Heem- en
oudheidkundige bladen
aan de Hattinga's door Honoré Rottier;
Het landschap van het Hulsterambacht
in de 18de eeuw door Adrie de Kraker;
De cartografen Hattinga, hun voorouders
en nazaten: een familiekroniek door
Marc Buise; De vrouwen naast de
Hattinga's door Katrijn van Goethem;
Abdias Hattinga, een rechtzinnig en
koppig predikant door André Bauwens;
Het doel heiligt de middelen: het religieus
geïnspireerde veroveringsplan van
dominee Abdias Hattinga door Ruud
Paesie; De pest volgens Willem Tiberius
Hattinga door Dirk De Groof en Erik
Bruynseels; Geneesheren die landkaarten
maken door Marijke Donkersloot-de Vrij;
'Sulke werken behooren alleen tot nutte
van den Souverain en Vorst te zijn':
de Hattinga-atlassen, hun ontstaan,
samenstelling en lot door Marc Buise;
'Aan de Bibliotheecq der Universiteit te
Leyden overgebragt': de Kaarte van de
Provincie Zeeland en andere manuscript-
kaarten van de Hattinga's in de
Universiteitsbibliotheek Leiden door
Mart ij n Storms; 'Het Doodboek der Stad
Hulst' van Willem Tiberius Hattinga door
Jan de Kort; 'Toon mij uw boekenkast en
ik zal zeggen wie u bent': de veiling van
Willem Tiberius Hattinga door Marc Buise;
Jeugdige trots het Teyken-boek Door
David Willem Coutry Hattinga door Peter
Paul Hattinga Verschure; 'Waarom is God
alleen bekend' David Hattinga in Berbice
door Marc Buise; De hermeting van de
Ser-Pauluspolder in Hulsterambacht door
D.W.C. Hattinga, 1769-1775 door Carlo
Buijsrogge; 'De bewaaring en bescherming
van dit quartier': de zorg voor de veilig
heid in het Hulsterambacht 1783-1785 door
Antoine Prinsen; Jan Wormerus Raven:
echtgenoot van Anna Wilhelmina Hattinga
door Joop van Hecke en Marc Buise en
'In de voetsporen van Willem Tiberius
Hattinga Prof. dr. J. C. M. Hattinga
Verschure (1914-2006)' door de kinderen
Hattinga Verschure. Het geheel staat
onder redactie van Marieke, Joost en
Peter Paul Hattinga Verschure. Bevat een
lijst met archivalia en gebruikte literatuur.
Voetnoten bevinden zich onder de teksten.
Met lijst van auteurs.
In Nehalennia, Archeologie, cultuur
historie, streektaal en volkscultuur
(voorjaar 2016) verzorgt K. Beaart de
tweede aflevering van zijn artikel over
de Middelburger Johannes Goedaert,
ontdekker van de metamorfose. Het gaat
over de methoden van onderzoek. Alle
door Goedaert beschreven soorten zijn
de eerste beschrijvingen die bekend zijn.
In deze aflevering wordt een beeld van
Goedaerts pionierswerk gegeven door
onder andere de beschrijving met
illustraties van de 'Twee-steert', nu de
hermelijnvlinder genoemd. R. Willemsen
beschrijft een feestelijke bijeenkomst in
1826, toen de Gouverneur van Zeeland de
eerste steen legde voor de nieuwe sluizen
in het Kanaal van Gent naar Terneuzen.
Hierna wordt een bijzondere dag belicht
door G. van de Velde: dinsdag 13 maart
1945, de dag waarop koningin Wilhelmina
een bezoek aan het bevrijde Zeeuws-
Vlaanderen bracht. P. Van Daele vertelt
over een unieke collectie op de website
dialectloket.be, van opnames met verhalen
van veertig Zeeuws-Vlamingen, in het
dialect van hun plaats of streek.
P. Heerschap schrijft over het ontstaan
van familienamen. Namen ontstonden
door afstamming of familierelaties,
beroepen, eigenschappen en geografische
herkomst. Een flink deel van het tijdschrift
wordt gevuld door leden van de dialect
vereniging, onder andere met verhalen
als 'In de scheerstoel', over 'Toondaegen'
in Goes en over de klok van Hoek: 'A meêr
dan 500 jaer oud en nog altied vitwl
ghenoeg om te beieren'. R. Rosmolen-
Murre verzorgt een interview met
zangeres Anja Kopmels, die in het
dialect van Noord-Beveland zingt.
Stad en Lande. Historische bijdragen en
mededelingen van de vereniging Stad en
Lande van Schouwen-Duiveland (maart
2016) biedt - na de huishoudelijke
mededelingen en verslagen - als
eerste artikel 'De artsenfamilie Keller te
Oosterland en Zierikzee - een vermogende
familie in de 19e eeuw' (auteur
A. Flikweert). De eerste arts, Johan Martin
Keller vestigde zich in 1791 als huisarts in
Oosterland. Zijn zoon Frans Keller was
ruim vijftig jaar als genees-, heel- en
verloskundig arts werkzaam in Zierikzee.
