Heem- en
oudheidkundige bladen
relatie met Netty Nijhoff-Wind (de vrouw
van Martinus Nijhoff) en verbleef vaak in
Valkenisse. Anders dan Mondriaan
hanteerde zij de zogenaamde dubbele lijn
in haar werk (dat wel bestond uit primaire
kleuren) en maakte zij ook beeldhouw
werk. Lo van Driel gaat in op het bestuur
van het Zeeuwsch Genootschap tijdens de
Tweede Wereldoorlog en de moeilijkheden
waarvoor zij zich geplaatst zag tijdens de
bezettingstijd. In ''t is vol van schatten
hier' behandelt Veronica Frenks een
Middelburgs werk van de op Java geboren
schilder Albert Bernard Neujean (1887
1959). Naast de andere vaste rubrieken
zijn er nog vier boekbesprekingen.
Ron van Maanen, e.a. (tekst), Adri
Meerman, Aafke Verdonk-Rodenhuis en
Ad Tramper (redactie), 'Tussen eb en
vloed. Themanummer maritiem',
Het leven in Vlissingen vanaf het midden
van de negentiende eeuw nr. 7 (Vianen:
Uitgeverij Optima, 2017) 169-196, pag.; ill,
foto's, tek.; EAN 8776940118076. De
scheepvaart in en om de stad is het meest
voor de hand liggende thema van deze
reeks. Ingegaan wordt op de (aanleg van
de) havens, de havenbaronnen, de komst
van de marine(werf) naar de stad, het
loodswezen, scheepsstrandingen, het
reddingwezen, sleepvaart, de zeehonden-
werf, zeevaartschool, het evenement
Sail de Ruyter, het bedrijf Oceanwide en
het museumschip Mercuur.
Adri Meerman, e.a. (tekst), Adri Meerman,
Aafke Verdonk-Rodenhuis en Ad Tramper
(redactie), 'Tussen burger en burgemees
ter. Themanummer bestuur', Het leven in
Vlissingen vanaf het midden van de negen
tiende eeuw nr. 8 (Vianen: Uitgeverij
Optima, 2017) 197-224, pag.; ill, foto's, tek.;
EAN 8776940118083. Aan bod komen
onderwerpen als: over baljuws en
burgemeesters, bestuur in de achttiende
eeuw, de burgemeester, bestuur in
oorlogstijd, een stadspaleis als raadshuis
(over het Van Dishoeckhuis), een nieuw
stadhuis, de renovatie daarvan, het
gemeentehuis van Oost- en West-Souburg,
gemeentelijke bedrijven, grenspalen en
over heerlijkheden en ambachtsheren.
Gerard van der Hoeven, e.a. (tekst), Adri
Meerman, Aafke Verdonk-Rodenhuis en
Ad Tramper (red.), 'Tussen muziektent en
Grand Hotel. Themanummer uitgaan',
Het leven in Vlissingen vanaf het midden
van de negentiende eeuw nr. 9 (Vianen:
Uitgeverij Optima, 2017) 225-252, pag.; ill,
foto's, tek.; EAN 8776940118090. Uitgaan
is door de tijd een rekbaar begrip. Was
vroeger een dagje aan het strand al een
uitstapje in de spaarzame vrije tijd, nu is
dat gewoon. Er wordt vooral ingegaan op
het tijdverdrijf van de twintigste eeuw.
Hierbij komen onder meer aan bod:
jaarmarkten, kermis en circus, het
verenigingsleven, het concertgebouw,
het bruisende leven in de sixties waarin tal
van bekende artiesten in de stad optraden,
de komst van jongerencentra, het mondai
ne leven in hotel Britannia, cabaret,
straatmuzikanten, bioscoopbezoek en
muziektenten.
Peter Lindhout, Kees de Koning (redactie)
en Piet Quist (redactie, lay-out), Rondom
het stadsrecht van Tholen 1366. Jaarboek
Heemkundekring Stad en Lande van
Tholen, 13 (2016) 56 pag.; ill., foto's, krt.,
tek. Jubileumuitgave ter gelegenheid
van 650 jaar stadsrechten Tholen, waarin
onder meer behandeld: het ontstaan van
Tholen, Tholen onder grafelijk en
hertogelijk bestuur (1221-1299), onder het
Henegouwse Huis (1299-1354), het Beierse
Huis (1354-1433), onder het Bourgondische
en Habsburgse Rijk (1433-1500), de stads
keur van Tholen en alle daaraan verbon
den functionarissen, wonen en leven in
de middeleeuwse stad, veiligheid, recht
en regels, economie, kerkelijk leven en
de veerdienst. Met literatuuropgave.
Joost Bakker (tekst), Tiny Polderman
(eindredactie), 'Walcheren, het ultieme
schildersparadijs', Het leven op Walcheren
vanaf het midden van de negentiende
eeuw, nr. 8 (Vianen: Uitgeverij Optima,
2017) pag. 197-224; ill., foto's, tek., krt.,
grav.; EAN 8-776940-108084.
