Zee(uw)post
Als voorbeeld van de vele brieven die naar een Zeeuwse
geadresseerde zijn gestuurd - maar dus nooit aangekomen
- volgt hierna een brief uit Zee(uw)post van Sijmon Lijon
aan zijn echtgenote Nelcken Frans, die in de Lange
Noordstraat in Vlissingen woont. De brief is geschreven
op 2 september 1672. Met de hulp van vrijwilligers van het
project Zee(uw)post is de brief getranscribeerd. In de mate
van het mogelijke wordt er relevante informatie aan
toegevoegd.
Naer aller goedendagh mijn beminde huijsvrouwe
Nelcken Frans, weet alsdat ick noch wel te passe ben,
verhoepende hetselve van u ende van alle de vrienden
te verstaen. Voors mijn beminde maet, ick sende u l[ieven]
met schipper Pieter Jaspersen noch een oxhooft
met oraenappels. Daer sijn der twee oxhoofden in het schip,
maer de schipper die he[e]ft se uijt de oxhoofden ghedaen
om op te passen. Doet dan soo veele ende geeft heer
Jannes Robbers vrouwe, die woont bij de Koeuporte op
het Molewater tot Muddelb[urg]h, geeft die vrouwe van
de helft van van u appels een dorde.
Dit doende sult wel doen ende ick sende u l[ieven] noch
met de schipper twee vatges met lamoensop [limoensap],
het grooste is voor u l[ieven] ende het cleenste is voor
een ander man ghelick ghij in den handeren brief cont
sijenhet moet met den brief die in mijn brief is, tot
Amsterdam bestelt worden. Ende wat aengaet van mijn
schrivens en is nu niet veel want ick met Jacob Soetelinck
van alles bescheet gheschreeven hebbe ende geeft mijn
me[e]ster[s] ider wat van de apels ende wat lamoensop
maer houdt er voor u l[ieven] mede. Voor desen niet
meer als dat ick hoepe met Godt tegen de maent van
maert of april al bij u te weesen, mijn beminde lief ende
dan sal u verlangen ghedaen weesen ende doet alles
ghelick ick u te vooren gheschreeven hebben. Weet, mijn
beminde, alsdat ick seer verlangen om eens te weeten wat
dat ghij [voor] jon[gen]s hebt ende oock eens mochte sijen
ende verhoepende met Godt indien ick behoude reijse reise
mach doen, noch wel een goede reise te maecken niet
meer op dit pas, dan zijt den Heere in ghenade bevoolen
ende groet doch alle de vrienden van mijnenttweeghe.
Actum den II [2] september 1672.
Adressering van de brief van Sijmon Lijon aan zijn echtgenote
Nelcken Frans in de Lange Noordstraat in Vlissingen.
In een andere gelijkaardige brief van dezelfde man aan zijn
echtgenote, geschreven op 12 september van datzelfde jaar,
is te zien dat hij Amsterdam een keer met h en een keer
zonder h schrijft: "het cleenste moet ghij naer Hamsterdam
met desen brief die hierin is bestellen. Het eene dat voor
u is dat is ghemerckt met SL ende het hander dat naer
Amsterdam toe moet...". In die brief vergeet hij ook de
h bij helft: "sal hij ulieden part van geeven of de elft soo
daer eenige van over comen". Dat de i en de u ook door
elkaar gebruikt worden, is te zien in de schrijfwijze
Muddelburg. Uiteraard is een korte brief niet voldoende
om een patroon te zien, maar zoals we zagen in het werk
van Rutten en Van der Wal, is studie op basis van meer
materiaal zeer relevant voor onder andere taalkundig
onderzoek.
Zee(uw)post is een belangrijk project, waaruit in heel wat
disciplines resultaten te verwachten zijn. Laten we hopen
dat er op termijn voldoende tijd en middelen zijn om deze
getranscribeerde brieven verder te onderzoeken als bron
voor de geschiedenis, de taal en het culturele erfgoed van
Zeeland.
U l[ieven] man Sijmon Lijon
In deze brief zijn minder spreektalige elementen te vinden
dan in de brief waarover Van Sterkenburg schreef
(zie pagina 5). Wat wel opvalt is bijvoorbeeld het gebruik
van dorde voor 'derde'. Dat was niet enkel in Zeeland
bekend, maar tegenwoordig wordt de o-vorm nog
nauwelijks gebruikt. In het Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten is de vorm dorde nog opgenomen. Ook te passe
wordt in de dialecten van het zuidwesten nog gebruikt.
Lamoensop is een ander voorbeeld. Sop is uiteraard 'sap',
in dit geval van limoenen. Sop werd in heel wat dialecten
nog gebruikt in deze betekenis. Onder invloed van de
standaardtaal zal het nu overal sap geworden zijn.
We zien in deze brief ook de bekende problemen met de h.
Sijmon schrijft: "het cleenste is voor een ander man ghelick
ghij in den handeren brief cont sijen". De eerste keer schijft
hij ander zonder h, de tweede keer schrijft hij wel een h,
waar er geen hoeft te staan.
Veronigue De Tier
Wie mee wil werken aan het project Zee(uw)post kan
zich hiervoor opgeven via jfrancke@dezb.nl of
avanboven@dezb.nl. Zee(uw)post kan enthousiaste
mensen gebruiken die in een wiki-omgeving willen
werken aan onderzoek naar de context van de brieven
(personen, zaken en gebeurtenissen die erin worden
vermeld). Voor wie paleografie beheerst is het ook
mogelijk transcripties van brieven te maken.
Bronnen
- Rutten, G en M. van der Wal (2014), Letters as loot. A sociolinguistic approach
tot seventeenth and eighteenth-century Dutch.
- Sterkenburg, P. van (2009), 'Onse negersvolc negersvolc soo kijven omdat
negerijnen haer niet en wijlt laten fijke fijke', in: Sailing Letters Journal II, pag. 58-69.
- Sterkenburg, P. van (2010), 'Zeventiende-eeuwse brieven van en naar Oostende', in:
Voor Magda. Artikelen voor Magda Devos bij haar afscheid van de Universiteit Gent.
- www.brievenalsbuit.nl
- www.gekaaptebrieven.nl
Zeeuws Erfgoed 7 juni 2017 02