De Remonstrantie van Vlissingen
Hoe een zeventiende-eeuws bezwaarschrift
Amerikaans Vlissingen op de kaart zette
Vlissingen viert dit jaar het 700-jarig stadsbestaan. Vanaf begin april vonden al een groot aantal
evenementen plaats, met onder andere historische, culturele, culinaire en sportieve componenten.
Veel Vlissingers hebben aan de diverse festiviteiten deelgenomen en voelen zich meer dan ooit trots
op hun stad met haar rijke verleden. Het bestaan en de geschiedenis van de gelijknamige plaats
op Long Island, New York, is bij hen veel minder bekend. 370 jaar geleden stichtte de West-Indische
Compagnie (WIC) hier een nederzetting onder de naam Vlissingen. Al gauw zou in deze plaats
een document worden opgesteld, dat in de twintigste eeuw grote bekendheid zou krijgen:
de Remonstrantie van Vlissingen.
Bij het noemen van het Amerikaanse Flushing zullen
de meeste Nederlanders denken aan Flushing Meadows,
een park in de wijk Flushing in het New Yorkse stadsdeel
Queens. Hier wordt jaarlijks op het plaatselijke tennis-
complex de US Open, het laatste grandslamtoernooi van
het tennisseizoen gehouden. Maar onder historici is de
plaats tevens bekend om een - volgens sommigen baan
brekend - zeventiende-eeuws document, dat pas rond 1950
aan de vergetelheid werd onttrokken: de Remonstrantie
van Vlissingen. Het document is een bezwaarschrift van
een dertigtal inwoners van Vlissingen en omgeving, waarin
directeur-generaal Peter Stuyvesant van Nieuw-Nederland
wordt gevraagd de religieuze vrijheid van de Quakers te
garanderen. Aanleiding was de arrestatie en geseling
van een Quaker en de afkondiging van een wet die het
de Quakers als religieuze geloofsrichting onmogelijk
maakte om hun geloof te belijden. Sommige historici
zien in het bezwaarschrift de uiting van een plaatselijke
behoefte aan meer vrijheid. Maar er zijn ook historici
die de Remonstrantie van Vlissingen beschouwen als
een voorloper van de Bill of Rights, de eerste tien
amendementen van de grondwet van de Verenigde Staten.
Officiële nederzetting
In de zeventiende-eeuwse kolonie Nieuw-Nederland was het
op Manhattan gelegen Nieuw-Amsterdam de belangrijkste
nederzetting. Maar ook in de directe nabijheid, zoals op het
langgerekte eiland ten oosten van Nieuw-Amsterdam -
Lange Eijlandt genaamd - (Long Island) bevonden zich
diverse nederzettingen. Een daarvan was Vlissingen,
genoemd naar de belangrijkste havenstad van de WIC in
de Republiek. In tegenstelling tot wat men zou verwachten,
werd de nederzetting vanaf 1645 vooral bevolkt door
Engelse kolonisten. Zij waren het puriteinse, orthodox
religieuze regime in het noordelijker gelegen New England
ontvlucht, om in het op religieus gebied veel gematigder
Nieuw-Nederland een nieuwe toekomst op te bouwen.
De WIC was blij met hun komst, omdat de Kieftoorlog met
de lokale indianen (1643-1645) veel slachtoffers onder de
Nederlandse kolonisten had gemaakt. Ontvolking dreigde
en in reactie op de nieuwe toestroom aan Engelse kolonis
ten maakte de WIC in 1645 van Vlissingen een officiële
nederzetting. Dit werd door toenmalig directeur-generaal
Willem Kieft bekrachtigd met een charter, waarin religieuze
vrijheid werd gewaarborgd.
Radicale geloofsgroep
De oorkonde van Kieft was echter een doorn in het oog van
Peter Stuyvesant, die Kieft in 1645 als directeur-generaal
had opgevolgd. Want hoewel de Republiek op godsdienst-
gebied het meest tolerante land in Europa was, waren
openbare godsdienstoefeningen anders dan de Nederlands
Hervormde niet toegestaan, zeker niet buiten Amsterdam.
Stuyvesant, die weinig op had met andersgelovigen,
hanteerde een streng regime en kwam al direct bij
aankomst van de eerste Quakers in Nieuw-Nederland
in 1657 in aanvaring met deze radicale geloofsgroep. Hij
verweet hen een respectloze houding en was afkerig van
hun fanatieke geloofsbeleving, die vaak luidkeels en in het
openbaar werd uitgeoefend. De in New England vervolgde
Quakers vonden juist een luisterend oor bij de Engelse
kolonisten van die nederzettingen op het Lange Eijlandt die
een calvinistische voorganger ontbeerden. De spanningen
tussen Stuyvesant en de Quakers liepen dan ook al snel op;
een confrontatie leek nog maar een kwestie van tijd.
Onverwacht bezwaarschrift
De tegenstand kwam voor Stuyvesant echter uit een
onverwachte hoek: eind 1657 werd de 23-jarige Quaker
Robert Hodgson in het naburige Heemstede (Hempstead)
gearresteerd wegens het houden van illegale hagepreken.
Toen Hodgson weigerde in te stemmen met een preek
verbod werd hij naar Nieuw-Amsterdam gezonden en
veroordeeld tot twee jaar strafarbeid of betaling van 200
gulden. Op zijn weigering schuld te bekennen of de boete
te voldoen, volgde openbare geseling en uiteindelijk
verbanning uit de kolonie. Inmiddels was de aanhouding
van Hodgson aanleiding voor Edward Hart, de dorpsklerk
van Vlissingen, om een petitie voor de directeur-generaal
op te stellen. Dit bezwaarschrift, dat later bekend werd als
de Remonstrantie van Vlissingen, liet hij ondertekenen
door 29 inwoners van Vlissingen en Rustdorp (Jamaica).
Opmerkelijk genoeg was geen van de ondertekenaars zelf
Quaker. Het lijkt erop dat de ondertekenaars met gevaar
voor eigen lijf en leden opkwamen voor de vrijheid van
godsdienst in Nieuw-Nederland, die volgens het charter
Zeeuws Erfgoed 20 december 2015 04