Heem- en
oudheidkundige biaden
werd getracht zoveel mogelijk van de
lading te bergen. Daarbij bleken de belan
gen van de betrokken nogal verstrengeld
te zijn. Corrie Reijnders Folmer-van
Prooijen behandelt 'Eene redelyke reyze.
De handelsreis van de Jonge Jacob en de
Eendracht naar de Caraïbische Zee in
dienst van de Middelburgse Commercie
Compagnie, 1738-1740.' Daarin is aandacht
voor de opzet van een smokkelreis naar
de Spaanse koloniën in een tijdvak waarin
de MCC zich meer met koophandel dan
met slavenhandel bezig hield. Theo van
der Meer ten slotte schrijft over de
Zeeuwse jeugd van letterkundige P.J.
Meertens in 'Middelburg is maar een klei
ne stad.'
Zeeland. Tijdschrift van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen 25/3 (2016) 91-138. Suze
Zijlstra wijdt aandacht aan de zogenaam
de Sailing Letters uit The National
Archives in Kew in het artikel 'Vrije en
onvrije vrouwen in zeventiende-eeuws
'Zeeuws' Suriname.' Jan Zwemer
beschrijft het kleingrondbezit en de socia
le stijging voor de grote landbouwcrisis;
een verkennend onderzoek naar de land
aankoop op Walcheren rond circa 1800.
Lo van Driel heeft aandacht voor de
Vlaamse activisten in Zeeland. Een groep
die Vlaanderen wilde losweken van België
en na de Eerste Wereldoorlog - door hun
samenwerking met de Duitse bezetter - als
deserteurs werden gezien. In ''t Is vol van
schatten hier' besteden Ineke Vogel-
Wessels Boer en Elsa Westland aandacht
aan perkamenten bladen van een
verdwenen kruideniersraam en de
Herkimer Diamonds. Verdere rubrieken
zijn genootschapszaken, aanwinsten en
de boekrecensies.
Twee stadswandelingen. Het leven in
Middelburg vanaf het midden van de
negentiende eeuw, nr. 4 (Vianen:
Uitgeverij Optima, 2016) pag. 85-112. Via
twee stadswandelingen worden de jonge
monumenten van Middelburg in beeld
gebracht. De wandelingen richten zich op
de bebouwing van de laatste twee eeuwen
en die van de wederopbouwarchitectuur
uit de periode 1940-1960. Daarbij zijn veel
foto's van heden en verleden naast elkaar
gelegd.
Walcheren door de lens van de fotograaf.
Het leven op Walcheren vanaf het midden
van de negentiende eeuw, nr. 1 (Vianen:
Uitgeverij Optima, 2016) pag. 1-28; ill.,
foto's, tek., krt. In dit nummer aandacht
voor de fotografie van het eiland met
onder meer de Walcherse daguerreoty-
pieën, stereofoto's, het fotoalbum van de
familie Kuiler, de foto's van Carl Wilhelm
Bauer, fotografie van de Kanaalwerken en
badgasten; het ontstaan van de ansicht
kaarten; de komst van de kodak-camera
en enkele bekende Walcherse fotografen
zoals W.L. den Beer Poortugael en Neeltje
Flipse-Roelse.
Land achter dijk en duin. Anderhalve eeuw
ruimtelijke ontwikkelingen. Het leven op
Walcheren vanaf het midden van de
negentiende eeuw, nr. 2 (Vianen: Uitgeverij
Optima, 2016) pag. 29-56. De ruimtelijke
structuur van het eiland stamt uit de
middeleeuwen, maar is door overstroming,
inundatie, herverkaveling en oorlogs
handelingen inmiddels drastisch gewijzigd.
In dit nummer is er onder meer aandacht
voor die landschapsgeschiedenis, diverse
ruilverkavelingen, waterwingebieden,
spoor en kanaal, de aanleg van een
wegennet, de wijzigingen aan de
kustgebieden en dorpsontwikkelingen.
In het blad Nederlandse Genealogische
Vereniging Afdeling Zeeland (2016, 4)
bespreekt H. van Felius de genealogie van
de familie Backer in de stad Tholen en
A.W. Prins die van Cornelis de Clercg en
Seijke Lucia van Haverbeek, waarvan de
echtgenoot oorspronkelijk uit Etten-Leur
kwam, maar veel nakomelingen naar het
Zeeuwse trokken. J. Midavaine vertelt
over de hofstede La Maison De Haute
Montagne aan de Veerseweg, haar bewo
ners en de bergjes in de nabijheid van die
hofstede. H.J. Plankeel laat de lezer mee
leven met de klacht van Cornelia
Westerweel over een garnalenvisser in
de buurt van Retranchement, Pieter
Goe(d)geluk, die haar zoon zeer onheus
heeft bejegend en benadeeld. Over 'Kerk
en geloof' schrijft J. Gommers-Bil en
J. Heemskerk vond gegevens over de
familie Van Hole uit Vlissingen.
