Tijd
Schrift
Vondst melden
en archeologisch spreekuur
www.scez.nl/vondstmelden
munitie lag opgeslagen en waarschijnlijk
zijn de ontploffingen na de besschieting
gasexplosies geweest. L. Joosse vraagt
zich af of het huis Steenvliet aan de
Prooijenseweg bij Middelburg onderdeel
van een verdwenen buitenplaats kan zijn.
J.D. de Voogd schenkt aandacht aan
slachtoffers van de oorlog die niet
vermeld zijn op het oorlogsmonument
op de oude begraafplaats in Veere.
Op het eiland Ambon liggen restanten
van twee verdedigingswerken uit de
zeventiende eeuw, Fort Vlissingen en
Blokhuis Middelburg.
J. Simons verklaart hoe de bouwwerken
aan hun naam kwamen. Tot slot een ver
slag van B. Gerestein over de winnaressen
van de cultuurfondsprijs van de
Heemkundige Kring Walcheren: Aagje
Feldbrugge en Els van den Kerkhof. Zij
hebben zich, samen met anderen, jaren
ingespannen om een goed wandelnetwerk
op Walcheren tot stand te brengen. Veel
wandelroutes zijn inmiddels gerealiseerd.
Arneklanken, het bulletin van de
Historische Vereniging Arnemuiden
(2014,1), begint met nieuws over de
Voorstraat in Kleverske (auteur
P. Baaijens). J. Siemons Siereveld schrijft
ook over Kleverskerke, namelijk over de
oude buitenplaats 't Hof te Cleverskerke,
dat na veel veranderingen als boeren
bedrijf nog steeds bestaat onder dezelfde
naam. P. Feij behandelt weer een stukje
Arnemuiden uit de tijd van koning Willem
I, die besliste dat Arnemuiden in 1816
weer de naam 'stad' mocht dragen, na
eerder tot plattelandsgemeente te zijn
gedegradeerd. L. Schouls zet de
Middelburgse kunstenaar Han Reijnhout
in het zonnetje, die een prachtige replica
van de ARM 24 vervaardigde.
'Arnemuiden in de jaren 1909,1910 en 1911'
is geschreven door J. Adriaanse, en G.
van der Wal laat de lezer kennismaken
met de Heren/ Ridders van Arnemuiden
en de Heren vanTrazegnies.
In het Polderhuisblad (april 2014) van het
museum Polderhuis in Westkapelle schrijft
J. Kaland een stukje over het schilderij
'Tulpenveld bij Westkapelle' van de
Zeeuwse schilder Jan Heyse. B. Gerestein
vertelt zijn herinneringen aan Krijn Faase,
de Westkappelse jongen die na zijn
pensionering een kroniek van zijn
geboorteplaats schreef: Dorp aan de
Zeedijk, uitgegeven in 1984. Het boek
werd goed ontvangen; er verscheen zelfs
een tweede druk. Ook het tweede door
Faase geschreven boek, Tussen dijk en
toren uit 1989, werd een succes. Tot slot
een interview met Jeanine van Marion,
evenementenvrijwilligster van het
Polderhuis. Interviewster L. van den
Heuvel en de gei'nterviewde blijken het
helemaal eens te zijn: Die gemeen
schapszin, het zit er in Westkapelle diep
ingebakken."
Zeeuws-Vlaanderen
De Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen gaf zoals elk jaar weer een
prachtig jaarboek uit: Bange jaren.
Zeeuws-Vlaanderen en de eerste
Wereldoorlog, geschreven door
A. Bauwens en M. Haak. Hoewel Nederland
in de Eerste Wereldoorlog neutraal was,
waren de gevolgen wel degelijk te merken,
vooral de grensstreken hadden te lijden.
De Duitsers plaatsten langs de Belgisch
Nederlandse grens een hek dat onder
2.000 volt spanning stond; de draad
kostte veel mensen het leven maar kon de
toenemende smokkelarij niet verhinderen.
Er kwamen regelmatig granaten of
bommen op Nederlands grondgebied
terecht, zeevisserij en koopvaardij hadden
het zwaar te verduren en het land werd
overspoeld met vluchtelingen. Na de
ondertekening van de wapenstilstand in
1918 bleef de oorlog de Zeeuws-Vlamingen
achtervolgen. België wilde Zeeuws-
Vlaanderen annexeren, wat na fel verzet
niet doorging, maar net als in de rest
van Nederland bleven de problemen
zich ophopen: werkloosheid, inflatie,
hongeroproer, smokkel en toenemende
misdaad.
