tot leven' gaat dezelfde auteur in op de
voorouders van de zestiende-eeuwse
familie Van Oostee in Yerseke, waarvan
geen samenhangende genealogie is vast
te stellen. 'Notaris Jacob Weststrate en
zijn familie' uit de 'voorouderserie' is
van de hand van P. Weststrate.
P Harthoorn heeft de geschiedenis van
een hofstede De Potterie en haar bewo
ners beschreven, een boerderij die zijn
naam dankte aan de Veerse koopman
Daniël de Pottere. Later was het een
buitenplaats van de familie Lampsins;
in 1905 is het oude huis afgebroken
en werd een nieuwe hofstede gebouwd
met de naam De Tijd Slijt. Van de
familie Quakkelaar/Kwakkelaar blijken
heel wat voorouders met justitie in
aanraking geweest te zijn (A. Scheffer),
en K. Koppejan toont aan dat oude
verhalen mooi zijn, maar lang niet
altijd helemaal kloppen. In het tijd
schrift komt een serie artikelen over
de reis van het snauwschip d'Eenigheid
naar West-Afrika; R. de Groot verzorgt
de eerste aflevering in dit nummer.
Schouwen-Duiveland
In Stad en Lande, het mededelingen
blad van de vereniging Stad en Lande
van Schouwen-Duiveland (juli 2013),
de geschiedenis van vijf generaties
Van Langeraads, die 'boerden' op de
hofstede 'Dreischors Nieuwland'.
J. Padmos schrijft 'Nathan Samuel
Polak (1802-1871): een bijzondere
joodse inwoner van Zierikzee'.
Nathan Polak ligt begraven op de
joodse begraafplaats aan de Grachtweg.
M.K. Buth traceerde op het eiland
veertien arrensleden die hier besproken
worden, en K. Buth kent de
geschiedenis van een Schouws rijtuig,
de barouchette genaamd.
B. Blikman-Ruiterkamp geeft nog eens
een kleine biografie van Jacob Cats en
laat een aantal van zijn spreuken de
revue passeren. P. Noordermeer schrijft
over een verhaal dat hem is verteld
door een vroegere medewerkster van
het distributiekantoor, dat van 1939
tot 1952 was ondergebracht in
het postkantoor in de Meelstraat
in Zierikzee, en hij weet ook nog
een verhaal te vertellen over een zoek
geraakte bonnenkaart in oorlogstijd.
Tholen
De Nieuwsbrief van de Heemkunde
kring Stad en Lande van Tholen
(augustus 2013) bevat huishoudelijke
mededelingen: een excursie naar
West-Brabant, een overlijdensbericht
van twee leden, een ouderwetse
keutjesavond en nieuws over de
Open Monumentendag.
Walcheren
In De Wete, gedaan aan de leden van
de Heemkundige Kring Walcheren
(2013, 4), gaat het eerste artikel over
het optreden van de landwacht op
Walcheren in 1944, waarbij met name
commandant Bierens een niet al te
fraaie rol speelde (J. Braat).
De bewoningsgeschiedenis van het
Hof Ravestein wordt beschreven door
J. Simons in het artikel 'Groei en
krimp'. J. Francke schrijft over
Walcherse walvisvaarders op
Spitsbergen: de problemen die ze
ondervonden met de daar aanwezige
Engelsen, het gesteggel over de
verdeling van de vangst, de traanovens
op Smeerenburg en het eiland
Zeeusche Uitkijck. Een boeiende foto
reportage uit een boek Verdwijnend
volk van Roel Houwink (uitgegeven
1935) werd verzorgd door A. de Klerk,
die daarbij hoopt op reacties van lezers
op verschillende vragen die na het zien
van de foto's bij hem opkwamen.
Het 'Vadertje' van F. van den Driest
gaat over koeken die in december
gebakken werden en als 'hijlickmaekers'
of huwelijksmakelaar door jongens
benut werden om een meisje het hof
te maken.
