KTCEt
materiaal aan te voeren. J. Adriaanse sluit
zijn serie over Arnemuiden in de Tachtig
jarige Oorlog af met het jaar 1574, waarin
Willem van Oranje Arnemuiden stads
rechten verleent en bijzondere privileges.
P. Baaijens vertelt hoe een kapper zelfs de
krant in Gelderland haalt met zijn kappers
praatjes. Op onverklaarbare wijze werden
vlijmscherpe messen bot, een probleem
dat niet alleen Arnemuiden, maar ook de
wijde omstreken bezighield. Ch. Fe ij ontdekt
dat de achterkant van een prentbriefkaart
interessante informatie kan opleveren.
K. de Ridder interviewt Floor Maljers.
Floor was aanvankelijk bij de politie, maar
van 1952 tot 1985 was hij melkboer in
Arnemuiden. Lief en leed van de familie
komt tijdens het interview ter sprake.
J. Simons Siereveld schrijft over de
ambachtsheren en ambachtsvrouwen van
Nieuwerkerke, waarbij de lezers kunnen
smullen van de zaak van de geschaakte
Catharina van Orliens, een gebeurtenis
die heel Den Haag in rep en roer bracht.
Zelfs nog twee eeuwen later schreef
Jacob van Lennep de roman Een schaking
in de zeventiende eeuw, een bewerking
van het verhaal over Catharina van Orliens.
Het Polderhuisblad, Wasschappels
Magazine (oktober 2016) biedt na het
huishoudelijke nieuws een impressie van
een vuurtorendag van Joost Lievense.
L. van den Heuvel interviewt een pensio-
nado die niet op zijn lauweren rust: Kees
Huiszoon, die na veel maatschappelijke
functies bekleed te hebben nu gids is in
het Polderhuis en de vuurtoren en voor
zitter is van de Werkgroep dorps-visie. Een
juttersverhaal tussen feit en fictie wordt
verteld door A. Hanneman.
De Spuije, het tijdschrift van de
Heemkundige Kring De Bevelanden en de
Vereniging Vrienden van het Historisch
Museum De Bevelanden (winter 2016) heeft
als eerste artikel 'Naar een joods huisje
leiden talloze paden', geschreven door
J. Kouwen. Het joodse deel van de Goese
bevolking bestond uit een kleine groep, met
een eigen school en synagoge. De joodse
geschiedenis van de Bevelanden is wel
gedocumenteerd maar vreemd genoeg nog
steeds niet uitvoerig beschreven.
Bewoners van een van de barakken in het
Jappenkamp Banjoebiroe in Midden-Java
borduurden een kleed voor een van de
kampleidsters, Alexandrine (Lex) Zweede-
Duvekot, afkomstig uit Goes, als dank voor
haar activiteiten tijdens die periode. H. van
Rees beschrijft het kleed, dat geschonken is
aan het Goese museum en daar tentoon
gesteld wordt. A. Mackor bestudeert een
bekende kaart van Reimerswaal, gemaakt
door Jacob van Deventer. Hij vertelt hoe de
kaart tot stand is gekomen en hoe betrouw
baar hij is; met zijn beschrijving heeft de
auteur bijgedragen tot betere kennis van de
verdwenen stad Reimerswaal. In het artikel
van O. Hoogerhuis is te lezen dat het
gemeentebestuur van Goes niet echt
meewerkte aan de introductie en accepta
tie van de telefoon. Pas rond 1920 zou Goes
de achterstand ten opzichte van andere
Zeeuwse steden hebben weggewerkt. Het
laatste stuk in dit nummer gaat over het
Wilhelmus, en over de misverstanden die
lange tijd over sommige tekstdelen
bestonden (auteur B. Maljaars).
De honderdste Nieuwsbrief van de
Heemkundige Vereniging Terneuzen mag
met trots gepresenteerd worden (december
2016), met dank aan de vele volhardende
auteurs en vrijwilligers. In het eerste artikel
schrijft P.W. Stuij over de stadhuistoren van
Terneuzen. In 1594 kreeg de stad haar eer
ste raadhuis, toen nog maar een verbouwd
woonhuis met een torentje. Francisco de
Aldana (1537-1578) koos een militaire loop
baan om het christelijk geloof te verdedi
gen tegen de barbaarse Moren, het Heilige
Roomse Rijk te beschermen en om van
Madrid het Nieuwe Jeruzalem te maken.
Aldana kreeg in 1568 de opdracht de oud
ste zoon van Willem van Oranje - die stu
dent was in Leuven - te gijzelen en naar
zijn peetvader koning Philips in Madrid te
brengen. Later werd Aldana gewond bij het
beleg van Alkmaar. De soldaten werden
steeds ongehoorzamer en Aldana rappor
teerde aan de koning over de hopeloze toe
stand van het bezettingsleger. In 1578 ver
gezelde hij, met een veel te kleine leger
macht, de koning van Portugal nog in een
kruistocht tegen de Moren in Noord-Afrika.
