Frans-Vlaamse en Zeeuwse
talige gelijkenissen
2018 is het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. In Europa gaat men dus op zoek naar cultureel
erfgoed dat we gemeen hebben met andere landen in Europa. Voor streektalen lijkt dat op het eerste
gezicht niet zo evident, want het woord streektaal verwijst al naar het feit dat de taal bij een bepaalde
streek of regio hoort. Maar toch
Het meest zuidwestelijke hoekje
Zeeland ligt in het uiterste zuidwesten van Nederland, maar
rijksgrenzen zijn zeker niet altijd taalgrenzen geweest.
Iedereen uit de buurt van Retranchement of Sluis weet
dat de bewoners van een paar dorpen verder in
West-Vlaanderen ongeveer hetzelfde dialect als zijzelf
hebben (of misschien beter: hadden). En dat geldt ook
voor de plaatsen die nog iets verder weg liggen, in
het noordoosten van Frankrijk. Het meest zuidwestelijke
hoekje van ons taalgebied vinden we niet in West-Zeeuws-
Vlaanderen maar in het stukje Noord-Frankrijk waar nog
een Nederlands dialect wordt gesproken door enkele
oudere mensen.
Verbondenheid
Hoezeer deze streek is verbonden met Nederland mag
blijken uit het levensverhaal van twee kapiteins, die
respectievelijk in Frankrijk en in Zeeland als helden bekend
staan. Voor Zeeland komt direct de naam Michiel de Ruyter
naar voren, geboren in Vlissingen in 1607. Hij is onder
andere bekend van zijn tocht naar Chatham in 1667,
waar een veel grotere Engelse vloot werd verslagen, het
'Medway disaster'. Het is ook daar dat een zeventienjarige
scheepsjongen uit Frankrijk de knepen van het vak leert:
de later legendarische Noord-Franse kaperkapitein Jean
Baert, geboren in Duinkerke in 1650. Die Vlaamse stad was
toen in handen van de Engelsen. Twee jaar later wordt de
stad door de Engelsen verkocht aan de Fransen en de vader
van Baert wijkt uit naar Vlissingen, waar de jonge Baert
opgroeit. Hij trouwt er met een Vlissingse. In 1672 gaat hij
terug naar Frankrijk in Franse dienst. Later wordt hij een
beruchte kaper en een van de meest succesvolle vloot
voogden van Lodewijk XIV. Dit verhaal toont ons dat er
altijd nauwe historische banden zijn geweest tussen de
kustbewoners van Zeeland en Vlaanderen, en zelfs
Frans-Vlaanderen.
Geschiedenis
Iedereen rijdt er weleens doorheen, door dit gebied. En wie
weet komt men dan toevallig in Coudekerque of Rosendael,
beide bij Duinkerke. Dat klinkt wel heel bekend en dichtbij
voor Zeeuwen. Heel wat plaatsen verraden er ook nu nog
hun Vlaamse oorsprong. Naast namen op -kerke
(Nortkerque, Zutkerque,zijn er namen op -ingem
(Ledinghem, Maningem, Audinghen,Natuurlijk zijn er
ook plaatsnamen waarbij dat niet meer zo duidelijk is.
Een naam die eindigt op -bert bijvoorbeeld, die gaat terug
op het woord -berg (Audembert Oudenberg, Brunembert
Bruinenberg). Het bekende Wissant is niet meer dan
Witzand en Bouquehault is eigenlijk hetzelfde als
Boekhoute, dat 'beukenbos' betekent. Die plaatsnamen
getuigen van de Germaanse kolonisatie in onze streken
lang geleden rond de vijfde eeuw. Langs onze kusten was
er een sterke Saksische invloed. Dat merken we niet alleen
in de taal, maar ook nog in plaatsnamen. Namen op -nesse
(Longuenesse) corresponderen met Nederlandse namen
op -nisse en -nesse (Renesse, Bruinisse, Stavenisse,
Scherpenisse, Nisse, Ossenisse, Hontenisse in Zeeland).
Nisse 'neus' verwijst naar een landtong en bij uitbreiding
naar laag en moerassig land.
Graafschap Vlaanderen
Wel Nederlandse namen, maar het Nederlands zelf is er
helemaal verdwenen. Dat is een proces geweest van
ongeveer duizend jaar. Boulogne was nog tweetalig in
de twaalfde eeuw. De Nederlandse naam Boonen komt nog
voor op oude zeekaarten tot de zestiende eeuw. Calais
bijvoorbeeld bleef tweetalig tot in de zestiende eeuw en
Duinkerke zelfs tot in de negentiende eeuw. De spreektaal
van het platteland is langzaam 'verpikardischt' (de taal
van de Noord-Franse streek Picardië), en later verfranst.
Die verfransing in Frans-Vlaanderen is er gekomen in de
negentiende en twintigste eeuw. Nu zijn er slechts enkele
heel oude Frans-Vlamingen die hun Vlaamse dialect nog
kunnen spreken. Maar het is wel duidelijk dat Zeeuwen er
in hun dialect best nog een gesprek kunnen voeren met
deze oudste inwoners.
Taalkundige gelijkenissen
Het Vlaamse dialect van dit noordoostelijke deel in Frankrijk
vertoont immers heel wat taalkundige gelijkenissen met
het Zeeuws. In de eerste plaats zijn er een aantal klank
verschijnselen die vooral aan de kust voorkomen. In de
taalkunde spreken we over Kustwestgermaanse of
Ingweoonse kenmerken. Het zijn klankevoluties die we
in het Engels, het Hollands, het Zeeuws, het Fries en het
Vlaams aan de kust zien. Enkele voorbeelden zijn rik voor
het Nederlandse rug, of brigge voor brug. Denk maar aan
het Zeeuwse Brigdamme. De uitspraak van de aa zoals we
die kennen van de Zeeuwse eilanden is er eveneens een
voorbeeld van. Frans-Vlamingen zeggen maakn en schaap,
Zeeuwen van de eilanden zelfs maeke en schaep, maar niet
moakn en schoap zoals in Zeeuws-Vlaanderen en een groot
deel van Vlaanderen. Die oa is een nieuwere vorm,
overgenomen uit Brabant. Ook de uitspraak van
bijvoorbeeld dak (dek) is vooral te horen langs de kust.
Zeeuws Erfgoed 20 maart 2018 01