van die vereniging al lang bestaat, is
het tijdschrift van de Zeeuwse afdeling,
Wij van Zeeland, een nieuwkomer in
deze rubriek. In elk nummer wordt
nieuws uit de Afdeling Zeeland
geboden en in een aparte rubriek
nieuws uit de verschillende regio's.
In het nummer van april 2013 zijn
dit de regio's Goeree-Overflakkee,
Noord- en Zuid-Beveland en
Walcheren. Zo lezen we over een
workshop stamboomonderzoek in
Middelharnis, over wat er te vinden is
in de Weeskamerboeken uit de collectie
van het Gemeentearchief Goes en over
enkele bijzondere zaken in de archieven
van het gerecht en van de weeskamer
van Zoutelande.
In de rubriek 'Voorouders komen tot
leven' zijn er artikelen over bewoners
van een huis in de Lange Delft in
Middelburg, over de familie Van
Oostee in Yerseke en over bewoners
van een boerderij genaamd
'De Potterij', waarvan de plek pas na
lang snuffelen in de archieven kon
worden vastgesteld, maar dat laatste
vernemen we pas in het volgende
nummer van Wij van Zeeland.
In dezelfde rubriek komt notaris Jacob
Weststrate - geboren omstreeks 1644
in Kapelle - tot leven, een verslag
dat ook in het juninummer wordt
vervolgd. Vervolgens vernemen we hoe
het drie weeskinderen Quakkelaar uit
Tholen verging, nadat zij naar de
Vrije Kolonie in Frederiksoord waren
gebracht om daar opgevoed te worden
tot brave burgers. Van daaruit zouden
ze op de juiste plek tewerkgesteld
worden, wat niet altijd even vlot
verliep.
In Wij van Zeeland (juni 2013) nieuws
uit de regio's Goeree-Overflakkee,
Tholen en Sint-Philipsland, Noord
en Zuid-Beveland en Walcheren. In
Goedereede werd een Middelburgse
trouwkaart gevonden van dominee
Jacobus Schelvisvanger. Het archief
in Tholen heeft sinds eind 2012 een
eigen website en in een artikeltje wordt
toegelicht wat op de website te vinden
is. Ook het gemeentearchief Goes
beschikt over een eigen website,
onlangs aangevuld met gegevens uit
de rechterlijke archieven.
Het Zeeuws Archief start dit jaar met
het project d'Eenigheid, over een schip
van de Middelburgse Commercie
Compagnie (MCC), dat in 1761
naar West-Afrika voer, vervolgens
naar West-Indië en van daaruit terug
naar Zeeland. Dit was een zogenaamde
driehoeksreis, waarvan de MCC er
meer dan honderd zou maken en
daardoor een van de belangrijke spelers
op de slaven-transportmarkt werd.
Wij van Zeeland zal aan dit project
meewerken in de reeks 'Voorouders
komen tot leven'. Het eerste artikel
van de serie in dit tijdschrift is een
inleiding over de Middelburgse
Commercie Compagnie.
Verder in dit nummer veel wetens-
waardigheden over Krabbendijke,
testamenten van Zeeuwen in een
Engels archief, over wat Olaert
Cornelisz. van Oostee naliet, een
pikant voorval op hofstede 'Vaartwijk'
en nog veel meer.
Sint-Philipsland
In de Cronicke van den Lande van
Philippuslandt (april 2013) vinden we
de herinneringen van H. Vermeulen
aan de verschillende bedrijven bij de
molen van Sint-Philipsland, zijn
familie en zijn ouderlijk huis.
Hoe W de Ruijter als kind de
Watersnoodramp van 1953 heeft
ervaren lezen we uit zijn brief
'Retourtje Toen', aangevuld met
een brief van zijn oom Laurens aan
een broer in Woerden. Ter gelegenheid
van de zestigjarige herdenking van de
Ramp op 1 februari 2013 werd een
tentoonstelling ingericht door de leden
van de Heemkundekring
Philippuslandt. Het verslag staat in dit
nummer van het tijdschrift, vergezeld
van foto's en gedichten.