Deze tocht leidde tot een totale nederlaag
voor Portugal, waarbij Aldana sneuvelde.
Hubrecht Stoutjesdijk was in de Franse tijd
schoolmeester in Biervliet. Door het overlij
den van een leerling kwam hij in moeilijkhe
den, maar notaris Baert pleitte voor een
minnelijke schikking. Wat later ging het
gerucht dat Stoutjesdijk, als ontvanger van
de plaatselijke diaconie, een greep in de kas
zou hebben gedaan. R. van Elslande schrijft
over de oudst bekende heer van Zuiddorpe,
Jordaen Vilain van Gent, lid van de burg-
gravenfamilie Van Gent. Nadat hij heer van
Zuiddorpe was geworden voegde hij aan
het familieblazoen een kleiner schild toe
van zijn moeders familie, Van Axele. Soms
wordt als eerste heer van Zuiddorpe J
an van den Moere genoemd, die in 1280
het Hof ter Moere bewoonde, dit was het
kasteel te Zuiddorpe. Van Elslander zocht
uit hoe het nu allemaal zit met de families
Van Moere en Van Gent.
In TijdlSchrift, het bulletin van de
Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen (2016, 4) vertelt A. Bauwens
over de opvang van weesmeisjes in Sluis. In
Sluis was een kantwerkschool opgericht die
weesmeisjes gratis opleidde in het kantklos
sen. Daarnaast kregen zij lager onderwijs.
In Sluis is nu een documentje gevonden dat
een reactie blijkt te zijn op een brief van de
arts Pieter Renier, waarin deze de voorzit
ter van de weeskamer ervan beschuldigt de
kantwerkschool tegen te werken. Het docu
ment dat uit 1860 moet dateren, is als bijla
ge toegevoegd. M. Haak schrijft over de
Spaanse griep: waar lag de oorsprong, hoe
verliep de griep in Nederland, hoe zag het
ziektebeeld eruit en hoe was de behande
ling? Hoeveel mensen precies stierven aan
de ziekte is niet bekend, er is wel een
bijlage toegevoegd met het aantal zieken in
1918 in de Zeeuwse gemeenten. De eerste
ziekmeldingen uit Zeeuws-Vlaanderen
dateren van juli 1918, in het najaar van 1918
volgde een veel ernstiger ziektegolf.
P. Hamelink, stadsbeiaardier van Sluis,
vertelt alles over het carillon in het belfort,
en over de eerste klok met de naam Victor.
Daarna aandacht voor Jantje van Sluis,
vervolgens een beschrijving van het
carillon van 1960 met de restauraties
die volgden. Ook bespreekt de auteur de
elkaar opvolgende beiaardiers.
Het Bulletin van de Oudheidkundige Kring
'De Vier Ambachten' (2016, 4) is een
themanummer over de geloofsbeleving in
het katholieke deel van Zeeuws-Vlaanderen
in het tweede deel van de negentiende en
het eerste deel van de twintigste eeuw.
P. Apers beschrijft de geschiedenis van
Zuiddorpe als bedevaartsoord van O.L.V.
van Lourdes. G. Sponselee maakte een
overzicht van de Heilig Hartbeelden in de
streek. De meeste zijn te vinden in Limburg
en Noord-Brabant, ze werden gewoonlijk
geplaatst bij een feestelijke gelegenheid in
de parochie. Voor beide artikelen schetste
J. de Kort de achtergronden van deze devo
tionele oplevingen in de genoemde periode.
In Kroniek 2016, nr. 48, Stichting
Heemkundige Kring Sas van Gent, schrijft
J.S. Vercouteren: 'Geschiedenis protestant
se gemeente te Philippine, Sas van Gent,
Sluiskil'. J.G.M. van Hecke houdt zich bezig
met de 'Grensscheiding Sas van Gent en de
Belgische gemeenten Zelzate, Assenede en
Boekhoute'. Hij geeft precies de grenzen
aan en illustreert zijn gegevens met
kadasterkaarten. In een ander artikel geeft
Van Hecke verslagen uit de Krantenbank
Zeeland, van honderd jaar geleden. Veel
berichten gaan over oorlogsperikelen, zoals
de tarwevoorziening in Zeeuws-Vlaanderen
die tekort schiet, het vluchtelingen
probleem en gedeserteerde soldaten.
A. de Caluwe schetst herinneringen aan de
Tweede Wereldoorlog. F. Tombeur kwam
een tekst tegen uit 1918 met de titel
'Rectifcation des frontières Hollando-Belges
- L'Escaut et l'Enclave de Maestricht'. Hij
heeft de merkwaardige tekst vertaald en
aangeboden aan de heemkundige kring.
Het gaat om de weergave van een aantal
toespraken, gehouden in de Kring der
Brusselse Maritieme Inrichtingen. België
had zwaar geleden in de Eerste Wereld
oorlog, het land moest herbouwd worden
en men vond het een juist moment voor
grenscorrecties. Verschillende toespraken
van vooraanstaande personen zijn genoteerd.
Zeeuws Erfgoed 30 maart 2017 01