Walcheren
Schenking collectie Oud-Rilland
In maart schonk de heer Edie Bogaert aan de SCEZ fraaie
vondsten van Oud-Rilland op Zuid-Beveland. Vooral in de
jaren tachtig van de vorige eeuw bezocht hij met enkele
vrienden regelmatig de restanten van dit middeleeuwse
dorp. De verzamelde collectie keramiek maakte vervolgens
deel uit van de presentatie in het streekmuseum te Hulst.
Recent is besloten de ruimte voor de archeologie daar
opnieuw in te richten, waarvoor een beroep is gedaan op
de SCEZ-collectie. Het gaat in de nieuwe presentatie
vooral om vondsten uit de streek zelf; de nieuwe
inrichting is vanaf 1 april te bezoeken. De door Edie
Bogaert geschonken vondsten uit Oud-Rilland zijn nu
via de SCEZ beschikbaar voor uitlenen.
Voorwerpen uit Oud-Rilland, collectie Edie Bogaert: beker en kan van grijs
aardewerk, vijflingpotje van witbakkend aardewerk, kookpotje, spinkruikje.
Vondstlocatie in de huidige Quarlespolder op een kaart uit 1852 (WAD).
'Veerverleden' in de Quarlespolder
In januari meldde de heer Jacco Elenbaas bij de Walcherse
Archeologische Dienst (WAD) een mogelijk scheepswrak in
de Quarlespolder. Met regelmaat stuit hij hier op bakstenen
en houten resten in een sloot. De Quarlespolder is pas na
de Tweede Wereldoorlog ingedijkt. Daarvoor was het een
schorrengebied en tot 1872 deel van de zeearm het Sloe
tussen Walcheren en Zuid-Beveland. Een inspectie in het
veld leidde tot de theorie dat het misschien om een heel
groot wrak ging. Kaartstudie wees in een andere richting.
Bij projectie van de huidige topografie op een kaart uit
Tekening uit 1819-1821 van de gebruikte veerschuit over het Sloe (Zeeuws
Archief, ZI III-1029).
1852 valt de vondstlocatie exact samen met het uiteinde
van een oude strekdam, die diende als landingspunt voor
het oude veer over het Sloe. Schorvorming maakte het
voor de pont onmogelijk om bij de dijk aan te landen.
Over een stenen pad op de strekdam liepen de passagiers
naar de boot. De bewoners van de theetuin 'Op Sloe' aan
de Bevelandse kant van de voormalige veerdienst maakten
een studie naar de geschiedenis van de dienst.
Het was tussen 1755 en 1872 de belangrijkste veerdienst
tussen Zuid-Beveland en Walcheren.
Vuistbijl van Neanderthaler
In de winter van 2015 is op de stranden bij Westkapelle
en Domburg een zandsuppletie aangebracht.
Dat levert soms archeologische verrassingen op.
Zo meldde een particulier een vuurstenen
vuistbijl en twee gave mammoetkiezen.
Het zand was opgezogen op zo'n 15 kilometer
voor de Walcherse kust. De vondsten dateren I
uit de oude steentijd en komen van ongeveer
20 meter diep. Tijdens de laatste ijstijd, meer
dan 40.000 jaar geleden, verbleven in de vlakte
van de huidige Noordzee Neanderthalers en liepen
kuddes mammoeten, steppewisenten en wolharige
neushoorns rond. De Noordzee bestond nog niet, omdat
de zeespiegel tientallen meters lager stond dan nu.
De vuistbijl is 11,0 centimeter lang en 8,1 centimeter
breed. Hij zal door een Neanderthaler zijn gebruikt
voor het slachten van een groot dier, zoals een
mammoet. Uit de omgeving van het zandwingebied
waren eind twintigste eeuw al enkele vuistbijlen
aangevoerd en ook het tot nu toe enige fragment
van een Neanderthaler.
Vuistbijl van het strand tussen Westkapelle en Domburg.
Zeeuws Erfgoed 22 juni 2016 02