R. van Langeraad beschrijft de geschiede
nis van een boerderij bij Kerkwerve, eerst
een gemengd bedrijf, later een recreatie
boerderij, waarbij nu zelfs een paling- en
escargotskwekerij wordt geëxploiteerd.
W. Kesteloo en P. Karman vertellen beiden
over een reis per schip, iets wat in vroe
ger dagen allesbehalve eenvoudig was in
Zeeland. In de rubriek 'Uut de pepieren'
gaat het over de dienstplichtige mannen
die opgeroepen werden en moesten loten
voor de Nationale Militie. Van ene Pieter
van der Have uit Oosterland - lichting 1826
- wordt het militaire zakboekje doorgelicht
(I. van den Broek).
In de Cronicke van den lande van
Philippuslandt, uitgave van de
Heemkundekring "Philippuslandt"
(maart 2016) haalt A. Romijn-de Raat
herinneringen op aan het bouwbedrijf van
haar vader, Pieter de Raat. De Raat startte
zijn timmerbedrijf in Sint Philipsland in
1939. Na de Tweede Wereldoorlog en na
de Watersnoodramp in 1953 was er veel
werk en floreerde het bedrijf, maar toen
omstreeks 1969 het economisch slechter
ging viel het doek en werd het aannemers
bedrijf failliet verklaard. De auteur vertelt
over de werkzaamheden en over de goede
band die werkgever en werknemers had
den. In 2014 bestond het Woordenboek
der Zeeuwse Dialecten 50 jaar.
E. van der Vlies-van Dijke geeft het artikel
van J. Van Keymeulen over het woorden
boek (gepubliceerd in Nehalennia) verkort
weer. Rika Ghijsen heeft met het werk een
monument voor de Zeeuwse taal en
cultuur tot stand gebracht, met hulp
van honderden vrijwilligers. In de tweede
aflevering van de memoires van mevrouw
M.M. Vermeij-Filius gaat het over
'aantrekkingskracht' en 'centen'.
Aantrekkingskracht in positieve en
negatieve zin van het water, en centen
waarvan je er met boodschappen doen
soms een hele of halve kon verdienen.
Een bijzondere 'Fluplander' was Abraham
Mol, de 'Amerikaan'. In Sint Annaland
hangt een tekening van hem voor een
alternatief Deltaplan, al getekend in 1933.
G. Noorthoek schrijft 'De oprichting en
verdere geschiedenis van NOAD '67', de
voetbalclub die in 1967 werd opgericht, en
die na ups en downs, nog steeds bloeiend
is. J. Mol laat ons kennismaken met de
familie Faasse, schippers in hart en nieren;
hij richt zijn aandacht op Jan Marinus
Faasse, geboren in 1899, gestorven in 1981.
Het schip de 'Adriana' werd later
overgenomen door zijn dochter Miep,
maar door de schaalvergroting in de
binnenvaart was het te klein om nog een
behoorlijk inkomen mee te verdienen.
Den Spiegel, orgaan van de Vereniging
Vrienden van het muZEEum en het
Gemeentearchief Vlissingen (2016, 2)
heeft als eerste artikel 'Het bij
"Banana Island" ontdekte VOC-wrak
geïdentificeerd', door A. Scheijde.
Hij vertelt hoe het zoeken naar onder-
waterschatten gebeurt en hoe het
waarschijnlijk met het schip is afgelopen.
Een ander, ook archeologisch artikel is van
L. Goldschmitz en gaat over de
interessante zaken die in een beerput
gevonden kunnen worden, waardoor het
huishouden van vroegere bewoners voor
ons gaat leven. De aandacht van de auteur
gaat vooral uit naar een Engelse guinea
van Charles II, geslagen in 1685.
In 'Een gasboei en een vissloep.
Neutraliteitsschendingen tijdens WO I'
memoreert J. Braat twee gebeurtenissen
uit 1916 en 1917, beide schendingen van
de neutraliteit van Nederland. In 1916
bevonden zich Engelse torpedoboten in
onze territoriale wateren en na veel
geharrewar bleef een boei in Nederlandse
wateren achter. In 1917 ontstonden
moeilijkheden met betrekking tot een
vissloep, wat veel onduidelijkheid en
verwijten tussen Duitsland en Nederland
opleverde.
In het Polderhuisblad, Wasschappels
Magazine (januari 2016) motiveert
E. Ramakers haar keus om bij de zee te
wonen en niet naar het 'hoge' oosten te
verhuizen. J. Kaland is met twee artikelen
vertegenwoordigd. Eerst lezen we dat de
dijken altijd zorg nodig hebben en nooit
sterk genoeg zijn, wat leidde tot een
ingrijpende dijkversterking: de verzwaring
in het kader van het Deltaplan, 1986-1988.
In het tweede artikel vertelt hij over
de vorstelijke personen die belangstelling
voor de Westkappelse dijk getoond
hebben.
L. van den Heuvel heeft een gesprek met
Kees Minderhoud, een waterschapsman
die boeiend over de dijk kan vertellen.
De Spuije, het tijdschrift van de
Heemkundige Kring De Bevelanden en de
Vereniging Vrienden van het Historisch
Museum De Bevelanden (voorjaar 2016)
begint met een brief van Henk Aalbers,
Zeeuws Erfgoed 29 juni 2016 02