J ra .-f -n i.»l| i»
■jPw: r.-H.-.
Het TijdlSchrift van de Heemkundige kring
West-Zeeuws-Vlaanderen (2014, 2)
biedt een mooi 'Portret van Jan de
Kraker, Draaibrug, een tevreden SBM-er',
geschreven door I. van Damme. SBM staat
voor Stoomtram Maatschappij Breskens-
Maldeghem. Jan de Kraker werkt als
poetser en heeft als taak het wassen
van de ketel van de locomotieven en het
schoonmaken van de rijtuigen. De auteur
vertelt over zijn gezin, zijn werkzaam
heden en zijn bijzondere begrafenis in
1947. K. Bangma haakt in een artikel in
op het hierboven genoemde jaarboek
2014 - Bange jaren - waarin het plaatsen
van het hekwerk door de Duitsers langs
de grens wordt gemeld. Er blijken ook
enkele Friezen, die als gemobiliseerd
militair in Zeeland waren, de dood
gevonden te hebben door de elektrische
draad. A. van Waarde verhaalt in de
rubriek 'Nieuws uit oude kranten' over
de manier waarop dominee Adriani zijn
vrouw vermoordde. A. Sturm beschrijft
een 'Bezoek in 2002 aan Holanda in
Brazilië en enkele van de daar wonende
immigranten'. Ook het artikel van
M. de Groote gaat over Nederlanders in
het buitenland, in dit geval in Amerika.
Het Bulletin van de Oudheidkundige kring
'De Vier Ambachten' (2014, 2) bevat
na verslagen van de verschillende
werkgroepen een artikel van W. Brand:
'De handboogschutterij "De Batavieren"
te Hulst'. Ook een stuk uit een dagboek
van Frans Driesen, milicien in de Eerste
Wereldoorlog, die vanuit België naar
Nederland vluchtte. Er zijn ongeveer
40.000 Belgische militairen naar
Nederland gevlucht in 1914.
G. Sponselee behandelt een veelzijdig
Zeeuws-Vlaams geslacht, de familie
Eggermont. De familie heeft veel mensen
in het onderwijs voortgebracht.
Vooral Jo Eggermont was een bekende
persoonlijkheid in de streek. Behalve
lesgeven deed hij veel aan muziek, toneel
en bovendien schreef hij streekromans,
toneelstukken en jeugdboeken.
De Nieuwsbrief van de Heemkundige
Vereniging Terneuzen (2014, juni) staat
in het teken van de viering van het
850-jarig bestaan van Zaamslag.
R.J.H. Lensen concludeert dat door een
schenking van 16 gemeten grond in 1163
door Wazelinus de Velde wel bewezen
wordt dat toen de naam Zaamslag al
bestond. Dezelfde auteur behandelt de
Heren van Zaamslag vanaf de dertiende
tot de negentiende eeuw.
Een archeologische vindplaats aan de
rand van het middeleeuwse Othene laat
zien dat er waarschijnlijk een boerderij
heeft gestaan van een tamelijk
welvarende eigenaar (E. Hamelink en
R.J.H. Lensen). Ook een mesolitische
tranchetbijl van Othene wordt besproken.
E. Hamelink vertelt over de in 1757
gevangen butskop bij het Hellegat,
waarvan de overblijfselen in het Schelpen
museum in Zaamslag worden bewaard.
Stel, u doet een archeologische
vondst in uw tuin, op het strand,
in een bouwput of op een
aardappelveld.
De Monumentenwet schrijft voor
dat u dit moet melden. In Zeeland
doet u dat bij de SCEZ. De SCEZ
registreert uw ontdekking en slaat
de informatie op in het Zeeuws
Archeologisch Archief. De vondst
blijft uw eigendom, tenzij u deze
wilt afstaan.
Daarnaast houdt de SCEZ elke
eerste dinsdag van de maand een
archeologisch spreekuur van 15.30
tot 16.30 uur. Meer informatie op:
Zeeuws Erfgoed 30 september 2014 03