De reis van Jacob Roggeveen. In de inzet Polynesië met het atol Takapoto, door Roggeveen 'Schadelijk Eiland' gedoopt (bron: ruggenberg.nl).
Geschiedenis tastbaar maken
Bij de presentatie van Haaieneiland in het Omnium in Goes
in september 2015 verscheen Rob Ruggenberg met een
musket. En bij een bijeenkomst van jeugdauteurs in
Middelburg hanteerde hij jaren geleden met verve een fors
zwaard. Zulke voorwerpen maken de geschiedenis tastbaar,
voelbaar. "Ik sleep de gekste dingen mee naar de scholen
waar ik lezingen geef. Inmiddels heb ik meer dan twee
honderdvijftig scholen bezocht, een paar duizend klassen,
van noordoost-Groningen tot het zuiden van Limburg, en
ik merk overal welke impact deze dingen hebben. Kinderen
vinden dat geweldig. En dan gaat het echt niet alleen om
antieke wapens, ook kleine voorwerpen hebben dat effect.
Bij elke lezing deel ik kauri-schelpjes uit. Ooit vond ik er
een op het strand van Westkapelle. Jongeren luisteren
met open mond naar het verhaal dat achter zo'n schelpje
zit, en na afloop wil iedereen het boek Slavenhaler lezen,
waarin kauri's een rol spelen. Ze willen dan trouwens ook
allemaal naar Cadzand of Westkappel, om zélf die schelpjes
te zoeken."
Driehoekige vinnen!
Rob Ruggenberg heeft praktisch zijn hele leven gereisd:
als marineman, journalist én als auteur van historische
jeugdromans. Zijn 'geografische honger' en hang naar het
exotische zijn verweven met de thema's van zijn historische
fictie: "Wat mij in onze geschiedenis intrigeert is eigenlijk
een heel actueel onderwerp: de botsing van culturen. In de
zeventiende eeuw, als Nederland zich in korte tijd ontplooit
tot wereldmacht, speelde dat dagelijks. Ineens kwamen
we in de vreemdste uithoeken, ontmoetten we culturen
waarvan niet eens wisten dat die bestonden. Onze
bibliotheken staan vol met de verslagen, de dagboeken
en de scheepsjournalen waarin die ontmoetingen worden
beschreven. Maar altijd gezien door ónze ogen. Ik vind
het interessant om die ontmoetingen ook vanaf de andere
kant te beschrijven. Hoe keken die anderen naar ons?
Wat vonden ze van de Nederlanders? In mijn boeken vind
je dus altijd ook een hoofdpersoon uit die andere cultuur."
"Dat mijn verhalen zich soms afspelen in afgelegen
gebieden is trouwens wel eens lastig, omdat ik er alleen
over wil schrijven als ik er zelf ben geweest. Ik wil weten
hoe de mensen eruitzien, hoe het er ruikt, wat er groeit,
hoe de regen klinkt en de wind waait. Dus moet ik meestal
weer op reis. Voor Haaieneiland moest ik naar Takapoto,
een vlekje in de Stille Zuidzee, door de Zeeuwse
ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen 'Schadelijk Eiland'
gedoopt omdat hij er op het rif een schip verloor. Een lange
reis was dat, doodvermoeiend. Toen ik op het kleine atol
aankwam was het er 35 graden. Mijn onderkomen bestond
uit een schamel hutje tussen hoge kokospalmen. Letterlijk
voor mijn deur lag de mooiste lagune die ik ooit had gezien.
Blauw, transparant water, omzoomd door spierwit
koraalstrand en wuivende palmen. Ik was bezweet, bekaf,
ik gooide mijn spullen neer, trok mijn zwembroek aan en
sprong in het water. Een heerlijke temperatuur, een paradijs
op aarde - woorden van Roggeveen. Twee minuten later
stond mijn hart stil. Driehoekige vinnen, grijs met een
zwarte punt. Ze kwamen van alle kanten op me af.
Ze zwommen rondjes om me heen, zo dichtbij dat ik ze
in de ogen keek. Ik had ze kunnen aanraken als ik wilde.
Ik was zo verschrikkelijk bang dat ik niet eens om hulp kon
roepen, ik kon geen woord uitbrengen, ik kon alleen maar
mijn handen in de lucht steken. Toevallig kwam Sylvie
aanlopen, de vrouw van de parelvisser van wie ik het hutje
huurde. Ze gebaarde dat ik met mijn handen plat op het
water moest slaan. Dat hielp! De haaien schrokken en
verdwenen. Even later waren ze weer terug, maar nu wist
ik hoe ik ze kon verjagen. Het waren rifhaaien en volgens
Zeeuws Erfgoed 4 december 2016 04