Op het tramtraject Breskens-Maldegem gaf de halte Aardenburg aansluiting op de tram naar Brugge.
Datering circa 1910 (bron: ZB| Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Beeldbank Zeeland).
Remise en dienstwoningen
Het bestek voor de bouw van een remise met werkplaats,
kantoor, magazijn en 'lampisterie' (lampenloods) met een
oppervlakte van 885 kubieke meter, en een blok van zeven
woningen te Draaibrug, werd goedgekeurd op 2 september
1886. De bouw werd gegund aan H. Wienhoven in Schiedam
en gebeurde onder toezicht van de al eerder genoemde
ingenieur J. Schotel. De remise werd uitgevoerd in
metselwerk met ijzeren overkappingen: de staande schilden
werden met bruut glas gedekt, de liggende met pannen.
Op de plattegrond van de remise vinden we twee
rijtuigremises, een locomotievenstalling, twee werkkuilen,
een 'reparatiewinkel', een schilderswerkplaats, een smederij
en een bergplaats voor cokes. De machinefabriek 'Breda'
uit Breda leverde de nodige werktuigen en gereedschappen
en een stoommachine van 6 pk voor de werkplaats. Dit
stelde de stoomtrammaatschappij in staat alle herstellingen
aan locomotieven en verder rollend materieel in eigen
beheer uit te voeren. Bovendien werd van de genoemde
heer H. Wienhoven een stoomkraan gekocht.
Aanleg en opening van tramlijnen
Medio september 1886 werd de eerste spade in de grond
gestoken en begon men met het leggen van de rails.
Op 1 april 1887 - binnen 7,5 maand - waren rails en
kunstwerken gereed, was het rollend materieel geleverd
en konden de gebouwen betrokken worden.
De plechtige opening van de lijnen Breskens-Schoondijke-
Oostburg-Draaibrug-Aardenburg-Eede-(grens)-Maldegem
en Draaibrug-Sluis(gracht) had plaats op 7 mei 1887.
De opening Sluis(gracht)-Sluis(haven) volgde op 5 oktober
1887. Op 1 mei 1890 trad een overeenkomst in werking met
de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen in België
over de exploitatie van de lijn Sluis-Belgische grens. De lijn
Oostburg-Cadzand werd op 23 september 1912 in gebruik
genomen en het baanvak Breskens-Cadzand op 22 april
1925. Daarna volgde Cadzand-Sluis op 2 april 1926 en
Cadzand(dorp)-Cadzand(haven) in 1927.
Materieel
De in 1886 opgerichte Stoomtrammaatschappij Breskens-
Maldegem (SBM) startte met zeven locomotieven, vijf
geleverd door de fabriek 'Breda' en twee aangekocht van
de West Friesche Stoomtrammaatschappij in liquidatie
in Hoorn. Daarnaast kocht ze bij J. Beijnes te Haarlem
zes stuks rijtuigen eerste en tweede klasse, elk voor
52 personen en drie stuks tweede klasse, elk voor
32 personen, samen dus negen rijtuigen met 408 plaatsen.
Voor het vervoer van goederen, vooral oesters, garnalen,
granen, vlas, peulvruchten, suikerbieten en steenkool,
werden vier gesloten goederenwagons met post-
compartiment en tien open goederenwagens geleverd.
Alle wagens hadden een draagvermogen van 6.000
kilogram, samen dus 84 ton.
De SBM was de enige Nederlandse tramwegmaatschappij
die voor koninklijk bezoek een apart rijtuig bezat. Het is
gebruikt door koningin Wilhelmina bij haar bezoek aan
Zeeuws-Vlaanderen op 13 september 1907. Daarna deed
het een enkele maal dienst bij andere gelegenheden, zoals
de opening van de lijn Breskens-Cadzand op 22 april 1925.
Zeeuws Erfgoed 5 maart 2018 01