Krentenbrood met krukels eten in Zierikzee (foto J. Wolterbeek; Beeldbank Zeeland, Zeeuwse Bibliotheek). Vertier Is Pasen tegenwoordig een feest dat we in huiselijke kring vieren, vroeger was dat wel anders. Met name op maandag en dinsdag (tweede en derde Pasen) vermaakten mensen zich op straat en in de cafés met allerlei spelen. Soms was het met Pasen ook kermis. In dorpen op Walcheren legden velen zich toe op diverse balspelen. In Zeeuws-Vlaanderen kwamen met Pasen de handboogschutters in actie voor het gaaischieten. Van Schouwen-Duiveland is bekend dat vóór 1880 oudere mannen uitsluitend met Pasen gingen knikkeren. In Middelburg, in de omgeving van de Dampoort en Veersesingel, begon paasmaandag al om 5 uur in de ochtend met eieren rapen, die de avond tevoren met tientallen waren verstopt. Ook hier vermaakten volwassenen zich met volksspelen: tobbetje varen over de vest, geblinddoekt rijden met een kruiwagen en hard loopwedstrijden tussen koppels mannen die elk met een been aan elkaar waren vastgebonden. 's Avonds was er een fakkeloptocht, waarbij de deelnemers liedjes zongen. Elders in de stad zongen en dansten mensen rond een kring van vetkaarsjes. Op de dinsdag na Pasen was het kermis aan de Dampoort, met een schommel, draaimolen en kraampjes met koek en sinaasappelen. In Haamstede werd met Pasen een soort voorjaarsfeest gevierd. Jongemannen en -vrouwen deden zich tegoed aan gekookte eieren, snoepgoed en schröösels (platte dunne kruidenkoeken), die op tafels in de Slotdreef waren neergezet. Daarna togen de jonge stelletjes naar het hoogste duin (Pasenhil) om er - de armen om elkaar heen geslagen - vanaf te rollen. In Zierikzee trokken jong en oud naar de Zelke, een heuvel even buiten de Zuidhavenpoort. Kinderen amuseerden zich daar door hardgekookte eieren en sinaasappelen van de heuvel te laten afrollen. Voorjaar Pasen markeerde ook het begin van het voorjaarsseizoen. Zo was het gebruikelijk om in deze tijd het interieur van het huis aan een grote schoonmaak te onderwerpen en kregen kinderen nieuwe kleren. 'Op z'n paasbest' werd een staande uitdrukking, die overigens al in een klucht van Bredero uit 1619 wordt genoemd. Voor meisjes ten slotte begon rond Pasen het seizoen van het touwtjespringen. Vanaf deze tijd zwiepten de springtouwen over straat en klonken uit meisjeskelen de bijbehorende vrolijke liedjes. Zeeuws Erfgoed 1 3 maart 2015 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2015 | | pagina 13