Heem- en oudheidkundige biaden Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen (2013) 167 pag.; ill., ISSN 0166-594X. In dit jaarboek van het KZGW een uitge breid artikel van de hand van A.C. Meijer en J.M. de Bree-Broerse over het memori aal van Maria de Fraeye (1605-1682), dat een manuscript met vragen uit de cate chismus omvat, maar ook een persoonlijke geschiedenis van een vrouw die verbon den was met aanzienlijke Middelburgse kringen en echtgenote was van ds. Willem Thielen. B.N. Teensma schreef 'Amazonia: rafelrand van Nederlands Brazilië', over de Nederlandse exploratie van de monding van de rivier de Amazone. Het korte arti kel is vergezeld van een uitgebreid aantal getranscribeerde bronteksten. A.P. de Klerk schreef het artikel 'Zeulen met zand. Enkele gegevens over winning, transport en gebruik van zand op Walcheren'. Verder bevat het jaarboek de jaarverslagen van de diverse commissies. In Wij van Zeeland, van de Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling Zeeland (2014, 4), worden naast veel korte berichten en toevallige vondsten, weer vele voorouders tot leven gewekt: Steven (Etienne) Ratel uit het Antwerpse voorgeslacht van Susanna Ratel (auteur M. Neuteboom-Dieleman), matroos Jacobus Duijnkerke uit Aardenburg op het slavenschip d 'Eenigheid, (R. de Groot) en de nazaten van Willem Jacobszn, oud bewoner van 'Het blau Huus' bij Zanddijk (J. Midavaine). Verder in de rubriek 'Voorouders komen tot leven' de zoek tocht naar voorouders van J.J. Ruster, met de naam Van Hove of Hoof en naar ene Willem Kramer of Kreimer uit Duitsland (J. Kaldenbach). Als laatste in deze rubriek het verslag van H. van Felius over zijn voorouders Alfons Blomme en Kaatje de Feiter. In de Nieuwsbrief van de Heemkundekring Philippuslandt (november 2014) dit keer voornamelijk huishoudelijke mededelin gen, korte berichten en de aankondiging van de publicatie van de volgende Cronicke, die hopelijk begin april 2015 zal plaatsvinden. Van de Vereniging Stad en Lande twee nieuwe uitgaven: de Kroniek van het land van de zeemeermin (2014) en Stad en Lande (oktober 2014). In de Kroniek is het eerste artikel van J. Kouwen: 'Een geschiedenis van joodse inwoners op Schouwen-Duiveland' over de bloeiperiode en het verval van de joodse gemeenschap in Zierikzee in de negentiende eeuw. A. Scheijde vertelt over twee op elkaar gelijkende schipbreuken in de negentiende eeuw, wat voor de stad Zierikzee, waar beide schepen gebouwd waren, een pijnlijke ervaring was. De artikelen van C. Prince en H. Uil gaan beide over gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereld oorlog: het eerste over het Zierikzeese garnizoen en het tweede over gevluchte schippers uit Heist en Zeebrugge. In 'Dialect op Schouwen-Duiveland uit de jaren dertig van de twintigste eeuw' (R.C. van Leeuwen) zien we de verschillen tussen twee jonge dialectschrijvers uit de eerste helft van de twintigste eeuw. M. van den Broeke beschrijft het herstel, de verbouwing en de restauratie van Slot Moermond in Renesse tussen 1900 en 1960 en A. Damman gaat in op alles wat de school van Burgh aangaat vanaf 1920, als het nieuwe schoolhoofd D. Kosten aantreedt. R. van Langeraad KAzn. vertelt over de jongerenomroep Minjon, waarvan hij zelf deel uitmaakte als afdelingslid voor Schouwen-Duiveland. J. Padmos schrijft een recensie over het boek van R. Paesie: Geschiedenis van de MMC - opkomst, bloei en ondergang. M. Verweij heeft een ver haal over de studenten van Schouwen- Duiveland die in de vijftiende eeuw in Leuven kwamen studeren en B. Blikman laat zien hoe stoephekken sfeer kunnen verlenen aan de straat. In het jaarboek 2014 van de Heemkunde kring Stad en Lande van Tholen, Van grafzerken, vluchtelingen en slavenhandel vertelt F. van den Kieboom over de vele vluchtelingen uit België die in de Eerste Wereldoorlog Nederland overspoelden. In de gemeente Tholen kwamen ruim 3.000 mensen veiligheid zoeken, maar de meesten trokken zodra het mogelijk was weer naar huis. Financieel onafhankelijke Belgen konden in Zeeland blijven, maar de ondersteunde vluchtelingen moesten voor 1 mei 1915 de provincie verlaten hebben of opgenomen zijn in een vluchtelingenkamp. J. Gunter-Knulst zoekt uit hoever ze in de tijd moet teruggaan om de eerste Jannetje in haar familie te vinden. Ze kwam uit bij Janneken Mels(e) in 1621. 