www.scez.nl/projector Aanbod erfgoededucatie Zeeland Het groepje Nehalennia-leerlingen dat het Zeeuws Archeologisch Depot bezocht. Ymke: "Het was heel leuk om te weten te komen hoe oud dingen waren. De pijpjes die ik had gevonden waren uit 1800. Helaas was het pijpje met de afbeelding van een hoofd niet meer compleet. Anders zou het 150 euro waard geweest zijn! Daarna mochten we kijken in de depots. Er lagen allemaal superoude dingen. Ikzelf vond het heel interessant, want daar mag je niet elke dag kijken. De archeoloog kon van alles over de spullen in de depots vertellen. Er waren depots met vazen, kommetjes en kopjes. Er waren vorken, messen, lepels en borden. Bij het laatste depot lagen allemaal oude zuilen van huizen en kerken, ze hadden zelfs een heel oud lichaam. Kortom ik vond het een boeiende excursie." Archeologische veldkartering en boringen Een andere klas van Nehalennia nam voor het tweede jaar deel aan de archeologieprojecten. Na vorig jaar kennis te hebben opgedaan in het archeologisch depot, ging klas 2 op 25 februari op veldonderzoek met een archeoloog. De SCEZ had daartoe contact gelegd met een boer in Grijpskerke. Voorafgaand aan het veldonderzoek deden de leerlingen 'bureauonderzoek': het bestuderen van een bodemkaart en het bekijken van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur, een geografische kaart van Zeeland die de cultuurhistorische waarden in de provincie in beeld brengt. De leerlingen kregen op het land van boer A. Wouters uitleg over de archeologische werkzaamheden in het algemeen en de procedures van vondstmeldingen. Vervolgens vertelde archeoloog Hans Jongepier het verhaal van de vondstmelding bij Grijpskerke. Het gaat bij deze vondst om een uitzonderlijk grote hoeveelheid aardewerk uit de late ijzertijd (tweede eeuw voor Christus), die in 2003 is aangetroffen in een watergang met natuurvriendelijke oevers. Vervolgens voerden de leerlingen een korte veldkartering uit (een inventarisatie van aan het oppervlak liggende vondsten). Daarna heeft de archeoloog een grondboring gezet en uitgelegd hoe de bodemopbouw in de loop van de afgelopen 5.000 jaar tot stand is gekomen (afwisseling van veen en klei). Een deel van de groep leerlingen nam daarna zelf de boor ter hand om op de bodem van de watergang enkele boringen te verrichten, op zoek naar nog meer archeologische sporen of resten. Dat was helaas niet het geval. Zeeuws Erfgoed 1 1 maart 2015 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2015 | | pagina 11