'ieuMe ankerplaats geopend
in Dreischor
De karakteristieke dorpsring van Dreischor met de gracht en de kerk in het midden liggen hier ai
honderden jaren. Maar buiten het dorp ligt een natuurgebied dat nog maar ruim vijftig jaar oud is.
Waar eens de schepen voorbijvoeren en hun ladingen losten in een van de haventjes aan het
Dijkwater, heerst nu de stilte van de natuur. Dreischor heeft vele verhalen. Drie ervan worden
sinds kort verteld op een nieuwe ankerplaats van Zeeuwse Ankers.
www.zeeuwseankers.nl
Drei skir
De polder Dreischor is in de middeleeuwen ontstaan door
indijking van drie schorren. Waarschijnlijk gebeurde dat in
de tweede helft van de twaalfde eeuw. De naam Dreischor
verwijst er ook naar: drei staat voor het telwoord drie en
schor is afgeleid van het Germaanse woord skir, dat
'district' of 'deel' betekent. De bewoners van het gebied
leefden van de landbouw. Ze verbouwden graan, hielden
vee en wonnen zout uit het veen. Door de Sint-Aagtenvloed
in 1287 overstroomde het eiland. Het oostelijke deel, dat
Sirjansland ging heten, werd het eerst weer ingepolderd.
De polder Dreischor werd pas ver na 1300 opnieuw
drooggelegd.
Tussen de eilanden bleef een kreek over: het Dijkwater.
Dit werd een belangrijke vaarroute tussen Zierikzee en de
Grevelingen. Het water kon overigens alleen bij hoogwater
en met een loods bevaren worden. Aan de oostzijde van de
polder Dreischor lag de vissersplaats Maye. Toen de haven
aan het eind van de middeleeuwen verlandde, ging het
plaatsje ook teniet. In het zuidwesten lag het gehucht
Beldert, dat eveneens een haven had. Aan het Dijkwater
lagen nog drie andere haventjes: 'ieuwe Veer, Stevensluis
en De Staart.
Het dorp Dreischor kreeg de karakteristieke vorm van een
middeleeuws ringdorp. De aan de heilige Adrianus gewijde
kerk vormde letterlijk en figuurlijk het middelpunt van het
dorp. De huizen en schuren werden in een ring om de kerk
gebouwd. Om de kerk zelf lag nog een gracht.
Tarwe, vlas en meekrap
Tijdens de Sint-Felixvloed van 5 november 1530
overstroomde Dreischor opnieuw. Dit was voorlopig
de laatste stormvloed waarbij zoveel land verloren ging.
'adat het land weer was drooggelegd, brak een tijd van
voorspoed aan. Grote inpolderingen deden het landbouw
areaal verder toenemen. De boeren produceerden voor de
stedelijke markt en verdienden daar goed aan. 'aast tarwe
en vlas gedijde meekrap hier goed. Van de wortels van de
meekrapplant werd in meestoven een rode verfstof
gemaakt. De opkomst van een synthetische rode verfstof
in de tweede helft van de negentiende eeuw deed de
meekrapteelt de das om.
Terwijl de boeren op hun hofsteden buiten het dorp
woonden, vestigden ambachtslieden, winkeliers en
arbeiders zich in het dorp. Hoefsmederijen hebben hun
sporen nagelaten in de vorm van houten travaljes, waarin
de paarden werden beslagen. Aan de Ring kwam een
nieuw rechtshuis te staan en het middeleeuwse kasteel
Windenburg werd in de zeventiende eeuw verfraaid.
Dreischor ontwikkelde zich tot een van de grotere
dorpen op Schouwen-Duiveland.
Dijkwater wordt landbouw- en natuurgebied
Eeuwenlang werden vanuit de haventjes aan het Dijkwater
landbouwproducten afgevoerd en benodigdheden voor
het landbouwbedrijf, bouwmaterialen en winkelwaren
aangevoerd. Het was er een en al bedrijvigheid. In de eerste
helft van de twintigste eeuw diende het landbouwhaventje
Beldert ook voor de afvoer van suikerbieten tijdens de
campagnetijd. De bieten gingen van daaruit naar de
suikerfabrieken in West-Brabant.
Door de Watersnoodramp van 1953 kwam het gebied rond
Dreischor onder water te staan. Er waren vele slachtoffers.
In het herstelplan werd besloten het Dijkwater af te
dammen en in te polderen. De kwalitatief goede grond
werd bestemd tot landbouwgrond. Het noordelijke deel,
dat minder vruchtbaar is, werd natuurgebied. Daar
ontstond een gevarieerd cultuurlandschap met oude dijken,
grote waterplassen en een rijke flora en fauna.
Klapbank
Verhalen rond de geschiedenis van Dreischor en het
Dijkwater worden verteld op de nieuwe ankerplaats aan
de Molenweg, tegenover Streek- en Landbouwmuseum
Goemanszorg. De ankerplaats maakt deel uit van Zeeuwse
Ankers, een provinciaal programma dat het verhaal van
Zeeland ontsluit. Een ankerplaats is een plek van cultuur
historische betekenis, een plek waar de geschiedenis van
Zeeland in tijdlagen ligt opgestapeld en verteld wordt aan
de hand van meerdere verhalen. Dit en volgend jaar worden
op verschillende plekken in Zeeland zulke ankerplaatsen
ingericht. Behalve in Dreischor is er ook al een in Yerseke.
Op een ankerplaats staan 'klapbanken'. Dergelijke banken
waren vroeger ook te vinden op centrale plaatsen in
Zeeuwse dorpen en steden. Buurtbewoners kwamen hier
bijeen om te 'klappen' (kletsen). Bij de moderne klapbanken
zijn ook verhalen te horen. Die klinken uit speakers in de
rugleuning, die de bezoeker zelf kan activeren. Daarnaast
geven panelen informatie over de omgeving en wat er
plaatselijk te beleven is op het gebied van erfgoed en
landschap.
Zeeuws Erfgoed 3 juni 2016 02