Meugelek iets voe joe? betrokken leden voor de raad van toezicht Meldpunt voor Bodemvondsten www.scez.nl/ vondstmelden zijn tijd bij de marine in Oost-Indië doorbracht. Naast het verhaal over zijn grootvader schrijft de auteur ook over de taak van de marine in de Oost. Het muZEEum had deze zomer een jubileumtentoonstelling over de 'Tocht naar Chatham', die 350 jaar geleden plaatsvond. De tentoonstelling is ingericht door A. Scheijde, die in dit nummer een boeiend verslag geeft van de opzienbarende tocht van de Nederlandse oorlogsvloot. Dankzij deze reis werden de Britten gedwongen de vrede van Breda te ondertekenen in 1667. De Spuije, het tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (zomer 2017), heeft als eerste artikel 'Rijkdom op het platteland van Zuid-Beveland in de zeven tiende eeuw', geschreven door K. Visscher. Hij onderzoekt hoe rijk de economische bovenlaag van de bevolking in de zeven tiende eeuw was, waar die rijkdom vandaan kwam en hoe die zich ontwikkelde. Er blijkt een aanzienlijke groep met een klein vermogen geweest te zijn en een kleine groep met een aanzienlijk vermogen. De groep die de basis voor haar vermogen in eerdere tijden had gelegd, lijkt rijkdom en maatschappelijke posities goed te kunnen behouden. 'Nouveaux riches' zijn er alleen onder de predikanten en in de nieuwere polders. Visscher geeft gebieden aan waarop nog uitgebreider onderzoek moet plaatshebben. Verschillen en overeen komsten tussen de eilanden, zoals de Bevelanden, Walcheren of Tholen kunnen licht werpen op de agrarische elitevorming. G.J. Lepoeter behandelt strafzaken tegen kinderen in de periode 1810-1850. Hij geeft voorbeelden om te laten zien dat rechters zelfs jonge kinderen tot gevangenisstraffen veroordeelden. Hoe kwamen de wetten tot stand en hoe werden ze uitgevoerd, en hoe ging het er in de gevangenissen aan toe? Over een Bevelander die actief was in de Tweede Wereldoorlog schrijft C. van den Bovenkamp. Het gaat over Piet Geelhoed uit Stroodorp, die overstak naar Engeland en daar deel uitmaakte van de Prinses Irene-brigade. H. van Rees vertelt over kunstkant en klederdrachten naar aanleiding van de expositie 'Kunstkant', met werk van José Besters-Uilenbroek. In de Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (2017, nr.103) is het eerste artikel van J. van Houdt: 'Geschiedenis van de verdwenen meestoof 'De Hoop' te Terneuzen'. De auteur legt uit wat de meekrapteelt precies inhoudt en schenkt extra aandacht aan de verdwenen meestoof. Over 'De Hoop' wordt in de archieven van Terneuzen voor het eerst melding gemaakt in 1816. Na de Belgische opstand is de meestoof verplaatst naar Driewegen. Toen omstreeks 1857 de meekrapteelt in de problemen kwam, raakte De Hoop in verval. In 1844 brandde de meestoof af. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen zijn in de Tweede Wereldoorlog ongeveer 40 vliegtuigen neergestort, zowel Duitse als geallieerde. In december 1942 crashte een Mosquito B IV bommenwerper van het 105de Squadron. Auteur H. de Putter van het artikel 'Failed to return: de Havilland Mosquito DZ 360' heeft de familie van een van de omgekomen bemanningsleden achterhaald. Goede contacten kwamen daaruit voort. De Putter beschrijft de gang van zaken rond het ontwerp en de bouw van bommenwerpers, de aanvalsdoelen en de resultaten. Daarna gaat hij nader in op het verongelukte toestel, de vliegroute en de crash. De twee omgekomen bemanningsleden, die op hun eerste gevechtsmissie sneuvelden, werden in Vlissingen begraven. J. de Vries zal een aantal artikelen verzorgen over de jongste geschiedenis van Terneuzen, te beginnen in dit nummer. De Vries publiceerde als historicus boeken over Terneuzen en de regio. Aan de hand van verhalen van oude Terneuzenaars, aangevuld met feitenmateriaal uit kranten, laat hij de 'goeie ouwe tijd' herleven, een tijd die niet altijd even rooskleurig was. P.W. Stuij trakteert de lezers op enkele ongewone grensaanduidingen, zoals een 'grensengel' op de grens van Zuid-Holland en Noord-Brabant, die vooral moest benadrukken dat men vanuit het noorden een rooms-katholieke provincie binnen kwam. Het Bulletin van de oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' (2017,3) begint met huishoudelijke zaken zoals mededelingen van de redactiecommissie, het bestuur, de excursiecommissie en de werkgroep funerair erfgoed. Van wijlen G. Sponselee is het artikel 'Kampen? Of is het Campen?'. Campen is een gehucht in de gemeente Hulst in Zeeuws-Vlaanderen, niet ver van de Westerschelde. Kampen is de aanduiding voor een met een sloot, of bijvoorbeeld met een heg, afgepaald stuk land, afgeleid van het Latijnse campus. Hulst ligt op een hoge zandrug, en vanaf daar stroomden kleine veenriviertjes naar de Honte, de latere Westerschelde. De Hulsterhaven zal zo'n riviertje geweest zijn, dat door veel storm vloeden in vroeger tijden verbreed en verdiept is. Jarenlang is het de verbinding geweest van Hulst met het open water. Aan de westkant van de Hulsterhaven is Campen als een dorp met een kerk aangegeven. Aan de hand van veel kaarten, onder andere van de Hattinga's en van Willem Jansz. Blaeu, en beschrijvingen van bijvoorbeeld J. Adriaanse, E. Gottschalk en J. van Lansberghe bespreekt Sponselee de veranderende toestanden in de streek en de wijze waarop Kampen (of Campen) betrokken is bij de haven van Hulst. Daarna gaat het over het bestaan van een fort en een haventje te Campen, de sluizen, het Hellegat en de veren over het Hellegat. ARCHEOLOGIE MONUMENTEN CULTUURHISTORIE MUSEA EREGOEDEDUCATIE STREEKTALEN Vanwege tussentijds vertrek en het aflopen van de benoemingstermijnen zoeken we nieuwe Werk je in het bedrijfsleven, het openbaar bestuur of ben je jurist, heb je bestuurlijke ervaring en affiniteit met politieke besluitvormingsprocessen, beschik je over een 'open mind', een interessant netwerk, gevoel voor erfgoed en een brede kijk op de Zeeuwse samenleving, dan is een toezichthoudende functie bij de SCEZ misschien iets voorjou! Voor de volledige vacaturetekst en meer informatie zie www.scez.nl/vacatures Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Stel, u doet een archeologis che vondst in uw tuin, op het strand, in een bouw put of op een aardapelveld. De Erfgoedwet schrijft voor dat u dit moet melden. In Zeeland doet u dat bij de SCEZ. De SCEZ registreert uw ontdekking en slaat de informatie op in het Zeeuws Archeologisch Archief. De vondst blijft uw eigendom, tenzij u deze wilt afstaan. Meer informatie op: Zeeuws Erfgoed 30 december 2017 04

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2017 | | pagina 30