Meldpunt voor Bodemvondsten www.scez.nl/vondstmelden In De Wete, blad van de Heemkundige Kring Walcheren (2017, 4), schrijft R.J. Koppejan over zijn onderzoek naar de Middelburgse zilversmid en sterren-kundige Cornelis Tevel. Cornelis Tevel werd geboren in 1763 en begon zijn carrière als zilversmid. Er is echter meer over zijn werk als sterren kundige te vertellen. Met behulp van zijn telescoop heeft hij reeksen tekeningen van de zon gemaakt. Verder nam hij een over gang van Mercurius voor de zon waar, enkele gedeeltelijke zonsverduisteringen en verschillende kometen, onder andere de Grote Komeet van 1819. A. Maljaars onder zoekt het ontstaan van de polders tussen Oostkapelle en Vrouwenpolder. Over het palingroken in Middelburg brengt D. Ingelse ons op de hoogte en L. Faase vertelt over het Zeeuwse trekpaard Zora, een bekende fokmerrie. Als eerbetoon aan het Zeeuwse trekpaard is in 2017 een bronzen beeld van Zora geplaatst in Oostkapelle, de plek waar het paard ooit heeft rondgelopen. J. Simons zoekt weer naar de naam Walcheren buiten Zeeland, in dit nummer houdt hij het bij Nederland. Het Polderhuisblad, Wasschappels Magazine (oktober 2017) gaat voor een groot deel over de herdenking van de bevrijding na de Tweede Wereldoorlog, die jaarlijks georganiseerd wordt door Ruud Sonius en Ivo van Beekhuizen. De belangeloze medewerking van muziekvereniging OKK wordt altijd zeer gewaardeerd. In Westkapelle verlopen de herdenkingen vlekkeloos, militairen, veteranen en burgers voelen zich zeer betrokken. In dit herdenkingsnummer worden twee Westkappelse oorlogsslacht offers en twee willekeurige Britse oorlogs veteranen aan de vergetelheid onttrokken. In Arneklanken, het bulletin van de Historische Vereniging Arnemuiden (2017, 4), is de toespraak afgedrukt die L. van der Vliet heeft gehouden ter gelegenheid van de presentatie van het boek van P. Fe ij: Van Crucq tot Lantsheer, de burgemeesters van Arnemuiden in de negentiende eeuw. Ook zet P. Fe ij in dit nummer zijn reeks over Arnemuiden onder Willem I voort. L. Schouls komt met een goed verhaal over de Arnemuidse klokken die sinds 1970 in Oosterhout verblijven. J. Adriaanse biedt hier zijn laatste artikel aan over het Arnemuidse zout, dat heel wat rumoer en drukte veroorzaakte in het stadje. Daarna een interview van K. van de Ketterij jr. met zijn grootvader over de beschieting van Arnemuiden in 1944. P. Baaijens schrijft nog eens over mensen uit Arnemuiden die zich waarschijnlijk bezig hielden met ketterse praktijken. Wat 'puffabrieken' waren horen we van T. Franken; 't was vast geen genoegen naast zo'n fabriek te wonen. G. van der Wal vraagt zich af waar de relikwieën van Sint Jozef gebleven zijn die de heren van Arnemuiden 'leenden' op hun kruistochten, en Ch. Fe ij zou best willen weten wie de visleursters waren op de carte de visite-foto's uit de negentiende eeuw. Den Spiegel, tijdschrift van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en het gemeentearchief Vlissingen (2018, 1), opent met 'Verre van Vlissingen', waarin we voor de derde maal kennismaken met de naam Vlissingen in het buitenland. Dit keer gaat de reis naar Engeland, de Verenigde Staten en Namibië (auteur J. Simons). D.H.A. Kolff schrijft over de herkomst van de drie gebroeders Naerebout, die niet uit Vlissingen, maar uit Veere afkomstig waren. De Koninklijke Maatschappij De Schelde liep een opdracht voor de bouw van een slag kruiser in 1940 mis, ondanks de inzet van Scheldedirecteur ir. Wesseling (auteur R. van Manen). Het volgende artikel gaat ook over een schip, het VOC-schip Bantam, dat in 1697 op de Elleboogzandbanken voor Vlissingen verging (A. Scheijde) De Spuije, tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (winter 2017), begint met een artikel van J. de Ruiter over de vishuizen, die nu praktisch alle verdwenen zijn. J. de Jonge schrijft over de zomer van 1913, toen activiteiten in het hele land werden georganiseerd ter gelegenheid van de viering van honderd jaar Nederlandse onafhankelijkheid. In Goes kwam slechts een kinderfeestje van de grond! H. van Rees praat met Emile Boonman over zijn tijd als onderwijzer in Kwadendamme. Sommige zaken bleven hetzelfde, maar veel veranderde, zoals de houding van ouders: vroeger stonden ouders naast, nu vaak tegenover de leerkracht. F. van der Jeught beschrijft hoe in de zestiende eeuw Bevelandse scheepseigenaren in Mechelen hun schepen kwamen verkopen. N. van Dinther brengt de verdronken dorpen Emelisse en Hamerstede weer tot leven aan de hand van gepubliceerde geschiedenis en archeologische vondsten. Het Bulletin van de Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' (2017, 