Zeeuws Erfgoed 30 juni 2014 02
uit aan de hand van het verschil tussen
oude en historische kaarten dat
Middelburg vroeger niet aan open water
lag, maar gebruikmaakte van de ligging
van de haven van Arnemuiden. Het idee
dat Middelburg aan open water lag kan
ontstaan zijn door een kaart van Jacob
Verheye van Citters, die daarmee op
fantasievolle wijze probeerde een oude
situatie te reconstrueren. F. van den
Driest vertelt hoe je vroeger het woord
gevangenis kon vermijden door te zeggen:
"ie zit over de brugge'. De gevangenis lag
namelijk op een steenworp afstand gezien
vanaf de Vlissingse brug. H. Begheyn-
Brinkman bespreekt het boek Pier en
oceaan van Oek de Jong, dat voor een
deel in Zeeland speelt. De lezer kan door
het boek te lezen een duidelijk beeld
krijgen van Zeeland tussen de jaren 1960
en 1971.
Den Spiegel van de Vereniging Vrienden
van het muZEEum en het gemeentear
chief Vlissingen (2014, 2) laat de lezer
de verbouwing meemaken van het Britse
mailschip 'Andes'. Het schip arriveerde in
1959 in Vlissingen, waar de werfarbeiders
meteen aan de slag gingen. De 'Andes' is
gebruikt voor verschillende doeleinden,
maar is bij de Koninklijke Maatschappij
De Schelde omgetoverd tot een moderne
cruiseliner (auteur C. Heijkoop). P. van
Druenen onderzoekt hoe de politieke
gezindheid van Betje Wolff en Jacobus
Bellamy tot stand kwam: speelde het
politieke of culturele klimaat in Vlissingen
een rol, of stond hun opvatting geheel
op zichzelf? M. Niewenhuijse belicht het
herverkavelingsplan van na 1945 voor
Walcheren. Door die verkaveling en de
aanleg van nieuwe wegen moesten nieuwe
straatnamen bedacht worden voor
Oost- en West-Souburg en Ritthem.
De auteur behandelt een aantal straat
namen die in 1950 zijn voorgesteld
door de Herverkavelingscommissie en
die besproken zijn in de gemeenteraden
van Oost- en West-Souburg en Ritthem.
In 2014 bestaat het Museum het
Polderhuis te Westkapelle tien jaar. In dit
nummer van het Polderhuisblad (januari
2014) is een interview opgenomen met
Marjan Minderhoud, een zeer bevlogen
vrijwilligster, die ervan overtuigd is dat
de kracht van het Polderhuis ligt in de
samenwerking van alle medewerkers.
J. van Maldegem breekt een lans voor
betere infrastructuur die Zeeland snellere
verbindingen kan bieden met economisch
sterke regio's, omdat volgens hem nu nog
te veel jonge mensen de provincie moeten
verlaten en gedoemd zijn 'week-end
Wasschappelaers' te worden. Het
Rijksmuseum bezit een prent van Jan
Luyken (1649-1712), een impressie van
de doorbraak van de Westkappelse zeedijk
in 1682. J. Kaland vertelt over die prent
en over de ramp.
De Bevelanden
De Spuije, tijdschrift van de Heemkundige
Kring De Bevelanden en de Vereniging
Vrienden van het Historisch Museum
De Bevelanden (voorjaar 2014) laat de
lezer kennismaken met de bewoners
van Kwadendamme in de jaren veertig en
vijftig van de twintigste eeuw, gezien door
de ogen van H. de Jonge, leerling van
de lagere school in die tijd. 'De "Tweede
polder" in de Oosterschelde. Een ramp
zalige onderneming' is van de hand van
B. Chamuleau. In de jaren vijftig van de
negentiende eeuw begon men met de
aanleg van de Bathpolders. Het werk
leverde veel ellende op: stakingen,
technische moeilijkheden en overstromin
gen. Aannemer Dirk Dronkers was een van
de belangrijke mensen die bij dit enorme
project waren betrokken. G.J. Lepoeter
schreef 'Brood voor de behoeftige
Yersekenaren'. Een bekende familie in
Yerseke was de familie Dominicus.
Digna Dominicus trouwde in 1844 met
Pieter Ysaak Knoll, een man met een
indrukwekkende carrière. In het testament
van deze Pieter Knoll bepaalde hij dat
onder andere een legaat van f 1.500,-
was bestemd voor de diaconie van de
Hervormde Gemeente in Yerseke.
