Drie Zeeuwse pelgrimshoorns Vondst voor het voetlicht Pelgrimshoorn van het type waldhoorn, aangetroffen achter de Lange Delft (Reigerstraat) in Middelburg (particuliere collectie, foto H. Hendrikse). In Aken vereerde men de vier 'Grossen Heiligtümer': de tunica van Maria, de windselen en de lendendoek van Christus en de onthoofdingsdoek van Johannes de Doper. Met pelgrimsinsignes die van een spiegeltje waren voorzien trachtten pelgrims in het gedrang het beeld en dus de kracht van de relieken op te vangen. Net als aan de insignes schreef men aan de pelgrimshoorns boven natuurlijke kracht toe, blijkend uit het feit dat men er thuis ook op blies om onweer en dergelijke te verdrijven. Hier was sprake van een overgangsgebied met 'buitenchristelijk' volksgeloof. Hoorns die werden gebruikt tegen onweer, maansverduisteringen en andere verontrustende gebeurtenissen heetten in het Duits ook 'Wetterhorn'. Het geschal van de pelgrimshoorns verwijst volgens sommige auteurs eveneens naar het bijbelboek Openbaringen, waarin de Apocalyps wordt aangekondigd met het blazen op bazuinen door zeven Engelen. Zeeuwse vondsten Tijdens de restauratie van de Abdij van Middelburg is in 1962 in een beerput een pelgrimshoorn van witbakkende klei gevonden (afmetingen 49,5 x 11,8 x 5,9 centimeter) in een unieke trompetvorm. Op de klankbeker is een stempel met het Christusmonogram IHS aangebracht. Decoratie op de klankbeker van de pelgrimshoorn uit Lange Delft/Reigerstraat in Middelburg (foto H. Hendrikse). Een bericht uit 1510: 'Als men de relieken toont begint het volk op de hoorns te blazen, zodat men God niet kan horen donderen.en er is niemand wie niet de haren te berge rijzen en de tranen in de ogen schieten. In de omgeving van Aken worden namelijk hoorns van klei gebakken. Vreemdelingen nemen zulke aakhoornen mee naar hun vaderland en gebruiken die bij duisternis en onweer.' Ook Zeeuwse pelgrims trokken en masse naar Aken en andere bedevaartsoorden in de Nederlanden en ver daarbuiten (soms ter uitvoering van een opgelegde straf). En ook in Zeeland zijn pelgrimshoorns gevonden. Pelgrimshoorns waren meestal van aardewerk. In Zeeland zijn fragmenten of complete hoorns gevonden die behoren tot drie bekende typen: de eenvoudige (runder)hoorn, de waldhoorn en de trompet. Pelgrimshoorns hadden geen vingergaten, zodat slechts één toon, al of niet met boventoon, kon worden voortgebracht. Bedevaartgangers schaften hun pelgrimshoorn in of onderweg naar het bedevaartsoord aan. Zij werd aan een riempje gedragen om de hals, over de schouder of aan de gordel. Pelgrimshoorns werden ook aakhoorns genoemd omdat ze vooral werden gebruikt bij de heiligdomsvaarten in Aken - maar bijvoorbeeld ook bij de 'heylighe kermesse' in Maastricht. Zeeuws Erfgoed 10 december 2013/04 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2013 | | pagina 10