Oude en nieuwe horeca
Vanaf het midden van de achttiende eeuw had Slot
Oostende uiteenlopende bestemmingen. Korte tijd was het
hospitaal. Daarna liet chirurgijn Cornelis Steenaard er
enkele paardenstallen bouwen en vroeg hij een vergunning
aan om er een herberg te beginnen. Aan het begin van de
negentiende eeuw bood het slot ruimte aan een tabaks
fabriek, na het midden van die eeuw kreeg het zijn
horecafunctie weer terug en werden er vergader- en
gelagkamers bijgebouwd. Naast en achter het slot kwam
in 1928 bioscoop Grand Theater tot stand. In 2011 moest
die het veld ruimen toen de gemeente het slot opnieuw
zichtbaar wilde maken. De sloop van de bioscoop maakte
het mogelijk archeologisch onderzoek te doen naar de
veertiende- en vijftiende-eeuwse fundamenten van het
kasteel en verscheidene kelders met gewelven, waar
vroeger onder meer het voedsel werd bewaard. Het
grootste deel van de opgravingen verdween daarna
weer uit het zicht.
Terwijl water uit de slotgracht al in de achttiende eeuw
werd gebruikt door brouwerijen in de buurt, komen er nu
in het slot zelf brouwketels te staan. De bieren die hier
worden gemaakt, krijgen namen die verwijzen naar Goes.
Behalve de brouwerij, bottelarij en bierwinkel biedt het
slot in zijn nieuwe vorm plaats aan een horeca- en
zalencomplex, een binnentuin en een klein hotel.
Onderaardse gangen en een moerbeiboom
En de geheime gang van Jacoba van Beieren? Dat
moet wel het gemetselde riool van het slot zijn dat in
de Westvest uitkomt en begin zeventiende eeuw werd
aangelegd in opdracht van de zonen van Maarten van de
Weerde. Of Jacoba van Beieren werkelijk in het slot heeft
gewoond, blijft omstreden en dat de gang voor haar
bedoeld zou zijn, kunnen we naar het rijk der negentiende-
eeuwse fabelen verwijzen. Verhalen over onderaardse
gangen voor haar deden ook de ronde over Montfoort,
Schoonhoven en Gouda. Niettemin kleven aan Slot
Oostende meer mythes rond Jacoba. Zo wil het verhaal
dat ze er enige tijd heeft verbleven nadat ze was getrouwd
met de Zeeuwse edelman Frank van Borsele. Kort daarvoor
had ze onder druk van haar tegenstrever Filips de Goede
afstand gedaan van haar graafschappen. Tot in de
twintigste eeuw waren er mensen die meenden op het
plein van Slot Oostende de plek te kunnen aanwijzen
waar Jacoba een moerbeiboom zou hebben geplant.
De boom zelf staat er niet meer. Hij legde in 1929 het
loodje na een strenge vorstperiode.
Jeanine Dekker
De moerbeiboom bij Slot Oostende op een prent door Adolph Dillens circa 1860-1870 (bron: Gemeentearchief Goes).
Zeeuws Erfgoed 18 december 2016 04