Ditmaal twee nummers van
Arneklanken, het kwartaalblad van
de Historische vereniging Arnemuiden
(2013, 2 en 3). P. Feij begint met zijn
beschouwingen over Arnemuiden in
de Franse tijd aan een nieuw tijdvak,
de tijd van koning Willem I, die zelfs
de Arnemuidse armen niet helemaal
vergat. Zoals steeds duikt A.H.G
Verouden in de kerkenraadsberichten,
in nr. 2 beschrijft hij dat ook bij kerk
gangers een flink alcoholprobleem kan
bestaan. J. Adriaanse schrijft over
de scheepswerven in Arnemuiden,
een bewerking van zijn lezing ter
gelegenheid van het jubileum van
de Stichting Historische Scheepswerf
C.A. Meerman. A. Geldof en
S. Huibregtse komen met het tweede
deel van hun stuk over Zeeuwse vissers
truien en komen tot de conclusie dat
we nog veel te weinig weten over dit
Zeeuwse erfgoed. In nr. 3 van het tijd
schrift biedt M.A. Lieveld-van Belzen
een artikel aan over burgemeester
Dirck van Deelen, een fel anti-rooms
propagandist uit de zeventiende eeuw.
L. Schouls weet bijzonderheden te
vertellen over de schilderijen van
Daniel van den Queborne die in het
Arnemuids museum aanwezig zijn,
evenals de archeologisch waardevolle
potten uit de ijzertijd waarover
J. Adriaanse zijn licht laat schijnen.
Den Spiegel van de Vereniging
Vrienden van het muZEEum en het
Gemeentearchief Vlissingen (2013, 4)
begint met 'Het Cabinet der
Godsaligheyt' van P. van Druenen, een
artikel in de serie 'Zichtbaar Verleden'
over de calvinisering van Vlissingen
door Walen, Vlamingen en Fransen,
waarbij hij uitgaat van het boek
Het Cabinet der Godsaligheyt uit 1685
van apotheker Reyniersen. J. den Exter
schrijft over de geschiedenis van de
jachthavens in Vlissingen. De auteur
baseert zijn stuk op het jubileumboek
dat is verschenen in 2009 bij het
75-jarig bestaan van 'De Schelde',
aangevuld met eigen onderzoeks
resultaten en persoonlijke
herinneringen. Het Vlissingse familie
bedrijf Koolwijk Shipstores bestaat 90
jaar. A. Verdonk-Rodenhuis interview
de de gepensioneerde Anton Koolwijk,
waardoor de lezer heel wat te weten
komt over de geschiedenis van het
gerenommeerde bedrijf bij de buiten
haven in Vlissingen. In 'Flessenpost
ontmaskert muiters' van R. Paesie zien
we hoeveel het digitaliseren van oude
krantencollecties heeft bijgedragen aan
het bekend worden van bijzondere
gebeurtenissen en wetenswaardigheden
uit ons verleden. De auteur verhaalt
over een schip dat in 1875 uit
Antwerpen vertrok naar New York en
waarop vreemde zaken gebeurden.
De Bevelanden
Het eerste artikel in De Spuije, het tijd
schrift van de Heemkundige Kring
De Bevelanden en de Vereniging
Vrienden van het Historisch Museum
De Bevelanden (zomer 2013), gaat
over een nieuwe parochierechtkamer in
Kapelle, in gebruik genomen in 1658.
Auteur G. Lepoeter vertelt over de
aankoop, verbouwing en inrichting en
over de betekenis die het nieuwe
gebouw had voor het dorp. Over een
neergestort Duits vliegtuig in 1943 in
Kapelle schrijft J. Brouwer. Wonder
boven wonder brachten alle inwoners
het er levend vanaf; van de vier
bemanningsleden overleefden twee de
crash niet. K. Sluijter schenkt aandacht
aan de rage van de Zeeuwse knop,
die je gewoon niet meer ontlopen kunt,
en aan moeilijkheden en mogelijk
heden bij het beheren van een
belangrijke museumcollectie. In 1815
verkeerde West-Europa na de
Napoleontische oorlogen in een
diepe crisis. Er heerste grote armoede
en werkloosheid. Er werd daarom in
Goes een spijskokerij opgericht, in
het gebouw aan de Kleine Kade, dat
nog het 'Soepuus' wordt genoemd
(auteur J. Boogaard). Over een grote
brand in 1877 in Kapelle gaat het
artikel van O.W. Hoogerhuis. Naar
aanleiding van deze brand beschrijft de
auteur de werking van de brandweer in
die tijd. De technische hulpmiddelen
waren in de negentiende eeuw niet te
vergelijken met die in onze eeuw:
voor zo'n grote brand bleken een
tweehonderd brandweerlieden aan
het werk geweest te zijn.
