw, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed In aflevering 180 van het kwartaalblad 'Nehalennia' (verschijning eind juni) verschijnt een uitgebreider artikel over dit onderzoek door dezelfde auteur. Zeeuws Erfgoed 25 juni 2013/02 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2013 | | pagina 25