Ontwikkeling van duikboten door de jaren heen: de O-1 met een lengte van 20,4 meter en de in 1940 in dienst gestelde O-21 van 77,7 meter lang (illustraties: Alexander van Maanen). Nederlands-Indië. De boten die gebouwd werden voor de koloniën waren in eerste instantie veel groter en gelet op het werken in tropische weeromstandigheden was een goede airconditioning en een gekoelde opslag voor etenswaren een noodzaak. Deze boten, in het begin bekend als de K-boten, werden betaald door het ministerie van Koloniën maar bemand door marinepersoneel. De eerste K-boot werd in Vlissingen gebouwd en voor het einde van de Eerste Wereldoorlog naar Indië gesleept. Langzamerhand trekt de Koninklijke Marine het ontwerpen van duikboten steeds meer naar zich toe en groeit Wilton- Fijenoord uit tot een ware concurrent. De duikboten worden steeds groter, sneller en zwaarder bewapend en zijn ondertussen voorzien van technische snufjes als de snuiver. Met een snuiver wordt het mogelijk om onder water te blij ven maar via een schuifbare holle mast verse lucht in te laten en vervuilde lucht af te voeren. Nog steeds tracht De Schelde buitenlandse orders te verwerven onder meer met een eigen ontwerp van een duikboot-mijnenlegger. Alle inspanningen ten spijt wordt in Vlissingen slechts één duikboot voor niet-Nederlandse rekening gebouwd, maar het is dan wel de grootste ooit. De Poolse Orzel heeft een lengte van 84 meter, vier keer zo groot als de O-1 en zeven meter langer dan de O-21. De O-21 was, samen met haar zuster de O-22, de laatst gebouwde duikboot in Vlissingen. Na de Tweede Wereldoorlog bouwden alleen de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en Wilton-Fijenoord nog onderzeeboten voor de Koninklijke Marine. Maar wie weet keren oude tijden terug en verlaat over een aantal jaren een in Vlissingen gebouwde onderzeeboot de haven. Sporen van materieel erfgoed Is er nog iets zichtbaar van de bouw van duikboten in het Vlissingse landschap vandaag de dag? Veel is sinds de bouw van de O-1 verdwenen. De met houten kappen overdekte kleine hellingen aan de noordzijde van de Dokhaven zijn er al lang niet meer. Dat geldt ook voor de overdekte hellingen op het Eiland. Van de twee grote hellingen aan het einde van de Dokhaven resteert nog slechts een deel en de vraag is of dit behouden blijft bij de geplande nieuwbouw van woningen. Wat wel aanwezig is, is het enkele jaren geleden schitterende gerestaureerde Dok van Perry. Dit dok is een van de oudste gegraven droogdokken van Europa en heeft een niet te onder schatten rol gespeeld bij de toepassing van nieuwe technieken en ideeën. In dit dok, dat eerder gebruikt is door de Koninklijke Marine voor het drijvende batterijen concept, zijn nagenoeg alle onderzeeboten die gebouwd zijn in Vlissingen drooggezet voor onderhoud en/of de afbouw. Tal van foto's getuigen hiervan. Is de O-1 bewaard gebleven. Nee, luidt het antwoord. Op de toren na is zij gesloopt en tot voor kort werd gedacht dat ook van de inventaris niets de tand des tijds had overleefd. Dit jaar nog echter kreeg de Traditiekamer Onderzeedienst de oorspronkelijke in zwaar messing uitgevoerde scheepsklok van de O-1 in bezit. Op het hoofdkantoor Van Damen Schelde Naval Shipbuilding is nog een halfmodel bewaard gebleven en een volledig model staat in het Marinemuseum in Den Helder. Bij dat laatste museum is ook de driecilinder- onderzeeboot de Tonijn voor het publiek toegankelijk. En als laatste maar niet weg te cijferen bron van erfgoed is er het zogenaamde Schelde-archief. Dit archief wordt beheerd door het Gemeentearchief Vlissingen en bevat foto's, tekeningen, bestekken en correspondentie in verband met de Vlissingse duikbootbouw. Ron van Maanen Ron van Maanen ('s-Gravenhage, 1958) is archivaris en shiplover pur sang. Momenteel is hij werkzaam bij het Gemeentearchief Vlissingen. Bronnen Archief Koninklijke Maatschappij De Schelde (Gemeentearchief Vlissingen), directiearchief en bestekken. Tobias van Gent Ron van Maanen. Luctor et Emergo. De onderzeeboten van de Koninklijke Maatschappij De Schelde 1905-1958, te verschijnen medio 2018. Zeeuws Erfgoed 6 september 2018 03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2018 | | pagina 6