I OOSTERSCHELDE Burghsluis vóór de Ramp en in 2017 (bron: Oosterscheldeatlas). "Ook economie is een niet te verwaarlozen factor die het landschap heeft bepaald. In de jaren zestig dacht men nog de schelpdiercultuur te kunnen compenseren met geld. En wat er nu met geld gebeurt zie je in de ontwikkelingen in de recreatiesector. De atlas neemt geen blad voor de mond als het gaat om het signaleren van ongewenste ontwikkelingen. Kassenbouw bij de Rattekaai, aquacultuur onderaan de Zeelandbrug, foute recreatieve ontwikkelingen tot aan sommige buitenproportionele, niet goed in het landschap passende informatieobjecten van het Nationaal Park toe." 'Dr. Cassandra' Waterstaatkundig ingenieur Johan van Veen (1893-1959) waarschuwde al vóór de Tweede Wereldoorlog in publicaties voor de te lage dijken in het zuidwesten, maar wel onder het pseudoniem 'dr. Cassandra'. "Van Veen maakte zich voor en tijdens de oorlog grote zorgen om de veiligheid", zegt Bos. "Hij wist dat de dijken te zwak waren, maar kon als ambtenaar niets naar buiten brengen zonder toestemming van de politiek verantwoordelijken. Dat deed hij toch onder die schuilnaam. Qua formaat behoort hij tot de grote waterbouwers uit de Nederlandse geschiedenis. Ik zou hem met ir. Lely willen vergelijken. Je kunt in de atlas lezen hoe betrokken, creatief en wetenschappelijk hij zijn rapporten schreef en zijn waarschuwingen onder bouwde. Maar net als de anderen die we eruit pikken moet je hem wel in zijn tijd zien: de jaren dertig tot en met vijftig van de vorige eeuw. Hoewel hij niet de natuurblinde ingenieur was waarvoor sommigen hem versleten was veiligheid nummer één." Bioloog Henk Saeijs markeert in de atlas de ecologische revolutie, die in de jaren zeventig begon. "Ik kende hem persoonlijk en had met hem te maken in de tijd dat ik voor de Hogeschool Zeeland bezig was met de Aquatische Ecotechnologie", vertelt Kees Bos. "Ik vond het leuk om hem de eer te geven die hem toekomt als een van degenen die de ecologie in het waterbeheer heeft ingebracht." Veiligheid op termijn Ondanks de alarmerende publicaties van dr. Cassandra en anderen meenden bepaalde auteurs vóór 1953 dat er vanwege de moderne waterstaatstechnologie geen ernstige overstromingsrampen meer waren te duchten; maar toen kwam de Ramp. Hoe ziet Kees Bos in het licht daarvan de jongste generatie dijkverhogingen en andere maatregelen, die in theorie een storm moeten weerstaan die 'gemiddeld maar eenmaal in de 4000 jaar' plaatsvindt? "Ik denk wel dat Nederland de kennis in huis heeft en rijk genoeg is om ook op termijn de veiligheid zeker te stellen", meent hij. "En ook dat het kan op een manier die we nu belangrijk vinden: duurzaam, klimaatneutraal, of welke woorden je er aan wilt geven. In de atlas doen we voor een middellange termijn, zo'n 50 tot 70 jaar, ook suggesties voor detailoplossingen. Maar wat voor Nederland geldt, geldt mogelijk niet voor alle delen in de wereld. Dat is zorgelijker. En of we het voor de zeespiegelstijging nood zakelijke werk ook op een verantwoorde wijze zullen uitvoeren is een tweede. Er zijn zoveel factoren die een toekomst onzeker maken. In de jaren dertig van de vorige eeuw dachten we nog dat er geen oorlog zou komen." Jan Kuipers Kees Bos Jan Willem Bosch, Landschapsatlas van de Oosterschelde. Spiegel van verleden, venster op de toekomst (Koudekerke, 2017). LANDSCHAPSATLAS VAN DE 3ftU£L VA hi VÉÜ1.EMN, VEMS.1 ifl. Cf DE TOEKOwST Zeeuws Erfgoed 1 2 juni 2018 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 12