Beleving van de Deltawerken is goed mogelijk op Deltapark Neeltje Jans, waar ook een van de pijlers van de Oosterscheldekering bezocht kan worden zandgronden. Er is geen land ter wereld waar je op zo'n klein oppervlak zo veel verschillende landschapstypen hebt. Op de Brouwersdam is dat ten volle zichtbaar gemaakt in het profiel en de aankleding. Het spannende was dat de ingenieurs in staat waren een brede, lage dam te maken. Waar de Haringvlietdam nog 'old school' is (hoge betonnen werken), ligt de (later aangelegde) Brouwersdam veel 'zachter' in het landschap. Hij buigt ook mee met de eilanden die er al lagen. De 'zoute kant' (langs de Noordzee) heeft een soort 'jongensboekromantiek'. Er is geëxperimenteerd met bitumen en stortstenen en de vegetatie is er op aangepast. Met uitzicht op de zeehonden. De kant aan het Grevelingenmeer heeft een hele andere sfeer met een baai, golven en aangeplant duinstruweel. Deze kant is veel meer op de menselijke en recreatieve schaal gericht. Een bijzonder onderdeel aan deze zoete kant was een ronde parkeerplaats met tribunes waar ook voorstellingen konden worden gegeven. Deze is in het kader van capaciteitsvergroting in één keer weggeschoffeld zonder na te denken over het behoud van de achterliggende waarden. Door het gebrek aan overzicht en regie kunnen dit soort bijzondere elementen zomaar ineens verdwijnen. Welke kansen zie je voor de recreatieontwikkeling rond de Deltawerken? Ik ben voor kwalitatief goede recreatie. Niet voor eindeloze huisjesparken. Je moet het ontworpen landschap centraal stellen. Daar komen de toeristen volgens mij ook voor. Het zijn rustzoekers, natuurliefhebbers en kustliefhebbers. Volgens mij heeft Zeeland al veel infrastructuur. De bestaande kust en Deltawerken moeten niet te veel opgeleukt worden met allerlei nieuwe toevoegingen die het landschap verrommelen. Zo is het nieuwe bezoekers centrum op de Brouwersdam mij een doorn in het oog. Nu staat midden op de zichtlijn een soort bunker waar helemaal niets gebeurt. Waarom is dit gebouw niet lager of in het duin weggewerkt? Wie zou de regie over de Deltawerken moeten voeren en wat zie je als de grootste uitdaging? Dat moet je samen afspreken, te beginnen met de drie provincies - Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant - en het Rijk. Deze overheden zouden tenminste kunnen afspreken om een kwaliteitsteam in te stellen, bestaande uit bijvoorbeeld een landschapsarchitect, een waterstater, een ontwerper, een ecoloog en een cultuurhistoricus. Alle bloedgroepen aan tafel, onafhankelijk en met een gemandateerde adviesrol richting bestuurders. Dat kost bijna niets en biedt een faciliteit waar alle gemeenten (en provincies) met ruimtelijke plannen kunnen langskomen om het gesprek over deze plannen aan te gaan. Op dit moment ziet niemand de samenhang van het geheel en de ruimtelijke kwaliteit is nergens geagendeerd. Landschappen hebben echter een veel bredere samenhang. Want wat wil je eigenlijk? Overal hetzelfde, weer een recreatiepark erbij, een extra slagboompje hier en nieuwe parkeerplaats daar? Er komt een dag en dan ben je het kwijt, dan komen de toeristen niet meer. Het is dus van belang om te bepalen vanuit welke kernwaarden we redeneren. Dat zou ik de Deltawerken en omliggende landschappen zo gunnen, omdat je dan over de inhoud met elkaar in gesprek gaat. Waarom lukt het ons niet om opnieuw de verschillende opgaven op de schaal van de hele delta te formuleren en daar een visie op te ontwikkelen? Ofwel: hoe kunnen we de betekenis van het landschap agenderen en hoe kunnen we de verhalen van de ontwikkelingsgeschiedenis vertellen en daaraan waardevolle nieuwe verhalen toevoegen? Door het geven van betekenis aan het landschap gaan mensen ook eigenaarschap over het landschap ervaren. In een wereld waarin het draait om beleving en verhalen (zie social media) ligt hier de grootste uitdaging! David Koren Zeeuws Erfgoed 22 september 2018 03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 22