Eind negentiende eeuw ontstaan diverse
kunstkolonies in Europa, ook op Walcheren
- net ontsloten door trein en tram -
strijken talloze kunstenaars neer. Vooral
Domburg en Veere en in mindere mate
Westkapelle en Zoutelande staan in de
belangstelling. Galeriehouder en auteur
Joost Bakker beschrijft de kunstenaars
en stromingen aanwezig in Domburg
(Jan Toorop, Claus, Elout-Drabbe,
Mondriaan, Van Heemskerck, familie
Góth), Westkapelle (Charley Toorop,
Galloway, Gabriëlse, Campert, Viruly),
Zoutelande (Hart Nibbrig, Bergsma),
Vlissingen (Schütz), Middelburg (Kimpe,
Van Schagen, Mes, Heymans),
Vrouwenpolder, Biggekerke (Valkenisse)
(Moss, Nijhoff-Wind) en Veere (Van Gelder,
Vaarzon-Morel, Heyse). Daarbij komen ook
vele bij het grote publiek minder bekende
kunstenaars aan bod.
In De Wete gedaan aan de leden van de
Heemkundige Kring Walcheren (2017, 3)
schrijft P. Romijn: 'De Brand van
Middelburg. Enige beschouwingen aan de
hand van het eindrapport van het NIMH'.
Over de verwoesting van Middelburg is
veel geschreven maar over de oorzaak
van de brand op 17 mei 1940 is misschien
nog meer gespeculeerd. De gemeente
Middelburg wilde graag een eindconclusie
om op een juiste manier de ramp te
kunnen gedenken. Op verzoek van de
gemeente is over de geschiedschrijving
van die brand in 2016 een rapport
verschenen van het Nederlands Instituut
voor Militaire Historie (NIMH). Een
commissie van het instituut bestudeerde
het verzamelwerk onder redactie van
P. Sijnke, en de studie van A.B.J. Goossens.
Bij het werk van Sijnke plaatste de
commissie enkele kanttekeningen bij de
opzet en Goossens werd een vorm van
tunnelvisie verweten. Na gedegen
onderzoek is de conclusie dat de precieze
toedracht van de brand moeilijk te
Zeeuws Erfgoed 29 december 2017
achterhalen is, maar de aanname van
een terreurbombardement bleek niet
houdbaar te zijn. Verder onderzoek
door historici lijkt welkom.
R. Goudbeek houdt zich bezig met de
gezondheid van de kip. In 1901 werd de
Vereeniging tot Bevordering van de
Pluimveehouderij in Nederland (V.P.N.)
opgericht, en ook in Zeeland kwamen
afdelingen. Hugo Johannes Vreeburg,
directeur van het Badhotel in Domburg,
was lid van de kippencommissie. Er kwam
een fokstation en een nieuw soort kip -
naar de fokker de Vreeburger genoemd -
kreeg veel aandacht in 1906 tijdens een
internationale tentoonstelling in het
Schuttershof in Middelburg.
De Middelburgers Hendrik Worst en Karel
Meertens speelden een rol bij de
verbetering van de voeding van de kip:
het Walchers Ochtendvoer maakte furore.
Toch is de Vreeburgerkip geruisloos uit
de kippengeschiedenis verdwenen.
J. Braat heeft onderzoek gedaan naar het
post- en telegraafverkeer van de Duitsers
op Walcheren.
Dat we Zeeuwse, en zeker Walcherse
namen terugvinden over de hele wereld is
bekend. J. Simons nodigt de lezer in dit
nummer uit mee te gaan naar Middelburg
in de monding van de Eufraat. Verder is
het nummer goed gevuld met de vaste
rubrieken en mededelingen.
In Den Spiegel, het tijdschrift van de
Vereniging Vrienden van het muZEEum en
het Gemeentearchief Vlissingen (2017,3),
komt J. Simons aan het woord over een
dorpje in Engeland: Flushing in Cornwall.
Na het verrichten van veel speurwerk
beschrijft hij de geschiedenis van het
plaatsje in dit nummer.
Bij slavenhandel en slavernij zijn we
geneigd aan de trans-Atlantische slaven
handel te denken, maar R. Paesie ontdekte
dat in Azië ook een wijdvertakt slavernij-
systeem bestond. Aan de hand van
vrijgekomen stukken in de VOC-archieven
in Azië en de bestudering van het boekje
Kleurrijke Tragiek. De geschiedenis van
slavernij in Azië onder de VOC van
M. van Rossum maakt Paesie het verschil
duidelijk tussen de trans-Atlantische
slavenhandel en die in Azië, waar de
VOC bij betrokken was.
G. de Boer schrijft 'Honderdvijftig jaar
oeverlichten langs de Westerschelde'.
Met de komst van oeverlichten 150 jaar
geleden kon de Westerschelde bij nacht
bevaren worden. In 1866 tekende August
Stessels de eerste zeer gedetailleerde
hydrografische kaart. Zijn plan voor
oeververlichting was een meesterwerk, en
tot ongeveer 1900 waren oeverlichten
onmisbaar. Daarna deed het gas zijn
intrede en werden drijvende boeien van
licht voorzien. Dankzij de komst van radar
kunnen er nu elk jaar lichten worden
afgebroken. De auteur betoogt dat het
heel belangrijk is een deel van het
lichtenstelsel te beschermen, omdat
anders bijzondere historische objecten
bij het oud ijzer zullen belanden.
G.J. Derksen vertelt in 'Abraham Gillis
Jongman (1886-1970)' het verhaal over
zijn grootvader, die een groot deel van