Kapiteel in composiete bouworde
Zoektocht naar monumentaal pand
De Sevensterre en Den Dolphyn
Afbeelding links
Het linker- of
rechterkapiteel van
het voorportaal van de
voormalige Provinciale
Bibliotheek van Zeeland.
Afbeelding rechts
De Provinciale
Bibliotheek van Zeeland
foto C. Steenbergh,
1910/1935, collectie RCE,
objectnr. ST-1.822.
In januari 2019 werd Erfgoed Zeeland benaderd
door de eigenaresse van een Middelburgse bed
and breakfast. Ze vertelde dat in haar pand nog
een oud architectuurelement stond, dat ooit door
de vorige eigenaar was meegenomen uit het puin
van een Middelburgs gebouw na de verwoesting
van de binnenstad op 17 mei 1940. Bij een eerste
bestudering bleek het om een kapiteel te gaan; de
bekroning van een klassieke zuil. Hoewel het niet
helemaal duidelijk was waar dit fraai vormgegeven
object vandaan kwam, waren de erfgoedadviseurs
van Erfgoed Zeeland dermate geïntrigeerd door
het mooie vakwerk, dat ze direct besloten het
object en de herkomst ervan nader te onderzoeken.
Een kapiteel is de versierde bovenkant van een
zuil, die in de meeste gevaren gemaakt werd
conform een van de klassieke bouworden, zoals
Toscaans/Dorisch (een simpel, rond kapiteel),
Ionisch (een kapiteel met voluten, de zogenaamde
Ionische krul), Korintisch (versierd met blad
motieven, de zogenaamde acanthusbladeren) of
composiet (een combinatie van het Ionisch en
Korinthisch kapiteel). In dit geval gaat het om een
massief zandstenen kapiteel in de composiete
orde. Het kapiteel heeft dan ook de kenmerkende
Ionische krul op de hoek van het kopstuk, met
daaronder de Korintische versiering bestaande
uit acanthusbladeren. Het gaat hier om een halve
zuil die geïntegreerd was in de buitenwand van
een gebouw.
tand des tijds doorstaan, van andere gesloopte
panden is soms archiefmateriaal bewaard
gebleven. De zoektocht door oude zwart-wit foto's
leidde echter niet tot bijzonder veel gebouwen in
een (neo-)klassieke bouwstijl. Sterker nog, het
leidde tot één mogelijk pand aan de Lange Delft,
de voormalige Provinciale Bibliotheek van
Zeeland. Tegen de voorgevel van dit pand uit 1733
bevond zich een voorportaal, met daarop - aan
weerszijden van de vooringang - halve zuilen met
composiete kapitelen. Met historische bouw
tekeningen en foto's kon dit vermoeden verder
bevestigd worden: het kapiteel bleek inderdaad
een stukje van het voorportaal te zijn.
De zoektocht naar het pand waarvan het kapiteel
oorspronkelijk deel uitmaakte, startte met het
inventariseren van enkele belangrijke stukjes
informatie. Het moest gaan om een (neo-)klassiek
gebouw dat geïnspireerd was op stijlkenmerken
uit de klassieke oudheid (in Nederland was het
classicisme en neoclassicisme vooral populair in
de zeventiende en achttiende eeuw). Daarbij ging
het om een gebouw dat vernield was (of gesloopt)
als gevolg van de verwoestende stadsbrand van
17 mei 1940. Verder was er mogelijk een connectie
met de Lange Delft in Middelburg, een belangrijke
hoofdstraat die nog steeds een groot deel van
het centrum van de stad doorkruist. Normaal
gesproken zou een dergelijke zoektocht, zelfs
met bovenstaande criteria, onbegonnen werk zijn.
Middelburg was in de zeventiende en achttiende
eeuw een belangrijke, welvarende stad met een
rijke bevolking die volop luxe herenhuizen liet
bouwen. Een aanzienlijk aantal hiervan heeft de
Het desbetreffende pand is oorspronkelijk niet als
bibliotheek gebouwd, maar in 1733 gerealiseerd
als stadspaleis De Sevensterre en Den Dolphyn van
de patriciërsfamilie Van den Brande. Het gebouw
was ontworpen door de beroemde Antwerpse
architect J.P. van Baurscheit (1699-1768) en zou tot
het einde van de negentiende eeuw gebruikt
worden als een particuliere residentie, in handen
van de familie Van den Brande. In 1898 werd het
pand verkocht, om een jaar later in gebruik te
worden genomen als Provinciale Bibliotheek van
Zeeland. In deze bibliotheek werden verschiHende
Zeeuwse bibliothecaire collecties samengebracht,
aangevuld met aankopen van de Provincie
Zeeland en verschiHende schenkingen en bruik
lenen, waaronder de bibliotheek van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
nr. 4 2019
ZEEUWS ERFGOED
23