Uit Zeeuwse bodem
Zuid- en Noord-Beveland
K- -
Nieuwe conservator Zeeuws Genootschap
Sinds oktober 2014 is Aagje Feldbrugge conservator van
de archeologische collectie van het Zeeuws Genootschap.
Vanaf 2010 volgt zij de opleiding Archeologie aan de
Universiteit van Gent. Aangezien haar voorkeur uitgaat
naar het uitwerken van vondstcomplexen is Aagje 'erg blij'
met het conservatorschap.
De archeologische collectie van het in 1769 opgerichte
genootschap is bijeengebracht in de achttiende, negen
tiende en de ruime eerste helft van de twintigste eeuw.
Op dit moment liggen de voorwerpen opgeslagen in twee
depots: het Zeeuws Museum aan het Abdijplein en het
Zeeuws Archeologisch Depot van de SCEZ. Feldbrugge:
"Er is dus veel meer dan je in het Zeeuws Museum ziet.
Het is mijn taak om de registratie van de collectie verder
te stroomlijnen. Er zijn in de loop van de tijd door
verzamelaars en conservatoren diverse afzonderlijke
registraties opgezet. Een aantal daarvan moet nog
gedigitaliseerd worden; de gegevens daarvan kunnen
ook weer toegevoegd worden aan het totaal."
Ontsluiting van de collectie biedt wetenschappers de kans
om voorwerpen te komen bestuderen. Hetgeen weer
nieuwe kennis oplevert. "Afgelopen november bestudeer
den drie onderzoekers van de universiteiten van Leiden
en Amsterdam de legering van de middeleeuwse fibula's
(mantelspelden) van het Domburgse strand en uit de
duinen van Schouwen", aldus Aagje Feldbrugge.
"De uitkomst van dat onderzoek gaat ons meer vertellen
over de handelscontacten van de Zeeuwen in die tijd."
Objecten uit de collectie van het genootschap kunnen
ook in bruikleen worden gegeven. Daarvoor stellen de
depothouders samen met de conservator een advies op,
waarop het bestuur van het genootschap een beslissing
neemt.
Geschutsbunkers uit Goes-Aria
Op 15 december 2014 verrichtte de SCEZ archeologische
waarnemingen in een perceel grasland in de nieuwe
woonwijk Aria te Goes, tijdens het uitgraven van twee
kleine geschutsbunkers uit de Tweede Wereldoorlog,
zogenaamde Tobruk Bunkers. De werkzaamheden
verschaften duidelijkheid in welke mate bodemlagen en/of
eventuele archeologische sporen nog in de bodem intact
aanwezig waren. De graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd
in opdracht van de 105 geniecompagnie waterbouw van
het 101 geniebataljon van de Koninklijke Landmacht, met
ondersteuning van het Bevrijdingsmuseum Nieuwdorp.
De bunkertjes zijn met een dieplader naar het Bevrijdings
museum vervoerd, waar ze een permanente plaats krijgen.
Ze waren in de jaren zeventig van de vorige eeuw tot
ongeveer 3 meter diep in de bodem geduwd om landbouw
grond te creëren. De bodem bestond in hoofdzaak uit
lichtgrijze en blauwgrijze vette klei, die er niet overal
verrommeld uitzag. Waarschijnlijk vond in het gebied in
de middeleeuwen moernering plaats (ontgraven van
veen/turf), aangezien direct naast een van de bunkers
nog een restant van een veendammetje zichtbaar was.
Verder is geen veen waargenomen. Er zijn tijdens het
graafwerk geen archeologische resten of sporen
aangetroffen.
Uitgraving van een van de bunkertjes in Goes.
Aagje Feldbrugge: "Erg blij met conservatorschap".
Zeeuws Erfgoed 24 maart 2015 01