Zeeuws-Vlaanderen Kelder- en funderingsresten aan de Sasdijk bij Westdorpe. Boerderij aan de Sasdijk Op 31 mei deed de SCEZ archeologische waarnemingen langs de Sasdijk bij Westdorpe, na een vondstmelding van een bakstenen kelder en aardewerkfragmenten door de heer J.A.A. Melaard (omgevingsmanager Tractaatweg BV) en mevrouw N.J.G. de Visser (Edufact/gemeente Terneuzen). De archeologische resten bevinden zich in een gebied waar natuurontwikkeling plaatsvindt. Het was een toevalsvondst: uit vooronderzoek door een archeologisch bedrijf was naar voren gekomen dat er waarschijnlijk geen belangrijke archeologische resten of sporen aanwezig zouden zijn. De afmetingen van de kelder bedroegen buitenwerks 5,56 bij 2,57 meter. Hij was gemetseld met rode bakstenen met het formaat 25 x 12 x 5,5 centimeter. Binnenwerks waren op hun kant liggende gele ijsselsteentjes zichtbaar, van 17 x 7,5 x 4,5 centimeter. De oriëntatie van de kelder is west-oost. Gezien de aanwezigheid van ijsselsteentjes is een datering in de zeventiende eeuw plausibel, maar het formaat van de bakstenen kan een oudere datering inhouden. In de kelder zijn dan later, bijvoorbeeld in de zeventiende eeuw, ijsselsteentjes aangebracht. Naast de kelder was nog een bakstenen fundering aanwezig. De afstand van de fundering tot de kelder bedroeg 4,50 meter. De fundering was zichtbaar over 2,35 meter. Uit sonderingen met een prikstok bleek dat zij zeker 5 meter lang moet zijn. De fundering was gemetseld met rode bakstenen met het formaat 26 x 13 x 5,5 centimeter. Het is aannemelijk dat er meer funderingsresten aanwezig zijn. Ze kunnen worden toegeschreven aan een boerderij. Op oude kaarten is hier echter geen bebouwing uit de nieuwe tijd aanwezig. Ook voor de fundering is een laatmiddeleeuwse of zestiende-eeuwse oorsprong mogelijk. In de omgeving ervan lag een vrij uitgestrekte zone met donkerder zand, met daarin kleine baksteenresten en aardewerk-/steengoedfragmenten. Dit vondstmateriaal komt uit de veertiende-zeventiende eeuw. Waarschijnlijk betreft het een erf dat bij de boerderij hoorde. Na overleg met alle betrokken personen en instanties is besloten de resten in situ te behouden door ze af te dekken met worteldoek en een laag grond. Crop marks bij Zaamslag De droogte van afgelopen zomer legde archeologische sporen bloot op de akkers van Watze van der Zee, in de Grote Huissenspolder bij Zaamslag. Deze polder kwam in 1695 tot stand in deels geïnundeerd gebied. Op 9 juli berichtte Omroep Zeeland over de op luchtfoto's zichtbaar geworden sporen van kreken. Daarnaast waren rechte lijnen van oude drainage te zien, alsook 'een vierkant en een duidelijke cirkel in de gewassen'. De cirkel was volgens akkerbouwer Van der Zee een verhoogde plek waar de schapen in natte perioden hun toevlucht zochten. Een stelberg dus. Volgens SCEZ-archeoloog Robert van Dierendonck zijn de donkere lijnen crop marks. Deze merktekens in het gewas ontstaan op plaatsen waar zich meer vocht in de grond bevindt. Vroeger liepen daar inderdaad geulen of grachten, die zijn dichtgeslibd of bij ruilverkaveling dichtgemaakt. Het vierkant duidt volgens Van Dierendonck op een perceel waarop vroeger waarschijnlijk een boerderij stond. Dunnere lijnen en een dikkere wijzen respectievelijk op greppels en een gracht. Zeeuws Erfgoed 24 september 2018 03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 24