Symposium over Zeeuwse kastelen
en 'vliedbergen'
Vijftig kenners en belangstellenden bijeen in Westhove
Donderdag 27 november 2014 vond in kasteel Westhove (Oostkapelle) een symposium plaats
over Zeeuwse kastelen. Aanleiding was de oplevering van het digitale Kastelenlexicon Zeeland.
De fundamenten van kasteel Sint-Maartensdijk in de jaren zestig van
de vorige eeuw, met onder de paraplu onderzoeksleider J.G.N. Renaud
(ROB) met echtgenote.
Het Zeeuwse lexicon is onderdeel van het Kastelenlexicon
Nederland. Dit is een database van de Nederlandse
Kastelenstichting (NKS), met beschrijvingen van alle
bestaande en verdwenen kastelen in Nederland. Ook
Zeeland had in de middeleeuwen een groot aantal kastelen
en kasteelbergjes of mottes. Van de kastelen resten er
nog maar drie: kasteel Westhove tussen Domburg en
Oostkapelle, kasteel Haamstede en Slot Moermond bij
Renesse. Van de meer dan tweehonderd bergjes zijn er
nog 38 overgebleven; de meeste liggen op Walcheren en
Zuid-Beveland. Het kastelenlexicon voor de provincie
Zeeland was een project van de Nederlandse Kastelen
stichting en de SCEZ met medewerking van prof. dr. em.
P.A. Henderikx. Het Zeeuwse lexicon en het symposium
zijn gerealiseerd met financiële ondersteuning van de
Provincie Zeeland. Wie iets wil weten over een bepaald
kasteel of kasteelbergje in de provincie Zeeland kan dit met
enkele drukken op de knop van de computer opzoeken via
de website van de NKS, kastelenbeeldbank.nl.
Het symposium ter gelegenheid van de oplevering is
georganiseerd door de SCEZ in samenwerking met de NKS.
Het werd bijgewoond door vijftig bij kasteelonderzoek
betrokkenen of hierin geïnteresseerden. Voorafgaand
aan het lezingenprogramma maakten de aanwezigen een
wandeling naar het nagebouwde mottekasteel in de
landschapstuin van het aanpalende museum Terra Maris.
Onderzoek
Na een welkomstwoord door Wim Scholten, directeur SCEZ,
en een introductie van dagvoorzitter Fred Vogelzang (NKS)
vonden de lezingen en presentaties plaats. Wendy Landewé
(NKS) sprak over de toepassing van het Nederlandse
Kastelenlexicon en de aansluiting bij internationale lexica.
Hans Jongepier (SCEZ) behandelde vervolgens
De in 1958 vrijgelegde fundamenten van kasteel de Hellenburg bij Baarland
(collectie B. Oele).
archeologisch onderzoek naar kastelen in Zeeland in het
verleden. Zo liet hij zien hoe in de jaren vijftig en zestig van
de vorige eeuw de resten van enkele grote kastelen in kaart
zijn gebracht, zoals Zandenburg bij Veere, het kasteel van
Sint-Maartensdijk, de Hellenburg bij Baarland en de
voorlopers van Slot Moermond bij Renesse. Daarnaast
besprak hij het onderzoek van kleinere kasteeltjes:
omgrachte, versterkte huizen of 'moated sites', en kasteel
bergjes zoals die van Buttinge, Hoogelande en
Abbekinderen.
Peter Henderikx, emeritus hoogleraar middeleeuwse
nederzettingsgeschiedenis in de Nederlanden aan de
Universiteit van Amsterdam, sprak over de bezitters
(ambachtsheren en andere edelen) van de kasteelbergjes
en de oudste kastelen in Zeeland tot het begin van de
veertiende eeuw, met aandacht voor het Zeeuwse erfrecht
in die tijd. Bas Aarts, historicus en gastonderzoeker aan
de Universiteit Leiden, besprak de Zeeuwse mottes in
nationale en internationale context, met vooral aandacht
voor de eerste fase van de mottes, de zogenaamde
kernheuvels. Jan Kuipers (SCEZ) pleitte ervoor om in
Zeeland de naam 'vliedberg' te behouden, en de Zeeuwse
bergjes ondanks hun verschillende functies te beschouwen
als één samenhangende categorie van aardkundige,
cultuurhistorische en archeologische monumenten.
Ben Olde Meierink (NKS) sprak over kastelen van abten,
waaronder ook Westhove, in het Nederlandse
Kastelenlexicon. Ronald van Immerseel (Stichting In
Arcadië) belichtte het Kastelenlexicon Zeeland als uitgangs
punt voor toekomstig onderzoek. Hij riep op tot meer
aandacht voor de verdwenen versterkte huizen in Zeeuws-
Vlaanderen. Het symposium werd op levendige wijze
afgesloten door Chris Kalden, voorzitter van de NKS.
Zeeuws Erfgoed 18 maart 2015 01