a iViïtn-HiwlW'flMWMitf hifr- A „TtcüubiLliii^ IfUnt Hrnilhni lui □lirOn.ï Giuf _j ^Iiml.Il^iu'i:^ _r di riiigiïl.iHij fnhn -ïi vmMictfU-HS -O i iiLut iui qifr.'ÜLHl un LJFUH ijJ-l^riqr.LjlljïüiJluf J ■1 iHi'b.irni ird-lqriVKq dl i IbLiittilli -qqnr lNdf fiül Af HCfT VM' iCiiirinL^riLn LU mi fjjril? ::.:r--.n nji:!i 4 .LIA Lh l|- !|L =irfr liMonlAwF j iiftdiijivu;} iJT-Hrï i Tjm[|"ir.|.' lHjulö.Ill- a T.k' j n Jiz- 1 Iil ltti yni^- n ||r:irl p, -Ii-ti iiHrvunl,;,.| ra^güMfHt'HAdrjiM ■*- enuJi rj.i-WfnLi":l!i:LU bh.-,irn j-r aai ra .*1 ui mi ■-JL li ^JidLii^iL Ir™ - i'. n li- TjSi l|i i| l: ■üJif jfHküti-cl iii- oer rnr in a ^kth [it Ji|r WfflS ftjSWJ# tór JUliirLi ni."i- rd|.'0.L. k-hfivfdl I ^.ijll- ip'inf A'iiipitf ji| jKtni jrh -L 'IIilJl iHdilV^lifLirir: .11 I'd 11 -[ 11L T L L fj:liu: inj n L'v.111Liil:-1lI'i iilUh LJili- irüii i.'l il~ ii. pi1 :_l hil Lnr Il-itil-ni wijl fljj>l| jj 11r II Wt.:>;r.ii.ir-lii'fC^aiiftii-rldiï' IT l)iit hlïïür M P-(4ti Lj(in-Li|fii.:invj(iJ5Ifii; k Ll h .ViT^i.Ili i iIl.IJt II. TnUM .-|Cn Lu ::t |1I: i - Jü- [1 <n Li 11 Li L L'iD 11- I titutf ■uin dll füï tfril jtH ffnuJ ftun.- LUmpdJ ü.ln g-lijn If; n (I *dlijflints iq-iTT-lrUi itrun bui ilntM ii- m*tir De Berg van Troje als uitkijkpunt; Hendrik Spilman naar Cornelis Pronk, 1743. Oudst bekende vermelding van 'troyen'; Rijmkroniek Melis Stoke, circa 1305. De berg van Boudewijnskerke met 'koeientrap'; foto Cas Oorthuys circa 1950. "Tooverachtige betekenis" J.C. de Man, de Middelburgse arts en oudheidkundige die aan het eind van de negentiende eeuw de eerste Zeeuwse vliedberginventaris publiceerde, meldde dat in Europa en vooral "de Noordsche landen" andere monumenten waren, die "den Berg van Trooje" werden genoemd en "waaraan men tooverachtige of symbolische betekenis toeschreef". Hij introduceerde hiermee een kwestie in het Zeeuwse, die sindsdien voor exotische veronderstellingen rond de naam van het Borsselse bergje hebben gezorgd. Hierbij werd een aardkundig fenomeen van andere Zeeuwse bergjes te hulp geroepen, vooral die van Boudewijnskerke op Walcheren: namelijk de 'terracettes' die zich daar vormden. Zo'n spiraalweg of 'koeientrap' is volgens de huidige opvatting een natuurlijk fenomeen, te wijten aan respectievelijk vochtverzadiging en uitdroging; het effect kon worden versterkt door vee. Verbeeldingsrijke geesten - zoals de Nederlandse natuurgenezeres en astrologe Mellie Uyldert - zagen in deze vaag opwaarts voerende spiralen een prehistorisch-mystieke betekenis. Vliedbergen waren in deze visie een variant van de 'trojaburchten': steenlabyrinten uit het laat-neolithicum en de bronstijd, zo'n vierduizend jaar geleden. De naam Troje werd hierbij teruggevoerd op 'troja', dat 'draai' betekent. De Man zelf hield het erop, dat de Borsselse berg was genoemd naar een ridderhof Troye in de omgeving. Deze zou zijn bewoond door edelen die de naam Troye voerden, "waarschijnlijk aanzienlijken uit de Fransche stad Troyes"; hoogstwaarschijnlijk een fantasievolle omdraaiing van het chronologisch verband. De Man meende voorts dat de schrijvende predikant J. ab Utrecht Dresselhuis veel eerder in de negentiende eeuw voor het eerst deze naam noemde. Maar Melis Stoke vermeldt hem omstreeks 1305 al in zijn genoemde Rijmkroniek als "dat huys van troyen". Bij dit alles blijft de naam Troje een raadsel: één, dat de belevingswaarde van de berg nog verhoogt. Jan Kuipers Zeeuws Erfgoed 1 2 september 2016 03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2016 | | pagina 12