Walcheren In het najaar van 2017 vond een particulier op het strand tussen Westkapelle en Domburg een wel heel bijzonder botfragment. Het bleek een groot deel van de onderkaak van een grottenleeuw te zijn. De onderkaak was 16 centimeter lang en bevatte nog drie kiezen. De grote hoektand ontbrak. Schouwen-Duiveland Onderkaak grottenleeuw De kaak is ongetwijfeld meegekomen met een zandsuppletie van enkele jaren geleden. Het opgespoten zand is afkomstig van de Middelbank, circa 20 kilometer uit de kust van Walcheren. Al eerder waren op de stranden meerdere kiezen van mammoeten en wolharige neushoorns gevonden, evenals een vuurstenen vuistbijl van een Neanderthaler. De grottenleeuw, die groter was dan de grootste Afrikaanse leeuwen, leefde vermoedelijk op steppen in het pleistoceen, het tijdvak van de ijstijden. De steppen bestonden uit Onderkaak van een grottenleeuw, strand Westkapelle-Domburg. grasvlakten met hier en daar wat boompjes en struiken. De naam grottenleeuw verwijst naar plaatsen waar in het verleden resten van dit dier zijn aangetroffen, namelijk grotten in de Ardennen en de Alpen. De leeuw kwam dus wel in dergelijke grotten, maar waarschijnlijk niet zo vaak. Metaalvondsten bij Middelburg De heer A. de Jager uit Oost-Souburg meldde enkele middeleeuwse metalen voorwerpen, die hij met zijn metaaldetector op een akker in de omgeving van Middelburg had gevonden. Onder de vondsten bevond zich een fraaie schijffibula (ronde sluitspeld) van een onbekend type uit de periode negende-twaalfde eeuw. Schijffibula, omgeving Middelburg. Overzicht rioleringswerkzaamheden in de Mol te Zierikzee, met resten van een groot gewelf (foto M. van der Zande). Waarnemingen binnenstad Zierikzee In het najaar van 2017 hebben leden van de Werkgroep Archeologie Schouwen-Duiveland waarnemingen verricht tijdens rioleringswerkzaamheden in de Mol in de binnenstad van Zierikzee. In de middeleeuwen liep het water van de oude haven in het zuidoosten van de stad in de richting van de Karnemelksvaart, dat tot het oudste westelijke deel van Zierikzee behoort. In de zestiende eeuw was aan het einde van de haven een sluis aangelegd. Bij eb werd de sluis opengezet, zodat het water uit de achterliggende gracht met kracht via de haven naar zee kon stromen. Men probeerde het dichtslibben van de haven te voorkomen met een krabbelaar of mol. Dit was een zeilschip met een platte bodem, waaraan haken waren bevestigd die de grond onder het schip loswoelden. De straatnaam Mol herinnert er nog aan, net als de Molstraat in andere steden, zoals Middelburg. In de straat zijn tijdens de rioleringswerkzaamheden de contouren van een zeer groot gewelf blootgelegd, dat zeer waarschijnlijk tot de sluis behoorde. Het gewelf bevindt zich deels onder de straat en deels onder de huizen, die daar in de achttiende tot en met de twintigste eeuw zijn gebouwd. Het loopt precies in de richting waar de haven eindigde. Tijdens de waarnemingen zijn uit de stortgrond diverse metalen voorwerpjes en aardewerkfragmenten verzameld. De oudste vondsten dateren uit de vijftiende eeuw. Een rapport van het onderzoek is bij de SCEZ aangeleverd. Zeeuws Erfgoed 24 maart 2018 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 24