'Vloerbedekking of kunst' is geschreven door W. Blaas en gaat over de grafzerken in de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk in Tholen. In 1577 koos Tholen, als laatste Zeeuwse stad, de kant van Willem van Oranje. Met de overgang van katholicisme naar protestantisme veranderde er veel aan het interieur, maar de grafzerken met dikwijls religieuze afbeeldingen bleven gelukkig bewaard. Op de middeleeuwse zerken komen vaak de vier evangelisten symbolen voor. Verder zerken met heraldische symbolen of afbeeldingen van personen. In de Franse tijd kwam er een verbod op het begraven in de kerken, maar de grafstenen, met hun grote kunst historische waarde, bleven intact. K. de Koning behandelt in zijn artikel 'Het droevige ongeluk dat alles weg is' de Zeeuwse slavenhandel, waarin de Middelburgse Commercie Compagnie was gespecialiseerd. Twee van de kapiteins van de MCC kwamen uit Tholen. In De Wete van de Heemkundige Kring Walcheren (2015,1) schrijft J. Kaljouw over de geschiedenis van de buitenplaats Zuidvliet en haar bewoners. Zuidvliet lag vlakbij het Ronde Putje in Oost-Souburg, was gebouwd omstreeks 1860 en is in 1970 gesloopt. 'Zuiderburen op drift' is geschreven door L. Hollestelle en gaat over de massale toestroom van Belgische vluchtelingen, die direct na de val van Antwerpen op 9 oktober 1914 begon. Het ging om burgers en militairen. De 23.000 militairen kwamen in kazernes in het hele land terecht en werden uiteindelijk tijdens de hele oorlog in interneringskampen gehuisvest. Zeeland kon onmogelijk de duizenden vluchtelingen opvangen en velen werden met treinen en schepen naar andere plaatsen in het land vervoerd. J. Boender beschrijft een fietsvakantie van een aantal jongemannen naar Walcheren in 1929 en 1930. Ook toen waren vooral ontmoetingen met de jonge meisjes grootse gebeurtenissen in een vakantie. Hoe handig de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog hun bunkers camoufleerden vertelt C. Heijkoop in 'Bedrog van het oog. De vermomming van Duitse bunkers'. Ze schilderden bijvoorbeeld paalhoofden op een bunker of lieten die op een Walcherse woning lijken. In de Stille Oceaan heeft ooit een eilandje gelegen: Middelburch. Het werd in 1643 ontdekt door Abel Tasman. Later gaf de Engelsman James Cook het weer de oude naam Eoea terug. In Den Spiegel van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeente archief Vlissingen (2015,1) herdenkt A. Verdonk-Rodenhuis de op 92-jarige leeftijd overleden Jan Weug. Weug was directeur van de Schelde en actief in veel culturele en maatschappelijke instellingen. De oudere Vlissingers zullen zich Weug blijven herinneren. In de serie 'Zichtbaar verleden' vertelt P. van Druenen hoe Vlissingen in de negentiende eeuw werd voorzien van gas, elektriciteit, riolering, telegrafie en drinkwater. J. den Exter laat zien hoe prachtig de gebrandschilderde ramen zijn in de Onze Lieve Vrouwekerk en in de Sint-Jacobskerk, volgens de auteur op z'n allermooist als de zon er op schijnt. Het vervolg op het artikel 'Station Vlissingen 1873 2013' is in dit nummer geplaatst (auteur J. van der Male). In Arneklanken van de Historische Vereniging Arnemuiden (2014, 4) schrijft J. Adriaanse over de geschiedenis van Arnemuiden net voor de Eerste Wereld oorlog, en W. van der Heijden vertaalt een verslag dat door de Franse journalist R. Crouquet is geschreven over de laatste fase van de strijd rond Middelburg en Arnemuiden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. L. Schouls 'toont' de lezers een zaagblad van de zaagstelling die in Arnemuiden op de werf gestaan zal hebben. Van die zaagstelling heeft A. Meerman een maquette gemaakt. P. Fe ij gaat in de serie 'Arnemuiden in de tijd van Willem I (1813-1840)' in op de ingekwartierde militairen in Arnemuiden. J. Adriaanse en F. de Nooijer beschrijven in 'De verlanding van de rede van Arnemuiden' inpolderingen door de opslibbing van de gronden langs het vaarwater. Over de verlanding van de rede van Arnemuiden is door M. Gargon al geschreven in zijn Walcherse Arcadia uit 1715-1717. B. Silkens brengt verslag uit van een archeologisch onderzoek aan de Derringmoerweg te Arnemuiden. Er bleek middeleeuwse bewoning geweest te zijn: in de werkputten werden meerdere sporen van middeleeuws aardewerk gevonden. G. van der Wal besluit zijn verhaal over de heren van Arnemuiden en Noord-Beveland Zeeuws Erfgoed 29 maart 2015 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2015 | | pagina 29