Historisch beeld van de Dam met het dok en op de achtergrond het Oost-Indisch Huis. Het rijzige, vierde huis van rechts is Het Gouden Cruys.
Datering 1880-1890 (bron: Zeeuws Archief, Historisch-Topografische Atlas Middelburg, nr. HTAM-A-0054).
Toen we eenmaal hier woonden, werd ik nieuwsgierig naar
eerdere eigenaren en ben ik als eerste begonnen met het
uitzoeken van de familie Dhont. Die had in 1870 op deze
locatie een kruidenierswinkel in koloniale waren, een
overeenkomst met ons bedrijf natuurlijk. Ik ben gaan
zoeken of er nog nabestaanden waren en kwam uit bij ene
mevrouw Dhont-Meulenhof - van de uitgever - die ergens in
de buurt van Utrecht woonde. Ik heb die mevrouw
vervolgens een brief geschreven, zij was toen al in de
tachtig, met de vraag of zij misschien nog foto's had. Zij
belde mij helemaal in paniek op en vroeg wat ik van haar
wilde, want 'u weet veel meer over mijn familie dan ikzelf'.
Ik had haar met mijn vraag een beetje overvallen. Maar ze
had wel een paar fotootjes voor me en een heleboel
informatie, waaronder een obligatie van een plantage in de
kolonie Essequebo. Die werden toen veel uitgegeven, een
soort crowdfunding. Die familie Dhont heb ik vrijwel
compleet in beeld; ze heeft hier tot 1910 gewoond en met
nazaten heb ik nog steeds contact.
Voor het onderhoud en restauratiewerk, dat ik ten dele zelf
uitvoer, heb ik me verdiept in oude bouwmaterialen en de
kunst van vakmensen afgekeken. Al doende leer je. Ik heb
het bovenlicht hersteld, deuren, ramen en kozijnen
aangepakt en het dak van het achterhuis laten vernieuwen
en uiteraard laten isoleren. Voor het voegwerk van de
voorgevel heb ik zelf een recept samengesteld dat geschikt
is voor moppen, een relatief zachte steensoort. De mortel
moet dan veel kalk bevatten zodat het niet sterker is dan
de steen. Want doe je dit niet, dan blijft er vocht inzitten en
kunnen de stenen kapotvriezen.
In de koppen van enkele moerbalken is begin vorig jaar
aantasting door de bonte knaagkever geconstateerd. De
Monumentenwacht adviseerde mij toen om de aangetaste
delen te laten verwijderen en de balken aan te laten gieten
met epoxyhars. Dat is gebeurd. Weinig mensen realiseren
zich trouwens dat zo'n draagbalk uit een hele boomstam
bestaat. Aan de ene zijde is het sleutelstuk uitgekapt en
aan de andere zijde is het er aangehangen, dat kun je zien.
Voor de afwerking van die ondersteunende elementen zijn
diverse profielen gebruikt, waaronder het ojief. De vorm
van de decoratie zegt iets over tijdsperiode waarin deze is
aangebracht.
Op de spanten in de kap zijn nog telmerken terug te vinden.
De wijze waarop deze zijn ingekerfd geeft ook weer een
datering aan. Ja, met zo'n oud pand blijf je bezig. Je bent in
feite toch rentmeester en dan moet je het als een goede
huisvader behandelen. Het is zo'n oud monument. Over
vijfhonderd jaar staat het er nog."
Bent u ook zo'n trotse monumenteigenaar?
Laat het de redactie weten!
Bent u ook zo'n trotse eigenaar of beheerder van een
monumentenpand en wilt u uw verhaal delen met de
andere lezers van Zeeuws Erfgoed, neem dan contact op
met de redactie: zeeuwserfgoed@scez.nl. Het
volgende interview verschijnt in het juninummer. De
redactie is benieuwd naar uw keuze om juist in een
monumentenpand te wonen en/of te werken. Uit de
inzendingen maakt zij een selectie, zodat verschillende
monumentcategorieën aan bod komen. Abonnees die
aan de interviewreeks deelnemen, ontvangen voor hun
medewerking de professionele portret- en detailfoto die
bij hun verhaal wordt afgebeeld.
Zeeuws Erfgoed 18 maart 2018 01