Duikboten
MobielErfgoed
Het staat hoog op de politieke agenda: de vervanging van schepen en onderzeeboten van
de Koninklijke Marine, met name de uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw daterende
Walrusklasse-onderzeeboten. De kans bestaat dat de nieuwbouw in Vlissingen zal plaatsvinden,
de plaats waar ook de eerste Nederlandse duikboot werd gebouwd.
e O-1 in het nog deels met wa^er gevulde Dok van Perry in 1905 (fotograaf onbekend, collectie Gemeentearchief Vlissingen).
De vier Nederlandse boten van de Walrusklasse zijn de
laatste in Nederland, tussen 1979 en 1992 gebouwde
onderzeeboten bij de inmiddels niet meer bestaande
Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Het gevolg is dat
de praktische kennis nodig voor het bouwen van
onderzeeboten deels verloren is gegaan. Het merendeel
van de werknemers van toen is intussen gepensioneerd of
elders werkzaam. De kennis van het onderhoud aan en
verbetering van de Walrusklasse is wel up-to-date gebleven.
Een van de potentiële kandidaten voor de bouw van de
nieuwe onderzeeboten is de Saab (Kockums)-Damen-
combinatie. Damen Schelde Naval Shipbuilding koos voor
het Zweedse bedrijf vanwege de daar aanwezige kennis.
Wanneer de order inderdaad wordt verleend, bestaat de
kans dat de nieuwbouw in Vlissingen plaatsvindt. Daarmee
is de cirkel weer rond. De eerste Nederlandse onderzee
boot, de O-1, werd begin vorige eeuw gebouwd door de
Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen op
basis van een buitenlands ontwerp.
De termen duikboot en onderzeeboot worden vaak door
elkaar gehaald. Voor de Tweede Wereldoorlog wordt veelal
bovenwater gevaren en alleen gedoken om aan de vijand
te ontkomen of eventueel een eigen aanval uit te voeren.
In feite is het een bovenwaterschip dat soms onderwater
duikt oftewel duikboot. Na de Tweede Wereldoorlog blijft
de onderzeeboot nagenoeg de gehele tijd onder water
en komt alleen bij gelegenheid nog naar de oppervlakte.
Voorgeschiedenis
Het idee om onder water mensen en goederen te vervoeren
dateert niet uit de twintigste eeuw. Er zijn diverse voor
beelden van geslaagde en niet-geslaagde experimenten.
Een voorbeeld van een geslaagd experiment is dat van
Cornelis Drebbel. In 1620 voeren maar liefst twaalf man
(de O-1 had er tien) gedurende drie uur mee in zijn
duikboot, ondergedoken in de Engelse rivier de Thames.
Het was een succes, wat niet gezegd kan worden van het
Malle Schip. Tijdens de Eerste Engelse Zeeoorlog kreeg
de Fransman Jean de Son in 1653 de opdracht van de
Rotterdamse admiraliteit om een duikboot te bouwen,
zodat met de Engelse vloot kon worden afgerekend.
Het werd geen succes en de Fransman vertrekt in 1654 met
de noorderzon. Het Malle Schip eindigde als brandhout.
Veel serieuzer zijn de ontwikkelingen in de negentiende
eeuw, waar ook de basis ligt van de O-1. De Koninklijke
Marine had al in de eerste helft een werkende duikboot
kunnen hebben en hiermee voorgelopen op de rest van de
wereld. De Nederlander Mensing claimde een duikboot te
hebben uitgevonden die tijdens de Belgische Omwenteling
(1830) van groot belang zou zijn geweest. Het zelf in de
Zeeuws Erfgoed 3 september 2018 03