Trots op mijn monument "De bonte knaagkever is de enige bewoner" In de rubriek 'Trots op mijn monument' vertellen abonnees van de Monumentenwacht hoe het is om in een monumentenpand te wonen of te werken. Gerard van Noort is voorzitter, waarnemend penningmeester én koster van de Stichting Mauritskerk IJzendijke, de stichting die de meer dan vierhonderd jaar oude gelijknamige kerk in eigendom heeft en beheert. Maar gewoond wordt er niet in het rijksmonument: "De bonte knaagkever is de enige bewoner." Gerard komt oorspronkelijk niet uit Zeeland. In 1980 is hij vanwege een baan bij DOW Chemical-Terneuzen in IJzendijke neergestreken. Als lidmaat van de plaatselijke Hervormde Gemeente werd hij al binnen een maand door de toenmalige dominee gevraagd of hij tot de kerkenraad wilde toetreden. Het leek hem goed voor de contacten in het dorp, dus hij stemde toe, zoals hij ook instemde om voorzitter van de lokale tennisvereniging te worden. Ofschoon hij vooral om sociale redenen bij de kerk betrokken raakte, kan hij er inmiddels geen afstand meer van nemen: "Ik vind het nog steeds erg leuk!" De Mauritskerk uit 1612 is een belangrijk monument, zowel op Zeeuwse als op landelijke schaal. Het is de tweede kerk in Nederland die als protestantse kerk werd gebouwd. Overigens naar wens van prins Maurits, die graag zag dat er een kerkgebouw in IJzendijke kwam om zijn troepen te bedienen. Het plaatsje was toen een vesting in de frontlinie van de strijd tegen de Spanjaarden. Om die reden viel IJzendijke net als de rest van Staats (Zeeuws) Vlaanderen rechtstreeks onder het bestuur van de Staten-Generaal in Den Haag. in staat het een-op-een door te sturen naar het architec tenbureau om de gebreken aan te pakken." In 1994 is het beheer van de kerk neergelegd bij de Stichting Hervormd Kerkgebouw IJzendijke. Dit bleek niet zaligmakend. Gerard: "Het 'hervormde' drukte zwaar op het geheel. Niet iedereen wenste activiteiten te beleggen in een specifiek aan een met een bepaalde geloofsrichting verbonden kerkgebouw. Daarom is in 2015 de naam van de stichting gewijzigd in: Stichting Mauritskerk IJzendijke." Deze naamswijziging bleek een geluk bij een ongeluk toen in datzelfde jaar de eerste verkenningen begonnen over het mogelijk samen kerken met de katholieken. De rooms-katholieke kerk van IJzendijke stond immers op de nominatie om gesloten te worden (in januari 2017 daad werkelijk gesloten, red.). Onderhoudsachterstanden en de enorme omvang van het rooms-katholieke kerkgebouw noopten het bisdom en de parochie naar andere manieren te kijken om de zielenzorg in IJzendijke te kunnen blijven garanderen. De monumentaliteit betreft niet alleen de ouderdom en het aanzien van de kerk, maar ook het interieur waaronder het orgel, de doopvont en het tiengebodenbord. Het houtwerk is misschien het meest onderhoudsgevoelige deel van de kerk. Want het is kwetsbaar voor bijvoorbeeld de bonte knaagkever, die vorig jaar weer is ontdekt. "Dit heeft helaas grote financiële consequenties. De reguliere instandhoudingssubsidie van het Rijk is voor zes jaar al besteed aan de eerste onderzoeken en bijpassende maatregelen." De Monumentenwacht gaat extra onderzoek verrichten naar de aanwezigheid van de knaagkever. "Het is een kostbare en langdurige zaak om dit ongedierte te bestrijden en dan is een objectieve partij die aangeeft waar en in welke mate er aantasting is, wel zo handig", licht Gerard toe. De jaarlijkse inspecties van de Monumentenwacht zijn een belangrijk hulpmiddel om de kerk in goede staat te houden: "De rapporten geven gedegen informatie over de staat van de kerk en welke onderdelen het eerste moeten worden aangepakt om de kerk in goede staat te houden. Ook het format waarin ik het rapport krijg, papier én pdf, stelt ons Voorzitter, waarnemend penningmeester en koster van de Stichting Detail van het monumentale kerkinterieur met het tweeklaviers mechanisch Mauritskerk IJzendijke, Gerard van Noort (foto's Mieke Wijnen Fotografie). Batz/Witte-orgel uit 1872 van orgelbouwer Christian Gottlieb Friedrich Witte. Zeeuws Erfgoed 1 7 december 2017 04

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2017 | | pagina 17