Zeeuws Erfgoed 30 maart 2014 01 In het Wasschappels Magazine Polderhuisblad (sept. 2013) laat interview ster L. van den Heuvel oud-waterschaps man Piet Willeboordse vertellen over zijn werkterrein, dat de hele Walcherse kust betrof. Hij was dijkwerker en ambtenaar en van alle markten thuis. C. Dingemanse laat zien dat, als je uit Westkapelle komt, het in Nederlandse steden niet altijd even simpel is om iets duidelijk te maken. Over een opmerkelijke Westkappelaar, Aarnoud Roelse (1871-1960), bijgenaamd Roet van "oenraad of gewoon Roet, wordt een boekje opengedaan door J. "aland. De Bevelanden In de Spuije, tijdschrift van de Heem kundige "ring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (winter 2013), beschrijven J. Spoorenberg en H. Voskuilen de opkomst en ondergang van het bijzondere bedrijf van de Goese uitgever Jacob Torbijn, uitgever van ansichtkaarten'. F. Dees schrijft 'Geen brug voor Noord-Beveland'. In juni 1933 werd in "ortgene een vereniging opgericht met de naam 'Het Brugcomité', met het doel een brugverbinding tussen Zuid- en Noord-Beveland te promoten. Door verschillende omstandigheden en later het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam er van de plannen weinig terecht. Sluijter weet veel te vertellen over het monumentale gebouw de '"orenbeurs' in Goes, waar ooit behangselschilderijen hingen gemaakt door Abraham Meertens (1747-1823), behangselschilder te Middelburg. 'Begraven buiten de stadswallen' heet het artikel van F. de "aart. Hij schrijft over het ontstaan en de groei van de in 1829 geopende begraafplaats in de Goese Polder. Mensen uit veel religies vonden hier hun laatste rustplaats. Rentmeester laat weten hoe de komst van elektriciteit in 's-Heerenhoek tot stand kwam. Zeeuws-Vlaanderen In TijdlSchrift, bulletin van de Heemkundige "ring West-Zeeuws- Vlaanderen (2013,4) worden de lezers opgeroepen zich achter het protest te scharen tegen de verdwijning van de enige poldertoren in Nederland, de toren van de kerk van Sint-Anna ter Muiden. S. Witgeest, E. Slegers en A. Bauwens bezoeken het opnieuw ingerichte belfort in Sluis, om de resultaten van de herin richting te beoordelen: hoe wordt de geschiedenis van Sluis gepresenteerd en is er eenheid ontstaan tussen de afdeling over taal en Van Dale? J. Hemelsoet is nieuwsgierig naar de mededeling in het boek De schoolmeester en de stad (auteur L. van Driel), dat in de tijd van Van Dale er een dwarsmuur in de grote raadzaal was gebouwd, ondanks de protesten van de inwoners van Sluis. Hemelsoet zoekt uit hoe de zaak verlopen is. A. Bauwens behandelt straatnamen in Groede en in een ander stukje geeft hij de reactie weer van de heer Schijve uit Zuidhorn op een foto in een vorig nummer van TijdlSchrift, waaraan een verhaal en een door Schijve gemaakt gedicht vastzit. H. van Damme laat zien hoe de tienden - vroeger een kerkelijke belasting - werden gei'nd en voor welke zaken men zoal tien den moest betalen. In Staats-Vlaanderen kwam in 1796 een einde aan de tiend heffingen door de annexatie bij de Franse Republiek. Pas in 1908 zijn de tienden boven de Westerschelde verdwenen. I. van Damme levert een 'Portret van Jan Oosterling', geboren in 1900 bij het gehucht "ruisdijk tussen Groede en Breskens. Deze Jan heeft gedurende zijn leven veel gebeurtenissen op papier gezet. Het ging de familie goed, ze waren zeer spaarzaam. De bevrijding in 1944 was een drama voor de familie Oosterling: Jan werd gearresteerd omdat hij pro-Duits geweest zou zijn. De zaak liep met een sisser af, maar bemoeilijkte wel hun voor genomen emigratie naar Amerika. Al met al was Jan Oosterling een man die model kon staan voor dé landarbeider geboren in de twintigste eeuw. Zoals velen hebben zij strijd gevoerd voor een beter bestaan en hebben ze die strijd gewonnen. Door de mechanisatie is uiteindelijk het beroep van landarbeider uitgestorven. In de Kroniek 2013 van de Stichting Heemkundige "ring Sas van Gent geeft J.P. Winne een korte levensbeschrijving van Ria Baart, die onder de schrijvers naam Ira Bart verhalen en gedichten schreef. Een van die verhalen, 'het begin van de jaartelling', is in deze Kroniek opgenomen. Hoe in 1815 een grensbepaling tot stand kwam leren we uit het proces-verbaal dat letterlijk afgedrukt wordt in deze afleve ring. Het grensgebied dat hier wordt besproken betrof de gemeenten Philippine, Neuzen, Westdorpe, Zuiddorpe, Zelzate, Assenede en Bouchoute, dus het grondgebied rondom Sas van Gent. De heer F.F. M. de Mul schonk 33 foto's en een doos met oude documenten, die betrekking hebben op Sas van Gent. Een aantal foto's - er zijn er bij uit 1856! - en enkele documenten zijn hier afgebeeld. Aan het leven van Marie Claeys-Dierick (geboren 1911) wordt aandacht geschon ken in het woonzorgcentrum De Redoute in Sas van Gent, waar ze sinds 1906 woont. 