Kwaliteit begint bij goed opdrachtgeverschap Inspectierapport goede basis voor planmatig onderhoud In het belang van monument en eigenaar moeten onderhouds- en restauratiewerkzaamheden met voldoende kennis en vakmanschap worden uitgevoerd. Maar niet alleen de architect, de aannemer en de specialist zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk. Ook de opdrachtgever kan, of misschien beter moet zijn inbreng leveren. Uitvoeringsfouten Zeker een kwart van de gebreken die monumentenwachters bij hun inspecties tegenkomen, is het gevolg van uitvoeringsfouten. Dat is veel en helaas lijkt het erop dat dit aandeel toeneemt. Van een uitvoeringsfout is sprake als constructies en materialen zodanig worden toegepast dat er onnodig problemen ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan schilderen met de verkeerde verf of een goot niet goed op afschot leggen. Ook bij het detailleren van constructies worden veel onnodige fouten gemaakt. De problemen doen zich voor bij zowel nieuw werk als herstelwerk. Gebreken ontstaan ook om allerlei andere redenen. Bijvoor beeld omdat een constructie te zwaar wordt belast of omdat beschermlagen hun werking verlie zen. Daarom is bij elk gebouw, en zeker bij monumenten, om de zoveel tijd regulier onderhoud, groot onderhoud of zelfs restauratie nodig. Vaak betekent dit voor de eigenaar of beheerder een ingrijpende operatie. Zowel organisatorisch als financieel. Des te belangrijker is het dat als problemen worden aan gepakt, dit zo goed mogelijk gebeurt. Uitstekende vaklieden zijn daarbij van groot belang. Maar daarmee ben je er niet. Ook de opdrachtgever heeft een cruciale taak. Hij moet, voor aanvang van het werk én soms ook tijdens de werk zaamheden, zo duidelijk mogelijk aangeven wat hij van de diverse vaklieden verlangt. Daarbij gaat het niet zo zeer om de technische details, maar wel om de grote lijn. Welke werkzaamheden vallen nog wel en welke niet meer binnen de opdracht? Aan welke eisen moeten materialen en constructies globaal voldoen? Welke eisen gelden voor de levensduur en het gebruik van te vernieuwen onderdelen? Advies inwinnen Veel monumenteigenaren worstelen met de vraag hoe zij als opdrachtgever te werk moeten gaan. Vaak is hun bouwkundige en onderhoudstechnische kennis beperkt. Natuurlijk kunnen zij een architect of aannemer inschakelen om de noodzakelijke werkzaamheden te bepalen, te coördineren en te begeleiden. Alleen is het soms ook weer lastig om de juiste, deskundige en onafhankelijke specialist op het spoor te komen. Een veel eenvoudiger oplossing is om te beginnen bij de Monumentenwacht. Ten eerste weten de monumenten wachters die een pand regelmatig inspecteren, tot in detail welke onderdelen wel en welke niet aan onderhoud of restauratie toe zijn. Tegelijk overzien zij de bouwkundige en onderhoudstechnische toestand van het hele gebouw. Hierdoor zijn zij (of een gespecialiseerde adviseur van de Monumentenwacht) in staat de werkzaamheden zo gunstig mogelijk af te bakenen. En dat is een belangrijke eerste stap, waarbij niet altijd voldoende wordt stilgestaan. Wat noodzakelijk is, moet uiteraard gebeuren. Maar als de steiger of de hoogwerker en de vakman er toch zijn, kan het aantrekkelijk zijn direct een aantal (letterlijk of figuurlijk) aangrenzende onderdelen mee te pakken. Aantrekkelijk in zowel onderhoudstechnisch, esthetisch als economisch opzicht. Tegelijk zal de Monumentenwacht als onafhankelijk adviseur voor komen dat er meer werk wordt uitgevoerd dan uit het oogpunt van een sobere en doelmatige instandhouding noodzakelijk is. Als vervanging van een deel van het voegwerk volstaat, zal de Monumentenwacht niet aanbevelen de hele muur opnieuw te laten voegen. In de regel zal de opdrachtgever zich beperken tot het organiseren van de financiering, het maken van afspraken over de planning en het omschrijven van de gewenste werkzaamheden. Vooral voor dit laatste geldt dat hoe meer de opdrachtgever zich in de materie verdiept, des te beter hij zijn wensen kan formuleren en des te doeltreffender het werk kan worden uitgevoerd. Vakmanschap: het handmatig trekken van plafondlijsten met een mal. Zeeuws Erfgoed 2 1 maart 2015 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2015 | | pagina 21