Zeeuws-Vlaanderen
In het Bulletin van de Oudheidkundige
Kring 'De Vier Ambachten (2013, 3)
is het derde deel van het dagboek van
soldaat Marinus Wandel opgenomen,
die tijdens de Eerste Wereldoorlog
onder andere ingezet werd in Sluis,
Axel, Willemstad, Hulst en Zuiddorpe.
Dit gedeelte is gedateerd tussen 29
februari en 26 juni 1916 en speelt zich
af in Zuiddorpe. Verder in dit nummer
mededelingen van de excursiecommis
sie, van de Stichting Museum
'De Vier Ambachten' en van de
werkgroep archeologie.
De Nieuwsbrief van de Heemkundige
vereniging Terneuzen (september 2013)
is gewijd aan Axel. P.W. Stuij beschrijft
de grenzen van steden en dorpen in het
Axeler Ambacht: de grote veranderin
gen sinds de Tachtigjarige Oorlog tot
na de Franse tijd, daarna het vaststellen
van de nieuwe grenzen door landmeters
van het Kadaster in opdracht van de
Provincie en uiteindelijk de grenzen na
de herindelingen van Zeeuws-
Vlaanderen in 1970 en 2002. R. van
Elslande probeert licht te werpen op
de stamboom van de familie Van Axele
en hun heerlijkheid, de stad Axel.
Het oudste document waarin een lid
van de familie Van Axele wordt
vermeld dateert uit 1085. J.R. de Jonge
brengt berichten uit de Axelse Courant
van 1961 en 1965 weer tot leven.
Ze gaan over de aanleg van de
verdedigingswerken na de inname van
Axel door Prins Maurits, over het stad
huis uit 1662, de geschiedenis van de
molens in Axel en over leven en werken
in de negentiende eeuw in de stad.
In het kader van het 800-jarig bestaan
van Axel dit jaar werd een 'Keuredag'
georganiseerd. E. Hamelink legt uit
wat een keure inhoudt, hoe en waar de
keure bewaard werd en wanneer een
oude traditie in ere werd hersteld.
In Tijdschrift, Bulletin van de
Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen (2013, 3), een artikel van
L. van Driel: 'Hoe men het beste naar
Sluis kan zeilen'. Onder andere met
behulp van kaarten wordt duidelijk
gemaakt dat het geen klein kunstje
was zonder kleerscheuren de monding
van het Zwin in te varen. Ettelijke
moeilijkheden, bijvoorbeeld een grote
zandbank bij Retranchement, moesten
overwonnen worden. Gelukkig bleken
plaatselijke vissers dikwijls goede
loodsen te zijn. A.R. Bauwens neemt
de straatnamen in Breskens onder de
loep, die wel erg maritiem blijken te
zijn. Ook wil deze auteur graag reacties
van de lezers op een foto van een
bakker met bakkerskar en een klant.
In 'West-Zeeuws-Vlamingen in
Wisconsin' maakt M. de Groote aan
de hand van brieven van de families
Bril, Van Ouwerkerk en Risseeuw
duidelijk hoe het veel emigranten
verging in town Holland, Sheboygan
county en Milwaukee. Een flink aantal
mensen vertrok in 1851 - onder andere
84 uit Zuidzande - op zoek naar een
beter bestaan in Amerika. Het blijkt
dat niet alleen landarbeiders weg
trokken voor meer kansen, ook aan
ambachtsmensen was gebrek in
Amerika. De brieven gaan over de
nieuwe leefomgeving, de verdiensten,
de vrijheid, de eerste grondaankoop
en de contacten met de nieuwe land
genoten. De auteur volgt in haar artikel
verschillende mensen met hun goede
en slechte ervaringen.
Zeeuws Erfgoed 30 december 2013/04 ERFGOED ALLERLEI