Over een trouwpak uit 1903 vertelt
C. Neele-Heijstek uit Waddinxveen.
Het vijftigjarig jubileum van de
Boerenleenbank en de verandering van
Boerenleenbank naar Rabobank wordt
door H. Quist behandeld.
Walcheren
In De Wete, gedaan aan de leden van de
Heemkundige Kring Walcheren (2013, 3)
horen we van J.H. Midavaine dat tsaar
Peter de Grote bij zijn bezoek aan
Zeeland in 1717 Middelburg en
Vlissingen bezocht maar Veere
oversloeg, terwijl we uit de oude
archieven juist zien dat die stad het
bezoek terdege had voorbereid. In een
verslag van een reisgenoot van de tsaar
staat 'dat er in Zeeland niets te zien
viel'. Over een portret van de tsaar dat
in een Zeeuwse herberg gehangen zou
hebben en dat door de tsaar ontvreemd
zou zijn blijken grote twijfels te
bestaan.
A.R. Koppejan schrijft over het leven
aan boord van het lichtschip Noord
Hinder, het eerste echte lichtschip in
Nederland, gebouwd in 1858. Het
laatste lichtschip verdween in 1994;
moderne zeelieden hebben geen
lichtschepen meer nodig voor de
navigatie. Alex Haarsma en Willem
Beijer - oud-kapitein en oud-matroos
op de Noord Hinder - vertellen hun
verhaal.
Over de soms onduidelijke grens tussen
stad en platteland gaat het artikel van
A. de Klerk: 'De rafelrand van
Middelburg'. J. Kaljouw schrijft over
de bouw van zijn huis in Oost-Souburg
en de restauratie ervan na de inundatie
in 1944.
Tobago is in totaal dertig jaar door
Zeeuwen gekoloniseerd. De eerste
periode begon in 1628 toen Jan
de Moor er tabaksplantages opzette,
de tweede in 1654 onder leiding van
Cornelis Lampsins. In 1677 kwam
er een eind aan de Nederlandse
kolonisatie.
'Ze bin spoorloos verdwene, net as
d'erten van Volkers' is de titel van het
'Vadertje' van F. van den Driest.
Pas nadat we dat spannende verhaal
over een enorm natuurgeweld in 1853
hebben gelezen kunnen we die
uitdrukking begrijpen.
In Den Spiegel, tijdschrift van de
Vereniging Vrienden van het muZEEum
en het Gemeentearchief Vlissingen (2013,
3) schrijft P. van Druenen over de
Zeeuwse Admiraliteit, het Vlissings
Prijzenhof 1575-1577 en twee mannen
met Zeeuwse wortels, waaraan wel een
bedenkelijk luchtje kleefde.
A. Scheijde gaat op zoek naar tastbare
resultaten van het schip Walcheren,
dat voor de kust van Vlissingen
verging. Er is al enkele malen onder
zoek gedaan naar de resten van het
vlaggenschip. De auteur gaat ook in
op de Stichting tot Behoud van
Onderwaterschatten in Zeeland,
opgericht door Doeke Roos.
Het artikel 'Raadsheer Apollonius
Ingels en Maria Schot. Familie Ingels:
Vlissingse bestuurders en kooplieden'
is van de hand van J. Simons.
Een bijzondere vingerhoed speelt een
rol in het verhaal van de Vlissingse
bestuurders, evenals het pand van het
gemeentearchief en de verloren gegane
buitenplaats Swanenburg.
R. Schot schreef een familiekroniek
Vuile Was, gebaseerd op de geschiedenis
van zijn voorouders. Hij spreekt het
vermoeden uit dat de vuile was in veel
families op een dergelijke manier uit
het zicht wordt gehouden.
Het Polderhuisblad (2013 mei en juli),
twee afleveringen dit keer, in een
gloednieuw, mooi en kleurig jasje
gestoken. Beide nummers bevatten
veel huishoudelijke mededelingen.
In het meinummer een interessant
verhaal van J. Kaland over een koopdag
in het café, zoals dat in de jaren zestig
en zeventig van de vorige eeuw ging
in Westkapelle. Een hele belevenis,
het kopen van een huis op die manier.