Hiervan was f 500,- vrij te besteden voor
de armen, van de rente van de overige
f 1.000,- moest 'tot in lengte van dagen'
jaarlijks aan de behoeftige lidmaten
'eene uitdeling van honderd vijftig goed
doorbakken tarwebrooden, ieder van een
Nederlandsch pond gewicht' plaatsvinden.
Tot in de Tweede Wereldoorlog is de
broodbedeling blijven bestaan, het brood
noemde men 'Knollebrood'.
Zeeuws-Vlaanderen
In Het Bulletin van de Oudheidkundige
Kring 'De Vier Ambachten'(2014,1) is het
vierde deel uit het dagboek van Marien
Wandel gepubliceerd. Het gaat hier vooral
om de beschrijving van Zuiddorpe en
omgeving, en om de mentaliteit van de
bevolking van zo'n honderd jaar geleden.
S. Dobbelaar schrijft over bijzondere
stenen zoals grenspalen, en over waarde
volle begraafplaatsen. Naar aanleiding van
de tentoonstelling over schutterijen in
Hulst en het Land van Hulst geeft R. van
den Elshout bijzonderheden daarover.
Van de Werkgroep Archeologie is er een
verslag over het onderzoek naar een
neergestorte bommenwerper in de buurt
van Paal, en over vondsten in de buurt
van Koewacht, waarvan de meest
bijzondere een gave pijlpunt was.
In Tijdschrift, het Bulletin van de
Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen (maart 2014) een verslag
over de bespreking door een leeskring
van een vrij onbekend boekje van
G.A. Vorsterman van Oijen: Liefde en
zegepraal, uitgegeven door A.J. Bronswijk
in 1863. A. van Waarde geeft 'Nieuws uit
oude kranten', in dit geval een verhaal uit
de Sheboygan Nieuwsbode, de krant van
geëmigreerde Nederlanders in de staat
Wisconsin. Het verhaal gaat over een
groepje van veertien personen, in 1854
vertrokken uit Oostburg, waarvan er
slechts twee op de plaats van bestemming
aankwamen. Het is geen vrolijk verhaal.
'De reputatie van Gerrit Roos' is van de
hand van L. van Driel. Roos zat samen
met J.H. van Dale in de redactie van het
jaarboekje van de streek, Cadsandria.
Verder was hij boekhandelaar, postkan
toorhouder en nog veel meer. Voor enkele
publicaties verzamelde Roos een flinke
collectie kaarten, en in het artikel worden
de wederwaardigheden van die kaarten en
van verzamelaar Roos verhaald.
De Nieuwsbrief van de Heemkundige
Vereniging Terneuzen (2014,1) heeft als
eerste artikel: 'Het ontstaan van
Zeeuwsch-Vlaanderen' door P.W. Stuij,
een ontstaan dat via grensgeschiedenis
verklaard moet worden. In '200 jaar
koninkrijk' (auteur K. Stoffels), gaat de
aandacht vooral uit naar de intrede van
democratie als instituut. Gijsbert Karel
van Hogendorp en Rutger Jan
Schimmelpenninck zijn belangrijke voor
vechters geweest in de strijd naar een
onafhankelijk democratisch bestel in de
Nederlanden. K. Dieleman schreef '10 jaar
Westerschelde Oeververbinding 2003
2013'. In 1977 werd het tracé vastgesteld
door het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat. Om de bevolking op de hoog
te te houden van de vorderingen werd een
tunnelinformatiecentrum ingericht, dat na
het voltooien van de tunnel is gesloten. De
werkwijze, mee- en tegenvallers, exploita-
tiegegevens en de impact van de tunnel
zijn op een rij gezet in het artikel. Tot slot
laat J.L. Platteeuw zijn licht schijnen over
het vroeger zo bekende rijwielplaatje. In
1924 werd de rijwielbelasting ingevoerd.
Het rijwielplaatje - een plak genoemd -
kon in het postkantoor gekocht worden
voor f 3,-. In 1941 is de fietsbelasting
geheel afgeschaft.
Bij de omslag van de maartaflevering
ontbrak de fotoverantwoording.
Het portret van Anna van Gelder
(1614-1685), derde vrouw van Michiel
de Ruyter, maakt deel uit van de collectie
van de Provincie Zeeland, Ruyterania
stichting. Het schilderij uit 1668 is van
de hand van Hendrik Berckman en is
te bezichtigen in het Zeeuws maritiem
muZEEum te Vlissingen.