Elke schenking heeft een verhaal Noodzender Het Watersnoodmuseum is een museum dat de verhalen van mensen vertelt. Die verhalen maken veel indruk op bezoekers. Bijna dagelijks ontvangt het Watersnoodmuseum nieuwe schenkingen. Geen kostbaarheden, maar heel persoonlijke dingen waarvan het achterliggende verhaal je raakt. De schenkers, mensen die de Ramp van 1953 hebben meegemaakt of nabestaanden, vinden dat de spullen in het museum thuishoren. De tijdelijke expositie '65 schenkingen - Elke schenking heeft een eigen verhaal' vertelt het verhaal over de Ramp aan de hand van 65 objecten. De tentoonstelling in het Watersnoodmuseum is te zien tot 1 februari 2019. Hoewel de Watersnoodramp van 1953 nu 65 jaar geleden is, leeft hij voort op allerlei manieren. Onder andere in de vele schenkingen die het Watersnoodmuseum ontvangt. Annie Ponsioen en Corry Slager, vrijwilligsters bij het museum, weten er alles van. Zij noteren de gegevens van alle schenkingen, het verhaal erachter en stellen de jaarlijkse wisseltentoonstelling samen. "De diversiteit aan voorwerpen is enorm en dat blijft boeien", vertelt Annie. "Servies, bijbels, kleding, penningen, schilderijen, gereedschappen en keukenartikelen." "We krijgen ook nog steeds veel tijdschriften en kranten uit die tijd", vult Corry aan. "Natuurlijk hebben we inmiddels heel wat in veelvoud. Maar toch ontbreken er nog exemplaren die we ooit hopen te krijgen." De schenkingen zou je in twee categorieën kunnen verdelen: objecten die de Ramp hebben overleefd en voorwerpen die zijn voortgekomen uit de wederopbouw. Annie: "De verhalen achter de spulletjes van de Ramp zijn vaak schrijnend. Soms is er van een heel huishouden slechts één kenmerkend stukje servies teruggevonden, de rest is allemaal weggespoeld." Waar het bij de eerste categorie logischerwijze om unieke objecten gaat, zie je onder de voorwerpen uit de wederopbouw soms een veelvoud aan vergelijkbare artikelen. "Zo hebben we heel veel herdenkingstegeltjes en Delfts blauwe bordjes", legt Corry uit. "Die zijn speciaal gemaakt en verkocht na de Ramp. De opbrengst ging naar het Rampenfonds. Verder hebben we veel borduurwerk. De patronen komen uit de damesbladen Beatrijs, Libelle en Margriet. De onderwerpen, ramp en wederopbouw, zijn identiek, maar de uitvoering verschilt per maakster. We hebben wel veel dubbel, maar de verhalen erachter zijn altijd anders. We nemen daarom elke schenking aan, alleen kunnen we niet alles tentoonstellen." In de loop van 1 februari is er met de overstroomde gebieden contact gelegd en komt de eerste hulpverlening van buiten op gang. Alleen met Schouwen-Duiveland, dat voor circa 85 procent overstroomd was, is nog geen contact mogelijk. Alle telefoonlijnen zijn stuk. Pas op de vroege maandagochtend van 2 februari ontvangt Middelburg een eerste signaal uit Zierikzee. Radiotechnicus Peter Hossfeld had met materiaal uit de radiowinkel waar hij werkte, de noodzender PA0ZKR gemaakt. Daarmee laat hij de buitenwereld weten welke ramp er zich op het 'vergeten' eiland voltrokken had. De eerste vraag is naar vliegtuigen die rubber boten en voedsel kunnen droppen. Schenker: Peter Hossfeld, plaats onbekend. Zeeuws Erfgoed 1 3 juni 2018 02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 13