Hermanus Petrus Schouten (1747
1822) was een Nederlands schilder
die veel stadsgezichten van Amsterdam
maakte. Een bijzondere aquarel van
hem in het Rijksmuseum is geschilderd
in Westkapelle tussen 1772 en 1775.
We zien de kerk - de latere vuurtoren -
de oude molen, het molenhuis en
enkele boerenwoningen.
In het julinummer 'droomt'
E. Ramakers over de zee bij
Westkapelle en haalt J. Kaland
herinneringen op aan Willeboord
Huibregtse, Boordje Fret genaamd,
een markante Westkapellenaar.
Dezelfde auteur schrijft 'Kermisvreugd
ophanden maar niemand op steek',
waarin we vernemen dat het beroemde
ringrijden tijdens de kermis, dat in de
meeste dorpen op Walcheren een groot
evenement is, in Westkapelle helemaal
verdwenen is.
Zeeuws-Vlaanderen
In het Tijdschrift, Bulletin van de
Heemkundige kring West-Zeeuws-
Vlaanderen (2013, 2) staat een artikel
over de middeleeuwse grafzerken in
de kerk van Sint-Anna ter Muiden,
van S. Hendrikse. Er blijken zeldzame
exemplaren bij te zitten. In 1919
werden ze reeds beschreven door
PC. Bloys van Treslong Prins. In zijn
publicatie staan gegevens die nu niet
meer te achterhalen zijn door slijtage;
de auteur van dit artikel heeft die
gegevens gebruikt maar ook fouten
die in het boek stonden verbeterd.
'Het archief van Stichting
Veetentoonstelling Oostburg (1934
2012) geïnventariseerd' is een artikel
van E. van Essen. Het archief is niet
volledig, tot 1948 zijn weinig stukken
bewaard gebleven. Na afnemende
belangstelling is de fokveedag in 2012
naar Sluis verplaatst als onderdeel van
een boerenweekend. De naam van de
stichting werd veranderd in Stichting
Veetentoonstelling West-Zeeuws-
Vlaanderen en zo kwam er een eind
aan een Oostburgse traditie van 77 jaar.
Albert Hoolhorst, 'een groot
Zeeuwsvlaming' is geschreven door
I. van Damme. Albert Hoolhorst is
geboren in 1894. Hij is in 1917
naar Zeeuws-Vlaanderen gekomen als
hoofdonderwijzer van de lagere school
in Waterlandkerkje. Zijn hele leven
heeft hij op verschillende gebieden
een voortrekkersrol vervuld. Naast
zijn werk hield hij lezingen in de hele
streek, was directeur van de muziek
vereniging, voorzitter van de
Maatschappij voor Ooft- en Tuinbouw,
voorzitter van de Vereeniging ter
bevordering der Bijenteelt; al zijn
activiteiten zijn niet op te noemen.
Ook in de oorlog heeft Hoolhorst
een belangrijke post bekleed en daarna
deed hij zijn uiterste best om de
aandacht van de regering ook op
Zeeuws-Vlaanderen te richten. Hij
was nauw betrokken bij de oprichting
van de Heemkundige Kring West-
Zeeuws-Vlaanderen in 1961.
In Nieuwsbrief, een uitgave van de
Heemkundige Vereniging Terneuzen
(juni 2013) is het eerste artikel van
K. Stoffels: 'Honderd jaar middelbaar
onderwijs in Terneuzen'. Sinds 1880
zijn pogingen gedaan middelbaar
onderwijs in Terneuzen van de grond
te krijgen, maar pas in 1913 werd de
Hoogere Burgerschool gesticht. Later
kreeg de HBS de naam Petrus Hondius
Lyceum en nog later maakte deze naam
plaats voor De Rede.
Van de hand van J. Oostdijk het artikel
'De boerderij en boedels van Servaas
Verbrugge en Tanneke de Burgemeester
in de Koudenpolder te Hoek'.
De calamiteuze Koudenpolder is in
1545 bedijkt uit verloren gegane
Braakmangronden. Behalve het dorp
Zeeuws Erfgoed 29 september 2013/03 ERFGOED ALLERLEI