'Overslag, een gat in de grens' is van auteur H. van Damme. In 1970 hield Overslag op te bestaan als zelfstandige grensgemeente. Het werd ingedeeld bij de gemeente Axel, en in 2003 samen met Axel bij Terneuzen gevoegd. De auteur gaat in op opvallende kenmerken van een plattelandsdorp in Zeeuws-Vlaanderen in de negentiende eeuw, dat door de lands grens ook nog in tweeën werd gedeeld. Een oud-verpleegkundige, mevrouw Wagenaere, vertelt hoe het vroeger ging bij de verpleegstersopleiding en de heer Schoonen laat weten hoe het leven van een militair in het vroegere Nederlands- Indië verliep. De redactie is door aankoop in het bezit gekomen van een hand geschreven stuk van hoofdingenieur N. Grenu, opzichter te Terneuzen van 1841 tot 1853. Het gaat over de kanaalwerken uit 1835; het stuk is in deze Kroniek opgenomen. Het 25e jaarboek van de Vereniging tot Behoud van de Historie van Philippine (2013) geeft een overzicht van de archeologische werkzaamheden binnen het plangebied Philippine, op en rond de Stenen Beer. De structuur van de Stenen Beer werd vrij gegraven en uitgebreid gedocumenteerd, zoals we in het artikel van D. van de Zalm kunnen lezen. J.J. Risseeuw vertelt over de buzekachel, die helaas uit ons huis verdwenen is, en T. de Vries schenkt aandacht aan de 'Molen van Philippine'. Een nieuw onder deel van het jaarboek gaat over mensen uit Philippine die naar het buitenland vertrokken, en het eerste verhaal gaat over de familie Spuesens die naar de USA emigreerde. Het PZEM-schakelstation Philippine is een markant gebouw dat nog steeds dienst doet en goed wordt onder houden. D. van der Zalm biedt ons het bij de bouwaanvraag horende bestek aan met de volledige werkbeschrijving. '110 jaar Firma van Steenberge' is een stuk van T. de Vries over de familie Van Steenberge, die in 1903 uit België naar Nederland kwam en hier een bloeiend bouwbedrijf startte. J. "ruijk-van Rest vertelt over de vroegere veerdienst tussen Philippine en Hoek, waarvan men tot 1860 afhankelijk was. Nu wordt er maar liefst een turbo rotonde met fietstunnel aangelegd; de tijden veranderen. Verder lezen we over het dempen van de Veste, dat al in 1960 op het verlanglijstje van Philippine stond, maar pas in 1972/1973 plaatsvond (auteur D. van der Zalm), en hoe de Wuijckhuise- polder van water tot polder werd (auteur M.J de Putter-Steijaert). In de Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (2013, december) een uitgebreid verhaal over de oorlogs belevenissen van Adrianus Cornelis Sijs. De periode begint bij de oproep voor de dienstplicht en gaat door tot na de bevrijding. Het stuk is geschreven door J. van Hout, die familieverhalen, een dag boek van Cornelis Sijs en verschillende documenten en boeken samenvoegde om daar een sluitend verhaal van te maken. De Duitse aanval op Zeeland, de capitulatie, tewerkstelling in Duitsland; we lezen er veel persoonlijke belevenissen over. Wanorde in Fort Neusen (auteur P.W. Stuij) gaat over landschappelijke en maatschappelijke zaken, waarmee de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland werden geconfronteerd. De besproken ordeproblemen kwamen veel voor, maar de situatie werd gunstiger toen de financiële positie verbeterde en de soldij regelmatiger werd uitbetaald. Ook de betere discipline in het leger door prins Maurits wierp rond 1590 effect af. In Sas van Gent wordt gewerkt aan de inrichting van het Industrieel Museum Zeeland, dat in de suikerloods van de voormalige coöperatieve suikerfabriek aan de Westkade komt. E. Hamelink brengt verslag uit over de stand van zaken tot nu toe. J.L. Platteeuw vertelt hoe men in de jaren dertig tot vijftig van de twintigste eeuw de uitvaart van een overledene regelde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2014 | | pagina 30