Sailing Letters':!^4 Niet aLLeen in,het jEngels, ookmhet Zeeuws 1 Erfgoed tussen wal en schip De naam Sailing Letters is bedacht door maritiem historica Els van Eijck van Heslinga. Zij verwees daarmee naar de in beslag genomen papieren van duizenden door Engeland gekaapte Nederlandse schepen in de zogenaamde vier Engels-Nederlandse oorlogen. Deze papieren worden ook wel Prize Papers genoemd en zijn terechtgekomen in The National Archives in Kew, in de buurt van Londen. Het verbranden van de Engelse vloot voor Chatham in juni 1667 was een succesvolle Nederlandse aanval onder bevel van admiraal Michiel de Ruyter tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Schilderij van Peter van de Velde uit circa 1670, Rijksmuseum Amsterdam. De papieren bevinden zich in het zogenaamde archief van het High Court of Admirality, afgekort als HCA. Wie in Kew brieven heeft opgevraagd, zal die afkorting zeker herkennen van de dozen waarin de brieven zijn opgeborgen. Deze schat aan brieven en andere buitgemaakte documenten is nog niet zolang bekend. De Nederlandse maritiem-historicus S.W.P.C. Braunius was eind van de jaren zeventig van de vorige eeuw op zoek naar bepaalde militair-juridische stukken. Hij vond niet wat hij zocht, maar hij vond wel iets anders: de in beslag genomen papieren van duizenden gekaapte Nederlandse schepen. Hij besefte de waarde van deze documenten voor de Nederlandse geschiedenis en schreef in 1980 een artikel waarin hij als eerste acht van die brieven publiceerde. Het begin van veel Nederlands onderzoek, zo blijkt ongeveer dertig jaar later. Duizenden brieven Sinds 2005 is bekend dat het om ongeveer 40.000 brieven gaat, waarvan 15.000 persoonlijke brieven, geschreven door de thuisblijvers aan de opvarenden van schepen die op weg waren naar diverse bestemmingen en omgekeerd. De brieven zijn geschreven door kinderen, broers, neven, zussen, vaders en moeders of andere familieleden uit hoge en lage standen. Het zijn verhalen over de dingen van alledag. Ze hebben dus een uitgesproken persoonlijk karakter. We lezen erin hoe het met de gezondheid van de schrijvers is, we worden deelgenoot van de roddels, we leren het wel en wee kennen van de gezinsleden enzovoort. Interessant studiemateriaal De brieven vormen interessant studiemateriaal, niet alleen op het vlak van geschiedenis, maar ook op het gebied van taal. Roelof van Gelder maakte in 2006 een eerste inventaris. Sindsdien is deze collectie geen onbekende meer voor Nederlandse onderzoekers. Netty van Megen publiceerde als eerste taalkundige over een aantal brieven van particulieren en de historicus Adrie van Vliet verzorgde in 2007 een uitgebreide bloemlezing met brieven van het thuisfront aan de vloot van De Ruyter. De brieven die in Kew gevonden zijn, blijken vooral geschreven te zijn van en naar Zeeland (Vlissingen en Middelburg) en van en naar Noord- en Zuid-Holland (Amsterdam en Rotterdam). Er staat een hele reeks van die brieven op de websites van het Meertens Instituut in Amsterdam en van het Instituut Zeeuws Erfgoed 3 juni 2017 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2017 | | pagina 3