Standaardwerk belicht
een waaier van waarden
Landschapsatlas Oosterschelde wil 'kennis samenbrengen'
De Ramp van 1953 bracht in het zuidwesten van Nederland een tweedeling in de geschiedenis,
vergelijkbaar met die van de Tweede Wereldoorlog voor heel Nederland: de tijd ervóór en de tijd erna.
Dat stelt de Landschapsatlas van de Oosterschelde, het jongste boek van Kees Bos en Jan Willem Bosch
Het boek is vooral een standaard- en naslagwerk over
de landschapshistorie van de Oosterschelde vanaf de
prehistorie tot onze tijd, mét een blik op de toekomst.
De 464 pagina's tellende, zeer kloek uitgevoerde atlas is
op 6 december vorig jaar gepresenteerd in de Nieuwe Kerk
van Zierikzee. Oud-politicus en auteur Jan Terlouw nam
het eerste exemplaar in ontvangst. Bos en Bosch hadden
al ervaring in het gezamenlijk produceren van dit type
boeken: in 2008 verscheen hun Landschapsatlas van
Walcheren.
Inspiratiebron
Kees Bos heeft een loopbaan in het onderwijs achter
de rug en startte zijn carrière als geograaf. Na de politieke
geografie werd de historische geografie zijn passie,
hetgeen al bleek in de jaren tachtig van de vorige eeuw
met publicaties over onder meer de Zeeuwse vliedbergen.
Het concept en het doel van de Oosterscheldeatlas is min
of meer gelijk aan dat van de Walcherse atlas, vertelt hij:
"Het samenbrengen in een standaardwerk van de kennis
over het landschap en de landschappelijke ontwikkeling,
die voordien verspreid aanwezig was. Enerzijds voor
alle liefhebbers, anderzijds als inspiratiebron voor
beleidsmakers, politici, planontwikkelaars om vooral de
landschappelijke waarden te respecteren. Die waarden
zijn zowel cultuurhistorisch, archeologisch, aardkundig
als ecologisch van aard."
Waar Bos en Bosch bij de Walcherse atlas nog met
meerdere co-auteurs werkten, maakten ze bij het
nieuwe boek alleen gebruik van deskundige bijdragen van
Aad Smaal (visserij), Tom Ysebaert (ecologie) en Arno Nolte
(getijdenmorfologie). "Deze atlas is duidelijk een product
van ons samen", zegt Kees Bos, "waarbij Jan Willem meer
gefocust was op architectuur, landinrichting, energie en
beeldvergelijkingen van voor en na de Ramp. En ik meer
op de historische geografie, de landschapsgeschiedenis
en de cartografie. De cartografische reconstructies zijn
gemaakt door medewerkers van Bosch-Slabbers."
Oudere rampen
De eerste van zeven reconstructiekaarten in de landschaps
atlas vormt al de afsluiting van een zeer lange
ontwikkeling, en toont ongeveer het landschap dat
de Romeinen aantroffen. De zevende geeft het beeld
weer van het landschap anno 2017. Dit langetermijn-
perspectief weerspiegelt zich ook in de behandeling van
de Februariramp. Hoofdstuk 8 integreert het verhaal
daarvan met een voorgeschiedenis van waarschuwingen
Kees Bos (collectie C.F. Bos).
door Johan van Veen en anderen, en met de navolgende
ontwikkelingen van het Deltaplan tot en met het
Schelde-Rijnkanaal.
Veel Zeeuwen zien Ramp en Deltawerken nog altijd als
de meest ingrijpende fenomenen uit de historie van het
Scheldegebied. Bos wijst op een periode die nog
ingrijpender was. "Dat waren de rampen van de zestiende
eeuw", stelt hij. "Met name de vloeden van 1530, 1532 en
1570, waarbij het oosten van Zuid-Beveland en het
Markiezaat van Bergen op Zoom verloren gingen, voor
het grootste deel zelfs tot op heden."
'Cruciale figuren'
Genoemde Johan van Veen is een van de vijf 'cruciale
figuren' aan wie de Oosterscheldeatlas speciale aandacht
schenkt. De overigen zijn Andries Vierlingh, Andries
Schraver, Robert de Muralt en Henk Saeijs. Bos:
"Het Oosterscheldelandschap heeft natuurlijk niet alleen
zijn aanzien gekregen door deze waterbouwers. In het
huidige landschap zijn er nog steeds (minimaal, maar nog
wel aanwezig) oude steenglooiingen, waar Vierlingh zich in
de zestiende eeuw mee bemoeide. Ook de Muraltmuren van
een eeuw geleden zijn nog een cultuurhistorisch kenmerk.
Johan van Veen is de vader van het Deltaplan. Dammen,
dijken en sluiscomplexen zijn prominente elementen in het
landschap. Maar dat is ook de Zeelandbrug, dat is ook het
Schelde-Rijnkanaal, dat zijn ook de windmolens. Daar had
geen van die vijf genoemden mee te maken. Wel de
ecologische kwaliteiten, waaraan Henk Saeijs een grote
slinger heeft gegeven."
Zeeuws Erfgoed 1 0 juni 2018 02