Zeeuwse enquête
'Vraag Antwoord' groot succes
Nieuwe dialectwoorden
hebben het moeilijk
Vanaf 1 maart tot 30 april werd de eerste vragenlijst over de Zeeuwse dialecten op het internet
verspreid. Op hetverhaalvanhetzeeuws.nl konden mensen uit Zeeland antwoord geven op
een twintigtal vragen. De antwoorden worden gebruikt voor dialectweetjes of kleinere artikelen
op de website zeeuwseklapbank.nl of in Zeeuws Erfgoed.
De online-enquête Vraag Antwoord is een samen
werkingsverband tussen de streektaaladviseurs en
-functionarissen van Groningen, Drenthe, Noord-Brabant
en Zeeland. In Groningen en Drenthe is men al ruim een
jaar bezig, Noord-Brabant en Zeeland haakten aan vanaf
maart 2014. Een tweede enquête kwam online op 1 mei.
Nummer drie en vier volgen op 1 september en 1 november.
Bij oom en tante zien we ook enkele verschillen. Tante is
vrijwel overal tante, maar het oudere moe of moeie komt
ook nog voor, vooral op Walcheren en ook op Zuid-
Beveland. Meu en meutie horen we op Goeree-Overflakkee.
Een oom spreek je in Zeeland vooral aan met oom of ome.
Ook noom hoor je wel eens op de eilanden. Nonkel is weer
een typisch Zeeuws-Vlaams woord.
Eind april hadden ruim 500 Zeeuwen gereageerd.
Een mooie score voor de eerste vragenlijst. Ook in de
andere provincies was de lijst een succes. Groningen en
Drenthe hadden ongeveer 900 invullers, Noord-Brabant
bijna 1.200. Wat de Zeeuwse enquête betreft, blijkt dat
iets meer vrouwen dan mannen de moeite namen om
de vragenlijst te beantwoorden (ongeveer 40 mannen
tegenover 60 vrouwen). De leeftijden variëren tussen
20 en 90 jaar oud. De jongste invullers zijn geboren in 1994,
de oudste in 1924. Iets meer dan
de helft van de invullers is tus
sen 50 en 70, iets minder dan
een kwart tussen 30 en 50. Eén
achtste is tussen de 70 en de 90
jaar oud. In de enquête werd
onder andere gevraagd naar
woorden voor iemand die niet
stil kan zitten, voor dadelijk, een
beetje, een aardappel enzovoort. Ook werd naar aanleiding
van een scriptieonderzoek gevraagd hoe men tegenover
het gebruik van dialect in de zorg staat en welke woorden
en uitdrukkingen er bestaan rond geboorte, huwelijk en
dood.
Een eerste voorlopige resultaat werd eind maart na
ongeveer 200 antwoorden via de pers verspreid. Het
ging in dit geval over de woorden voor 'iemand die niet
stil kan zitten'. De kaart en de bijbehorende commentaar
bij woorden als wemelkont en remelteste kunt u vinden
op de website www.zeeuwseklapbank.nl.
Enkele vragen in de enquête behandelden namen voor
vader, moeder, tante, oom, neef en nicht, zwager en
schoonzus. Deze begrippen leveren uiteraard niet zoveel
verschillen op als 'iemand die niet stil kan zitten'.
Maar toch blijken ook hier weer verschillen binnen Zeeland.
Dat men in Zeeuws-Vlaanderen wel eens vaker aanleunt bij
de Vlaamse buren, blijkt uit het gebruik van schoonbroer
voor zwager, dat vrijwel uitsluitend in Zeeuws-Vlaanderen
opgetekend wordt (het wordt heel zelden ook gebruikt in
Zuid-Beveland). Dat geldt ook voor het woord kozijn als
naam voor de neef. Het wordt slechts zes keer genoemd,
maar enkel in Zeeuws-Vlaanderen.
Het woord oom is een West-Germaans woord dat in eerste
instantie vermoedelijk enkel familieleden aan moederskant
aanduidde. Noom of nome is een bijvorm die ontstaan is uit
de verbinding met bijvoorbeeld een of mijn, een woord dat
op -n eindigt. De -n van 'een' of 'mijn' kan gemakkelijk
verspringen naar het daaropvolgende woord dat met een
klinker begint. Zo ontstond deze bijvorm. Hetzelfde geldt
voor het Zeeuws-Vlaamse (en uiteraard Vlaamse) woord
nonkel. In het Engels en Frans hoor je uncle en oncle.
Ook hier is door een verbinding
met een woord dat op -n eindigt
de vorm nonkel ontstaan.
Net als oom is oncle verwant
met het Latijnse avunculus
'grootvader' en zou het
oorspronkelijk net als oom
'oom langs moederszijde'
hebben betekend.
Het woord tante heeft in het Nederlandse taalgebied de
oudere vorm moeie helemaal verdrongen. In de dialecten
wordt moe of moeie nog wel eens gehoord. Dat blijkt ook
in Zeeland. Moei was oorspronkelijk eerst de naam voor
de zuster van de moeder. Later werd het ook de naam
die men aan de vrouw van de oom gaf. Het was een woord
uit de kindertaal dat niets anders betekent dan moedertje.
Tante is ontleend aan het Frans. De oudere vorm was ante,
te vergelijken met het Engelse aunt. Het Franse ante vindt
zijn oorsprong in het Latijnse amita dat 'zuster van
de vader' betekent en verwant is aan amare dat liefhebben
betekent. De betekenis van amita is dus eigenlijk de
beminde.
'Nieuwe' dialectwoorden
Behalve naar deze verwantschapsnamen werd ook
gevraagd naar 'nieuwe' woorden in de dialecten.
Als voorbeelden werden juunbuuze 'frikandel speciaal' en
wrieftelefoon 'smart-phone' gegeven. Dat nieuwe dialect
woorden het moeilijk hebben, blijkt uit de antwoorden.
Van de 400 invullers waarop de kaartgegevens zijn
gebaseerd (15 april 2014) kennen 140 mensen het woord
juunbuuze, maar slechts een 30-tal mensen gebruikt het
woord effectief. Een 10-tal mensen kent ook juunpuupe.
Zeeuws Erfgoed 1 2 Juni 2014 02