4) begint met huishoudelijke mededelingen en verslagen van de commissies en werkgroepen. M. Buise vertelt wat overbleef van de spoorlijn 54, de lijn van Mechelen naar Terneuzen. Het was een veel gebruikte lijn, tot in de Eerste Wereldoorlog het spoorwegverkeer zoveel moeilijkheden ondervond, dat regelmatig verkeer niet meer mogelijk was. Na de Tweede Wereldoorlog betekende de grote schade de doodsteek voor de lijn. M. Dierick laat zien dat de periode van bierbrouwen in de streek liep van ongeveer 1700 tot 1950 en hij legt uit waarom het bier in de ene streek veel beter was dan in andere. In Tijdschrift, het bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws- Vlaanderen (2017, 3), laat J. van den Ameele weten 'Hoe God verdween uit Hoofdplaat'. Zoals Geert Mak haar voorging in Hoe God verdween uit Jorwerd probeert de auteur op dezelfde manier de ontwik keling en samenleving - nu in een Zeeuws Vlaams dorp - te volgen. G. Stroo schrijft over 'Het middeleeuwse stratenplan van Oostburg'. Aan de hand van een kaart van Jacob van Deventer van omstreeks 1560 gaat de auteur in op alles wat nu nog herkenbaar is. Ter gelegenheid van de zeventigste geboortedag van schrijfster Ira Bart geeft M.A.C. de Groote een overzicht van Sas van Gent in vroeger tijden en de jeugd van Ira Bart. R. Bauwens toont een foto uit vervlogen dagen en R. Willemsen schrijft over de zoutproductie in Biervliet in de vijftiende eeuw. Kroniek 2017, het jaarboek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent, begint met een artikel 'Engelandvaarder uit Sas van Gent hield Zeeuws-Vlamingen uit de Arbeitseinsatz. Verzetsheld gaf mannen maagzweer'. Het is het verhaal over Jacobus C. Stouthamer, in het begin van de oorlog directeur van het Regionaal Arbeidsbureau in Sas van Gent. Samen met de huisarts maakt hij opgeroepen mannen voor de Arbeitseinsatz 'ziek', zodat zij de dans kunnen ontspringen. J. van Hecke schrijft over het ontstaan en de ondergang van de Sasse voetbalclub THOR: Tot Heil Onzer Ribbenkast die na korte tijd de naam Oranje kreeg. De vereniging werd opgericht in 1910, in 1941 is zij ontbonden. Van Hecke heeft ook nu weer een aantal opvallende krantenberichten verzameld, dit keer uit 1917. Maikel Harte mocht 22 maart 2017 in de Kirke te Terneuzen de namen onthullen van de toekomstige viaducten in de Nieuwe Tractaatweg-N62. Het gepresenteerde adviesrapport, de speech en de column in de PZC van 25 maart van Harte zijn in dit nummer afgedrukt. M.A.C. de Groote biedt twee artikelen aan: over alle veranderingen in het Zeeuws-Vlaanderen van Ira Bart en een biografie over de schrijfster ter gelegenheid van haar zeventigste geboortedag. D.J. Haak schrijft over de glasramen van de protestantse kerk van Hoek. De auteur geeft veel historische bijzonderheden over Hoek, over enkele inwoners en over de oorlogsjaren. Daarna worden de beide kerkramen besproken. In de Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (2017, 4) als eerste het artikel 'Oorlog op papier, actie en reactie', door P.W. Stuij. De auteur begint met een inleiding over de revolutie in Frankrijk in 1789 en de toestand in de Noordelijke Nederlanden. De aanval van Frankrijk op de Republiek werd voorbereid met allerlei geschriften. De auteur bespreekt uitgebreid hoe de 'papieren oorlog' werd gevoerd, en welke reacties dit opriep in het land en in de verschillende gemeenten, bijvoorbeeld in Neusen (Terneuzen). Met J. de Vries maken we een wandeling door het Terneuzen van omstreeks 1900. Enkele oude inwoners van Terneuzen - het echtpaar Wieland en de heer H. Kaijser - vertellen de auteur hun herinneringen aan de oude tijd, en door die gegevens te gebruiken wordt de wandeling zeer de moeite waard. Het laatste artikel is van de hand van R.J.H. Lensen MA: 'Herwaardering Torenbergsite Zaamslag uitgevoerd'. De Torenbergsite bestaat alleen nog uit de kasteelberg met de drooggevallen omringende gracht. Na inspanningen van de Stichting Zaamslag 850 jaar is er een goed toegangspad aangelegd en enkele nieuwe informatie paden. Bovendien heeft dat pad een naam gekregen: het Gerrit de Zeeuwpad, als eerbetoon aan amateurarcheoloog De Zeeuw voor zijn jarenlange toewijding. Stel, u doet een archeologische vondst in uw tuin, op het strand, in een bouwput of op een aardapelveld. De Erfgoedwet schrijft voor dat u dit moet melden. In Zeeland doet u dat bij de SCEZ. De SCEZ registreert uw ontdekking en slaat de informatie op in het Zeeuws Archeologisch Archief. De vondst blijft uw eigendom, tenzij u deze wilt afstaan. Meer informatie op: Zeeuws Erfgoed 30 maart 2018 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 30