Nehalennia. Archeologie, cultuurhistorie,
streektaal en volkscultuur van Zeeland en
Goeree-Overflakkee (najaar 2016) biedt de
op een na laatste aflevering aan over de
insectendeskundige Johannes Goedaert.
Het gaat deze keer over alles wat samen
hangt met boeken. Een boek over
Goedaert verschijnt in november 2016,
samengesteld door de redactie van
Nehalennia in samenwerking met schrijver
K. Beaart. Streektaaladviseur V. De Tier
schrijft over de familienaam Muste, die
afgeleid kan zijn van 'muts', aangezien het
verspringen van een letter vaak voorkomt.
J. Simons kan na veel onderzoek een bijna
compleet beeld geven van de buitenplaats
Slot Swanenburg en de familie Ingels
gedurende het tijdvak 1625/1630 tot 1944.
P. Heerschap interviewde Krijn en Clarie
Tanis uit Ouddorp, beiden liefhebbers
van het Ouddorps dialect en natuurlief
hebbers. Ze vertellen enthousiast over
het natuurgebied de Kleistee en alle bij
zondere planten die er voorkomen. J. van
Zijl schrijft in dialect over de mosseltijd en
P. Heerschap over zijn fietscarrière.
In Stad en Lande, Historische bijdragen en
mededelingen van de Vereniging Stad en
lande van Schouwen-Duiveland (oktober
2016) wordt de lezer attent gemaakt op
het boek van historicus R. Paesie:
Slavenopstand op de Neptunus. De auteur
maakt duidelijk dat dit schip in 1785 in de
lucht is gevlogen door een opstand van
de aan boord zijnde slaven, en niet door
een Engelse kanonskogel zoals nogal eens
is beweerd. J. de Jonge onderzocht de
geschiedenis van de weegbrug in Viane,
waaruit blijkt dat zowel slimme boeren als
kooplieden probeerden daar beter van te
worden. R. Langeraad beschrijft handel en
wandel van Pieter Johannes der
Weduwen, een belastingontvanger
afkomstig van Dreischor, gehuwd met zijn
achter-achternicht Tannetje Hermina der
Weduwen. Van dezelfde auteur horen we
dat in 1947 ondanks een uitzonderlijk
warme zomer een koelkast geen alledaags
gebruiksvoorwerp was. I. van den Broek
vestigt de aandacht op een klein stukje
grond in Zweden waarop Zierikzee in 1368
'eeuwige' rechten kreeg. Dit was te danken
aan de steun van Zierikzee voor de Hanze,
het belangrijke handelsnetwerk in de
veertiende eeuw. Tussen de koningen van
Denemarken en Zweden was flink heibel
over het grondgebied tussen die landen,
en de Hanzesteden kozen partij voor de
koning van Zweden. Nadat de laatste een
groot deel van de Deense kust veroverd
had kregen de medestanders als beloning
een strook grond, vitte of victus genoemd.
Het 'privilege' waarop de rechten aan
Zierikzee werden bevestigd word bewaard
in het gemeentearchief van Schouwen-
Duiveland.
De Wete, gedaan aan de leden van de
Heemkundige Kring Walcheren (2016, 4)
opent met 'Weemoed. De Zeeuwse streek-
drachttraditie tussen 1880 en 1940' door
A. van Noord. Er worden drie tentoonstel
lingen besproken, in 1882,1913 en 1924,
alle opgezet in een andere maatschappelij
ke situatie. In 1882 werd door het Zeeuws
Genootschap een boerenkamer ingericht,
een eerste begin van interesse voor de
streekdracht door de Zeeuwse elite en
de wetenschap. In 1913 werd gevierd dat
Nederland honderd jaar onafhankelijk
was van Franse onderdrukking en ook
toen werd veel aandacht geschonken aan
streekdrachten, onder andere in
Middelburg met een tentoonstelling van
volkskunst, folkloristische gebruiken en
streekdrachten. Bij de tentoonstelling van
1924 bleek dat er sinds 1913 veel kostbaars
verloren was gegaan en het dragen van
dracht al sterk verminderde, vooral bij
mannen. D. Castel (1918-1994) heeft door
Zeeuws Erfgoed 29 december 2016 04