verscherpt. Het tegen Veere aanschurkende dorp Zanddijk
moest er wél aan geloven. Maar ook hier waren kostbare
voorwerpen uit de kerk haastig bij parochianen verborgen.
Beeldenstormers die de kerk binnendrongen gooiden het
grote crucifix boven het oksaal (de afscheiding tussen koor
en middenschip) naar beneden. Het bleef heel, maar een
Amsterdamse beeldenstormer schopte er een arm af.
In Veere hadden overigens in het begin van de jaren zestig
de hier gevestigde Schotse wolhandelaars al heiligen
beelden uit particuliere huizen opgekocht, om die
vervolgens te verbranden.
'sonder hulpe ende beschermen'
De Middelburgse Norbertijnen vluchtten op 23 augustus,
daags na de Beeldenstorm, in burgerkleding naar het
buitenverblijf van de abt, het kasteel Westhove tussen
Oostkapelle en Domburg. Alleen de abt zelf, Nicolaas
de Castro, bleef met enkele getrouwen in de abdijgebouwen
achter. Hij meldde mistroostig: 'Wel dan, zoe sal ic blijven
sonder hulpe ende beschermen, ende men sal dit quat
volck al laeten gewerden.' Van zaterdag 24 augustus tot
en met maandag 26 augustus trof de Beeldenstorm ook
plaatsen in het huidige Oost Zeeuws-Vlaanderen, zoals
Axel, Zaamslag, Zuiddorpe en Hulst. Overige delen van
Zeeland bleven gespaard, met uitzondering van Bakendorp
bij Baarland (Zuid-Beveland).
De Beeldenstorm volgens Johannes H. Egenberger (1832-1897)
(collectie Amsterdam Museum).
Tevoren hadden leden van diverse gilden zoveel mogelijk
altaren en andere kostbaarheden uit deze kerk in veiligheid
gebracht. Intussen plande de calvinistische kerkenraad voor
de volgende dag een grote Beeldenstorm. Vóór zes uur
's ochtends verzamelden inwoners en vreemdelingen zich
bij de Abdij; de calvinisten hadden mensen ingehuurd om
met het breken en slopen te helpen. Er werd een
proclamatie voorgelezen: geestelijken moesten ongemoeid
worden gelaten 'in lijffve ofte goeden'; goud, zilver en
andere schatten moesten onder de hoede der justitie
worden gesteld. Hierna begonnen de vernielingen in
de Abdijkerk en elders in de stad: drie parochiekerken,
waaronder de in 1834 afgebroken Noordmonster of
Sint-Pieter (Hofplein), vijf kloosters en een begijnhof
moesten het ontgelden. Het kostbare antependium
(altaarkleed) uit de Abdij bleef bewaard, wederom
dankzij de welbespraaktheid van de magistratuur.
Vanuit Middelburg trokken de beeldenstormers naar
het nabije Arnemuiden.
Stadspoorten dicht!
Ook Vlissingen moest er kort na 22 augustus aan geloven;
en ook hier stond de organisatie en uitvoering onder
leiding van kerkenraad en predikant. Verder maakten
omstreeks deze dag Biggekerke, Buttinge, Koudekerke,
Popkensburg, Poppendamme, Schellach, Serooskerke,
Oost- en West-Souburg, Waterlooswerve, Zanddijk en
Zoutelande kennis met het fenomeen Beeldenstorm.
Veere, waar wel een plan voor 'beeldenbrekerij' klaarlag,
bleef gespaard. De magistraat had tijdig de stadspoorten
en kerken gesloten, annuleerde misvieringen en liet de
kerksieraden in veiligheid brengen. Ook werd de wacht
Jan Kuipers
Verder lezen
Hans Cools, 'De Beeldenstorm in de Lage Landen',
www.dutchrevolt.leiden.edu.
Johan Lrancke, 'Hagenpreken bij Dishoek, 1565-1566', in: Jan J.B. Kuipers
en Johan Lrancke, Geschiedenis van Zeeland. De canon van ons Zeeuws
verleden (Zutphen 2009), 71-73.
Jan J.B. Kuipers (eindred.), De onderkant van de Markt. De Westmonster-
kerk van Middelburg in archeologie en historie (Abcoude 2000).
Jan J.B. Kuipers, De Beeldenstorm. Van oproer tot Opstand in de
Nederlanden (Zutphen 2015).
C. Rooze-Stouthamer, Hervorming in Zeeland (ca. 1520-1572) (Goes 1996).
Zie ook: www.beeldenstorm450.eu.
Portret van landvoogdes Margaretha van Parma
door Anthonis Mor (1519-1575).
Zeeuws Erfgoed 1 3 juni 2016 02